NED.VER.V.PATHOLOGIE
VERKLARING Nederlandse Vereniging voor Pathologie
De Nederlandse Vereniging voor Pathologie betreurt de grote ophef die
is ontstaan n.a.v. berichten in de pers over obducties en eventuele
opslag van organen. Ze stelt er prijs op te verklaren dat er geen
sprake is van illegale praktijken, en dat de situatie in Engeland
zeker niet hetzelfde is als in Nederland. Langdurig bewaren van
organen is hier geen gebruik.
De Vereniging heeft de maatschappelijke trend naar een grotere
behoefte aan informatie gesignaleerd en werkt dan ook aan een tweetal
brochures, waarvan één specifiek gericht op de nabestaanden, waarin
wordt uitgelegd wat het belang is van het laten verrichten van
obductie, en wat obductie inhoudt. Naar verwachting zullen de folders,
na consultatie van o.a. de NP/CF, op korte termijn beschikbaar zijn.
Hieronder volgt een korte samenvatting van de inhoud van de folders.
Een obductie (of sectie, autopsie of lijkopening) is het onderzoek van
een overleden patiënt. Het is een omvangrijk onderzoek, waarbij de
inwendige organen van de overledene onderzocht worden.
Het is belangrijk dat er obducties gebeuren. Het onderzoek is een
belangrijk middel om de diagnose en de behandeling van de patiënt te
evalueren. Gezien de complexiteit van het menselijk lichaam en de
grote diversiteit aan ziekten is het noodzakelijk dat artsen zich
constant afvragen of alles rond de diagnose en/ of behandeling van de
patiënt wel goed is gegaan, en dat ook laten toetsen. Daarnaast zijn
obducties belangrijk uit wetenschappelijk oogpunt en kunnen artsen,
verpleegkundigen en medisch studenten er veel van leren. Allemaal
zaken die de kwaliteit van de gezondheidszorg ten goede komen.
De procedure rond een obductie is als volgt:
1 De nabestaande(n) wordt door of namens de behandelend arts om
toestemming gevraagd. Zonder die toestemming wordt er geen
obductie verricht, behalve bij verdenking op een misdrijf.
In
dat geval kan de officier van justitie obductie gelasten en is
toestemming van de familie niet nodig. In alle andere gevallen
is toestemming vereist.
2 Bij de vraag om obductie hoort ook informatie van wat een
obductie inhoudt. Die informatie wordt verschaft door de arts
die de vraag stelt. Iedereen zal dit op zijn/haar eigen manier
doen, en meer of minder vertellen. In het kort houdt een
obductie het volgende in:
Het lichaam, ( zowel borst- als buikholte) wordt geopend; de
verschillende organen worden geïnspecteerd, en daarna uit het
lichaam genomen, gewogen, nader bekeken, en ingesneden om ook
de binnenkant te inspecteren. Dan worden er kleine
weefselstukjes van elk orgaan uitgenomen voor aanvullend
onderzoek onder de microscoop. Daarna worden de organen weer
in het lichaam geplaatst, wordt het lichaam gesloten en
gewassen, en tenslotte overgedragen aan de
begrafenisondernemer. Als de patiënt voor een opbaring wordt
aangekleed, is er van de obductie niets meer te zien.
3 Er zijn een aantal redenen om organen of delen ervan iets
langer
te bewaren:
- Het orgaan is heel klein, zodat het in zijn geheel voor het
aanvullend microscopisch onderzoek moet worden meegenomen.
- Het orgaan toont een ingewikkelde afwijking die nader bekeken
moet worden, eventueel met een expert.
- Het orgaan moet, voor het bekeken kan worden, eerst bewerkt
worden (dit kost meer tijd dan de obductie zelf); bij
voorbeeld het onderzoek van hersenen;
Bovenstaande redenen leiden overigens niet tot langdurig bewaren van
organen of delen van organen. Als het doel om het ( deel van het )
orgaan te bewaren, het stellen van de diagnose, is bereikt wordt het
materiaal gecremeerd.
- Het orgaan toont een bijzondere, 'illustratieve' afwijking,
die voor medisch onderwijsdoeleinden buitengewoon geschikt
genoemd kan worden (dat zal overigens zelden voorkomen).
In deze gevallen zullen de bewaarde organen niet mee begraven
/gecremeerd kunnen worden.
Het is van belang dat de nabestaande(n) hiervan op de hoogte
zijn. Zij kunnen hiertegen bezwaar maken, als ze dit niet
willen.
In dat geval zal er niets bewaard worden.
4 Als er toestemming is gegeven, wordt de patiënt naar het
mortuarium gebracht en wordt binnen afzienbare tijd de
obductie
verricht. De patholoog maakt hiervan een verslag en stuurt dit
naar de arts die om de obductie heeft gevraagd. Deze kan dan
een
afspraak maken met de nabestaanden om de bevindingen te
bespreken.
Een nabestaande kan altijd aangeven aan de arts dat hij of zij
bepaalde onderdelen van de obductie liever niet ziet gebeuren. Met
zulke bezwaren /verzoeken wordt uiteraard rekening gehouden.
Tenslotte kan gezegd worden dat een obductie op een respectvolle wijze
wordt verricht, en dat het beschouwd kan worden als de laatste gift
van de overledene aan zijn medemens.
Noot voor de redactie,