Ministerie van Algemene Zaken


1red9100
9-2-2001, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER ZIJN BEZOEK AAN ERITREA EN ETHIOPIË, DE

PRIVATISERING VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN DE MESTSTOFFENWET

GREYN:
Meneer Kok, u bent redelijk tevreden teruggekeerd van uw bezoek aan Ethiopië en Eritrea?

KOK;
Ja.

GREYN:
U ging kijken hoe de vredesmissie op gang komt. Komt het op gang zoals de bedoeling was?

KOK:
Ja, is op gang. Al heel snel na het besluit in het kabinet is men met de implementatie begonnen. Men is snel aan de gang gegaan, je kunt zeggen dat UNMEE met daarbinnen zeker het Nederlandse aandeel dus volop geïnstalleerd is en in werking is. Men heeft in de aanvang natuurlijk wat kinderziektes gehad, maar ook lering trekkend uit eerdere ervaringen, heel snel goed kunnen werken. Men werkt uitstekend samen met de Canadezen, met wie we veel samen doen in dat centrale gebied, die centrale zone. Wat voor mij belangrijk was om zelf ook te zien, is dat de verstandhouding met de beide landen, met Eritrea en Ethiopië, die op regeringsniveau nog steeds een bloedhekel aan elkaar hebben, dat die verstandhouding goed is. Dus beide zien ook de rol van UNMEE als belangrijk. Er is nu een akkoord gekomen, ook mede onder druk van Nederland ter plaatse, om van die bufferzones de grenzen te bepalen, zodat UNMEE daarbinnen zijn werk beter kan doen. En dat betekent dat we toch echt ook wel met een beetje gepaste trots kunnen toezien vanuit hier hoe onze mensen daar inderdaad de weg naar vrede verder begaanbaar maken.

GREYN:
Toen het onderwerp werd besproken in de Tweede Kamer was er erg veel zorg of dat allemaal wel goed zou aflopen. En minister De Grave heeft toen eigenlijk met de hand op het hart moeten beloven dat het niet langer dan een half jaar zou duren. Nou las ik dat u vond dat de ervaring die daar wordt opgedaan, dat dat zonde zou zijn als die zou verdwijnen. Betekent dat dat het misschien langer dan een half jaar zal duren?

KOK:
Nee, het gaat niet langer dan een half jaar duren. Dat is ook niet iets met de hand op het hart geweest, dat hebben we van begin af aan ook in het kabinet zo gezegd. Het past ook in het hele concept dat vanuit de VN is ontvouwd, is ontwikkeld. Wat ik gezegd heb in antwoord op vragen over onze aanwezigheid, ook elders in Afrika en ook elders in de wereld waar dat nodig is, dat we natuurlijk ook onze expertise op enig moment ook weer op andere plaatsen weer kunnen gebruiken. En de vraag was op enig moment in de persconferentie aan het slot van mijn verblijf daar, of na dat halve jaar alle knoppen als het ware omgingen. Toen heb ik gezegd: nee, natuurlijk niet, want het politieke




commitment blijft, we hebben ook expertise opgebouwd in de vorm van betrekkingen met de beide landen. Dat kan worden overgedragen op degenen die ons opvolgen. En dhr. Cammaert, dat is de force commander, de Nederlander die daar leiding geeft aan het geheel, die zal ook nog langer blijven, die blijft in ieder geval voor een jaar, dacht ik. Dus de Nederlandse bijdrage blijft ook voor een langere tijd verzekerd, ook op het humanitaire vlak, als het gaat om het weer ontdooien van vormen van humanitaire hulpverlening en ontwikkelingsgelden.

GREYN:
Kortom, afgezien van die dromedarisrit viel het mee?

KOK:
Ja, die dromedarisrit was niet het meest begeesterende moment voor mij, omdat het een verrassing was en ik bovendien niet zo geroutineerd ben in die sport, maar voor het overige viel het mee, behalve dat het natuurlijk ongelooflijk aangrijpend is om te zien hoe groot de armoede daar is en hoe men binnen die al bestaande massale armoede kans heeft gezien om elkaar daar een aantal jaren gevangen te houden in ongelooflijke conflicten die aan tienduizenden mensen het leven hebben gekost.

GREYN:
Maar kennelijk verwacht de bevolking ook veel van UNMEE, want het enthousiasme was toch wel groot, geloof ik?

KOK:
Men verwacht daar veel van. Dat geeft aan dat men in elk geval op die oorlog totaal is uitgekeken. Niemand wil verder met die oorlog. Maar mij is verteld dat ook dichtbij het gebied waar wij met jeeps reden op wegen en zijwegen nog heel veel lijken te zien zijn die daar gewoon liggen te verteren. En dat zijn allemaal dan nog zichtbare resten van een oorlog die nog maar net is uitgewoed, die ongelooflijk veel geld en mensenlevens heeft gekost. En als je ziet wat je ook voor positieve dingen zou kunnen doen met die paar schamele guldens die ze daar verdienen, dan is het natuurlijk dood- en doodzonde dat het zover heeft moeten komen. Maar dat is dan wel inspirerend, als je dat nu even als een gegeven neemt met tegenzin, dat je dan vervolgens vanuit UNMEE en ook met de Nederlandse bijdrage daarin inderdaad kunt bouwen aan duurzame vrede, aan herstel van genormaliseerde betrekkingen en dat we dat ook als land kunnen doen. Dat vind ik goed en daarom zeg ik: het is ook goed dat we een paar maanden geleden toch dat besluit hebben genomen met elkaar, zij het niet met ieders instemming, vanuit de Kamer.

GREYN:
Is het ook zo dat Nederland ook wat geld achter de hand houdt om uiteindelijk dat vredesproces tussen Ethiopië en Eritrea op gang te helpen?

KOK:
Ja, ontwikkelingssamenwerking stond met beide landen op een hoog peil in het verleden. Het waren ook beide landen die eigenlijk ook een voorbeeld waren in Afrika van landen met een goed bestuur en ook bereid om zich te verantwoorden voor de besteding van de gelden. We hebben toen een deel van de hulp moeten bevriezen, vanwege de oorlog, want als men naar de wapens grijpt dan wordt het geld dat men vanuit het buitenland krijgt ook niet voor de goede sociale doelen gebruikt. Nu men de




andere koers is ingeslagen en nu men stap voor stap dat proces naar vrede ook echt kan vervolgen, komen de momenten dichterbij dat we ook die bevroren ontwikkelingshulp kunnen ontdooien. En dat kunnen we dan ook weer toevoegen aan hetgeen ook nu al vanuit Nederland op een aantal deelterreinen gebeurt.

PRIVATISERING ELEKTRICITEITSNET EN MESTSTOFFENWET

GREYN:
Even naar het binnenland. Terwijl u op die dromedaris zat, werd hier een beetje de kiem gelegd voor twee nieuwe conflicten. Gisteren ging het een beetje mis bij de behandeling van de meststoffenwet. En het ging eigenlijk gisteren ook een beetje mis bij het behandelen van de privatisering van het elektriciteitsnet. Ziet dat er slecht uit?

KOK:
Ik heb het gezien. Ik heb over de elektriciteitswet begrepen dat collega Jorritsma verderop volgende week nog antwoord aan de Kamer..... en dan zal men ook kijken of men ook wat dichter tot elkaar kan komen. Dus ik kan daar eigenlijk nog niet op vooruitlopen.

GREYN:
Maar het is een groot meningsverschil in de coalitie.

KOK:
Het is een behoorlijk meningsverschil tussen fracties, inderdaad, en ook naar het regeringsvoorstel toe. En wat de meststoffen betreft, heb ik van collega Brinkhorst vanmiddag begrepen dat hij nog in contact is gebleven, ook vandaag, met woordvoerders van de fracties, dat men nog verder zoekt naar oplossingen om het probleem van gisteren tot een oplossing te brengen. In elk geval zou ik niet de neiging hebben om die twee onderwerpen nu ook weer met elkaar in verband te brengen. We moeten, denk ik, beide onderwerpen op de eigen merites bezien en proberen naar goed Nederlands gebruik daar een beetje vindingrijk tot formules te komen.

GREYN:
Maar ze hebben in zoverre met elkaar te maken dat ze voor onrust in de coalitie zorgen.

KOK:
Nee, daar hebt u gelijk in. En het zijn beide, in een overigens rustige week wat betreft de politieke ontwikkelingen in Nederland, blikvangers geweest die natuurlijk ook de politieke aandacht van de regering en van ondergetekende vragen.

GREYN:
Maar opwinding voelt u daar niet bij?

KOK:
Het is geen reden voor een bijzondere bloeddrukverhogende opwinding. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, SR)