Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Financiën

Persbericht Ministerraad
9 februari 2001

WIJZIGING FISCALE BEHANDELING STEEKPENNINGEN

De ministerraad heeft ingestemd met het voornemen van staatssecretaris Bos van Financiën om een wetswijziging voor te bereiden waarmee de fiscale behandeling van steekpenningen wordt gewijzigd. Die wijziging zal inhouden dat aftrek van kosten wordt geweigerd als de fiscus het vermoeden heeft dat de kosten bestaan uit betaalde steekpenningen. Voor die weigering is dan niet langer een strafrechtelijke veroordeling nodig zoals die wordt verlangd in de huidige wetgeving.

De voordelen van dit voorstel zijn:

- het fenomeen van niet kunnen aftrekken komt veel vroeger aan de orde, namelijk al bij de aangifte (anders moet gewacht worden tot aan een strafrechtelijke veroordeling);
- een eventuele strafrechtelijke veroordeling kan langere tijd in beslag nemen, waardoor de navorderingstermijn van 5 jaar al verstreken kan zijn tegen de tijd dat de veroordeling plaats vindt.
- volgens de huidige wet moet er sprake zijn van een veroordeling door een Nederlandse strafrechter waardoor er een ongelijkheid ontstaat tussen de fiscale behandeling van binnenlandse en buitenlandse gevallen van steekpenningen; door de weigering van aftrek nu niet langer te koppelen aan de veroordeling door een Nederlandse rechter, wordt het voor de inspecteur mogelijk binnenlandse en buitenlandse gevallen op basis van "het vermoeden van steekpenningen" gelijk te behandelen.

Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de Nederlandse wetgeving in de pas te laten lopen met de regelgeving van de meeste andere OESO-lidstaten. In die lidstaten is de uitsluiting van kostenaftrek voor steekpenningen niet gekoppeld aan een strafrechtelijke veroordeling. Tevens is in de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de Belastingherziening 2001 aandacht gevraagd voor de fiscale behandeling van steekpenningen.

RVD, 09.02.20001