Slimme inzet virus tegen de Florida-mot
Plagen van Florida-motten bedreigen de teelt van chrysanten in kassen.
Onderzoekers van de Wageningen Universiteit hebben nu in een project
van de NWO-Technologiestichting STW aangetoond dat genetisch
veranderde virussen in de biologische strijd met de motten niet per se
effectiever zijn dan niet-veranderde virussen.
De rupsen van de Florida-mot veroorzaken grote schade aan chrysanten
die in kassen worden gekweekt. In de strijd tegen de rupsen van de mot
zetten de onderzoekers zogenaamde baculovirussen in. De virussen zijn
natuurlijke ziekteverwekkers van de rupsen. Voor chrysantentelers
vormen de virussen een milieuvriendelijk alternatief voor de chemische
bestrijding van de mottenplaag. De virussen zijn zeer besmettelijk
voor slechts enkele insectensoorten, waaronder de Florida-mot. Nuttige
insecten als bijen, lieveheersbeestjes en spinnen blijven ongemoeid.
Nadeel van de biologische bestrijding is dat de virussen nogal traag
werken. Op het moment dat de rupsen stoppen met eten door de
virusinfectie hebben de rupsen vaak al een aanzienlijke schade
aangericht. De vraag bij het Wageningse STW-onderzoek rees of een
genetisch veranderd, sneller werkend virus niet een effectiever
bestrijdingsmiddel zou zijn.
De virologen ontwikkelden een simulatiemodel dat de interacties tussen
virussen, insecten en planten beschrijft. Het model werd getest voor
twee baculovirussen, elk met een andere werkingssnelheid. Daarna werd
met scenariostudies de effectiviteit van gemodificeerde baculovirussen
als biologisch bestrijdingsmiddel in de chrysantenteelt nagegaan.
Uit het onderzoek blijkt dat het tijdstip van bestrijding essentieel
is voor een goed resultaat. Voor een optimale bestrijding moeten de
rupsen van de Florida-mot zo vroeg mogelijk bestreden worden, bij
voorkeur meteen na het uitkomen van de eieren. Zo kunnen de jonge
rupsen nog maar een paar planten aanvreten en is de schade aan het
gewas marginaal. Als de bestrijding pas plaatsvindt als de rupsen
ouder zijn, veroorzaken ze in de periode tussen infectie en sterfte
aanzienlijke schade doordat ze dan veel eten.
Verder blijkt dat de effectiviteit van genetisch gemodificeerde,
sneller werkende baculovirussen ten opzichte van niet veranderde
virussen afhangt van de situatie waarin het virus toegediend wordt.
Als de bestrijding plaatsvindt bij oudere rupsen beperkt het gebruik
van gemodificeerde virussen de vraatschade aanzienlijk. Bij een
tijdige bestrijding van de Florida-motrupsen ontloopt de effectiviteit
van genetisch veranderde en niet-veranderde virussen elkaar niet veel.
Een goede waarneming van invliegende motten in kassen kan dus het
gebruik van de snelwerkende, gemanipuleerde virussen overbodig maken.
Het is voor het eerst dat een dergelijk betrouwbaar model voor het
gebruik van baculovirussen in kassen is ontwikkeld en in de praktijk
is getoetst.
Nadere informatie bij:
* ir. Felix Bianchi (Wageningen UR, Alterra)
* tel. (0317) 477985 (tijdelijk) of (0317) 416398 (privé), fax (0317) 424988
* e-mail f.j.j.a.bianchi@alterra.wag-ur.nl
* Promotie 9 februari