Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 016
Datum: 09-02-2001
ADMINISTRATIEVE LASTENDRUK VOOR BEDRIJVEN
Het lid van de Tweede Kamer Ravesteijn (D66) heeft aan de minister van
Economische Zaken op 18 januari 2001 de volgende schriftelijke vragen
gesteld.
1 Heeft u kennisgenomen van het artikel "College: regering faalt bij
drukken van lasten"? 1)
2 Onderschrijft u de conclusie van ACTAL (adviescollege toetsing
administratieve lasten) dat wet- en regelgeving door de verschillende
ministeries nog steeds nauwelijks wordt getoetst op de extra kosten en
werk die dat voor ondernemers oplevert?
3 Welke maatregelen bent u bereid te treffen?
4 Stelt Acta dat ministeries op dit terrein onderling slecht communiceren
en dat een standaardkosten-model ontbreekt zodat vergelijkende data niet
kunnen worden uitgewisseld? Gaat het hier niet bij uitstek om de
coordinatie van de uitvoering van het beleid? Welke maatregelen bent u
vanuit uw hoedanigheid als coordinerend minister bereid te treffen?
5 Over welke wetsvoorstellen heeft ACTAL een negatief oordeel geveld?
De Minister van Economische Zaken, A. Jorritsma-Lebbink, heeft deze vragen
als volgt beantwoord
1 Ja.
2 Het is op dit moment nog niet bij alle ministeries staande praktijk om
in de toelichting bij ontwerp-regelgeving de gevolgen voor de lastendruk
zowel kwalitatief als kwantitatief goed in beeld te brengen en die
gevolgen af te wegen tegen minder belastende alternatieven. Dit behoeft
dus nog verbetering: er moet bij de ministeries een cultuuromslag worden
bereikt. Actal is opgericht, vooralsnog voor een periode van drie jaar, om
die cultuuromslag te bevorderen.
3 De verantwoordelijkheid om bij nieuwe regelgeving toe te zien op een
goede verantwoording van de administratieve lasten is door het kabinet in
de eerste plaats belegd bij Actal. Daarnaast wijs ik als coordinerend
minister mijn collega's voortdurend op de noodzaak de administratieve
lasten terug te dringen en vermijdbare nieuwe lasten te voorkomen, zowel
in algemene zin - bijvoorbeeld in het kader van het regelmatig overleg
van de departementale coordinatoren administratieve lasten - als in de
ministerraad ten aanzien van individuele dossiers.
4 Navraag leert dat Actal zich niet in de hierbedoelde passages in het
krantenartikel kan herkennen. Ter zake van een 'standaardkostenmodel' merk
ik nog het volgende op. Voor het kwantificeren van de administratieve
lasten van bestaande regelgeving maken alle ministeries sinds begin vorig
jaar gebruik van een onderling afgestemde methodologie overeenkomstig het
zogeheten MISTRAL-model. Het stramien van die methodologie is op
hoofdlijnen als volgt: de tijdsduur van de onderscheiden handelingen om
aan de meldingsverplichtingen te voldoen (maal) de kosten per tijdseenheid
(maal) het aantal meldingen per bedrijf per jaar (maal) het aantal
betrokken bedrijven = administratieve lasten van de regeling. Dat stramien
wordt per wet gevuld met ervaringscijfers op elk van de samenstellende
onderdelen. Per wet of cluster van wetten ontstaat daarmee een
'standaardkostenmodel' waarmee de gevolgen van bijvoorbeeld
loonkostenstijgingen door te rekenen zijn en tot op zekere hoogte ook de
gevolgen van aanpassingen van de betreffende wet.
Bij nieuwe of gewijzigde regelgeving bestaan er (deels) nog geen
ervaringscijfers, daarom zijn in dat geval aanvullende vooronderstellingen
nodig om tot een inschatting van de administratieve lasten te komen. Om
daarin te kunnen voorzien heeft het kabinet een bedrijvenpanel ingesteld
dat ten dienste staat aan Actal.
Concluderend zijn er geen beletsels voor het uitwisselen van vergelijkende
data.
5 Deze vraag valt nog niet te beantwoorden. Een advies van Actal wordt
uitgebracht voorafgaand aan de behandeling van het betreffende
wetsvoorstel in de ministerraad. Alle adviezen die tot dusver door Actal
zijn uitgebracht - in totaal 10 - betreffen wetsvoorstellen die tot op
heden nog niet zijn ingediend bij de Tweede Kamer; om die reden zijn ook
de betreffende adviezen nog niet openbaar. Actal zal voor 1 april a.s.
zijn jaarverslag uitbrengen; daarin wil het college nader ingegaan op de
uitgebrachte adviezen.
1) De Telegraaf, 12 januari jl.