6 februari 2001
DRIJFJACHT VERBIEDEN
Marijke Augusteijn-Esser
Inbreng van de fraktie van D66 (M.J. Augusteijn-Esser) bij de AMVB's
Flora- en Faunawet
Hoofdpunten:
BEHEER-BEHEERPLANNEN
Uitgangspunt van de Flora- en Faunawet is dat beheer van met name
fauna veel meer gericht wordt op schadebeheer. Daarmee verdwijnt het
uitgangspunt "doden mag"in "niet doden, tenzij". Het "tenzij" betekent
dat eerst schade moet worden aangetoond. D66 onderschrijft deze
stelling. Wel betekent dit een zeer zorgvuldige toets van de in te
dienen beheerplannen .
D66: dit is nog onvoldoende geregeld. Eigen voorstellen:
1.-Beheerplannen moeten worden getoetst. Voorkeur voor onafhankelijke
landelijke commissie.
2.-Beheerplannen moeten regionaal kunnen verschillen, afhankelijk van
de ecologische kwaliteit van een gebied.
3.-Provincies moeten worden gecontroleerd op de uitvoering van de
plannen
4.-Bij het verlenen van vrijstellingen van het doden van dieren t.b.v.
schadebeheer moet controle op verlening en uitvoering kunnen
plaatsvinden. Vrijstellingen mogen geen automatisme zijn.
5.-Middelen gebruikt bij de schadebestrijding moeten zorgvuldig worden
overwogen, ook diervriendelijker alternatieven.
SCHADEBESTRIJDING D.M.V. (LOK)DIEREN
Het is nog steeds mogelijk in deze AmvB's levende lokdieren te
gebruiken. D66 vindt dat dit tot het uiterste moet worden beperkt.
Alleen als alternatieven niet voorhanden of niet toereikend zijn.
Daarbij moet dierenmishandeling zijn uitgesloten. Intrinsieke waarde
van het dier erkennen (opgenomen in de FFW art. 72 en 73, bovendien in
de Gezondh.en Welz.wet v. Dieren art. 36) Dit is onvoldoende
gespecificeerd in deze AmvB's. Op overtredingen moet een behoorlijke
sanctie staan.
Waarom geen alternatieven voor gebruik van aardhonden en fretten bij
bestrijding van vossen en konijnen (organisaties noemen diverse
mogelijkheden).
Voorstel D66: voor vangst of jachtmethoden zou een voorkeursvolgorde
voor schadebestrijding moeten worden vastgesteld in de fauna
beheerplannen.
BIJVOEREN VAN IN HET WILD LEVENDE DIEREN
Tegen selectief bijvoeren in tijden van grote voedselschaarste
(strenge winters) is geen bezwaar, vooral niet omdat de dieren vaak
niet de mogelijkheid hebben ver weg te trekken op zoek naar voedsel.
Op dit moment wordt er echter veel te veel bijgevoerd. De indruk
bestaat dat dit ook gebeurt om de populatie groter te maken t.b.v. de
jacht. Dat past dus niet meer in de uitgangspunten van de FFW.
D66 wil dat bijvoeren alleen nog wordt toegestaan in strenge winters,
bij gebleken ernstige voedselschaarste.
DRIJF- EN DRUKJACHT
Drijf- en drukjacht op edelherten, damherten en reeën is reeds lang
verboden als jachtmethode. Dat geldt niet voor wilde zwijnen.
D66 heeft hier eerder vragen over gesteld n.a.v. een vergunning voor
drijfjacht die nota bene werd verleend voor een klein gebied (135 ha)
in Brabant.
De drijf- en drukjacht is niet nodig om de populatie zwijnen in de
hand te houden. Dat blijkt ook: een veel groter deel van de zwijnen is
door aanzitjacht gedood, een kleiner percentage door de drijfjacht.
Bovendien worden door deze manier van jagen dieren vaak verwond en
sterven ze later een pijnlijke dood. Dat zou een "goede"jager toch de
eer te na moeten zijn. In de huidige FFW wordt deze methode niet
uitgesloten. Het is zelfs zo dat Gedeputeerde Staten niet verplicht
zijn nadere voorschriften te verbinden aan de ontheffingen, zoals een
verbod op de drijf- en drukjacht. Daarom moet er een wettelijk verbod
komen.
D66 voorstel, verwoord in motie die aan de Kamer wordt voorgelegd:
Maak een wettelijk verbod voor de drijf- en drukjacht als
dodingsmethode voor edelherten, damherten, reeën en wilde zwijnen.
FAZANTEN
Bij ca. 100 controles door de Algemene Inspectiedienst zijn op 35
landgoederen c.q. jachtgebieden sterke aanwijzingen verkregen dat
gefokte fazanten ten behoeve van de jacht zijn of zouden worden
uitgezet. Ook jachtopzichter nota bene zijn hierbij betrokken.
Ook afgelopen jaar is dit voorgekomen, er zijn procesverbalen
opgemaakt en er zijn diverse volle fazanterieen aangetroffen.
Overtreders worden steeds vindingrijker.
Dit alles heeft helemaal niets te maken met wildbeheer. Onmiddellijke
intrekking van de jachtakte is wel het minste. Het heeft t.n.t. niet
gewerkt.
D66 vraagt zich af of gezien de onderzoeken en de overtredingen, een
verbod op jagen op fazanten niet veel beter is.
VOSSEN
Via art. 4 AmvB en art 68 FFW kan de vos, als schade is aangetoond
worden bestreden.
De vraag is of voldoende van eigenaren van b.v. hobbydieren wordt
gevraagd maatregelen te nemen om de vos te weren. D66 wil meer
informatie over de aantallen vossen en de aard van de schade , met als
uitgangspunt de zorg voor de biodiversiteit in gebieden. Het
doodknuppelen van jongen moet overigens absoluut worden afgewezen.
JAGEN TIJDENS BROED- EN ZOOGSEIZOEN
Voor vossen, houtduiven, kraaien, eksters en konijnen is dit in de
zoog- en broedperiode toegestaan.
Ter voorkoming van ernstige welzijnsproblemen zouden deze dieren, als
zij hun jongen verzorgen, hiervan gevrijwaard moeten kunnen worden.
Wel zijn wij van mening dat bij bestrijding van kraaien en eksters het
schudden van eieren een oplossing kan bieden.
GEFOKTE HERTEN OF ZWIJNEN
In de toelichting bij besluit 525 zou moeten worden opgenomen dat het
doden van deze dieren gebeurt via de methoden die ook in slachthuizen
worden toegepast.
ARTIKEL 13
De Europese Commissie heeft het in artikel 13 opgenomen amendement
Swildens, dat ook door D66 is gesteund, afgewezen. Dat betekent dat er
een vrij handelsverkeer is voor uit het wild gevangen niet beschermde
diersoorten. De staatssecretaris wil de Eur. Commissie volgen.
D66 vind dit een gemiste kans, zeker omdat er goede fokprogramma's
zijn. Daarnaast moet het doel: bescherming van uitheemse plant- en
diersoorten en bestrijding van illegale handel, voorop staan en mag
een algeheel verbod een goede bescherming van juist de beschermde
diersoorten niet in de weg staan. Natuurbeschermingsorganisaties
hebben over de invulling van de maatregelen dan ook verschillende
opvattingen.
D66 pleit voor meer informatie over de gevolgen van het schrappen van
het amendement uit artikel 13 en over de alternatieven, maar nu nog
niet zonder meer akkoord te gaan met de voorstellen van de Europese
Commissie