Op verzoek van VluchtelingenWerk Nederland breng ik onderstaande brief onder uw aandacht.

Met vriendelijke groet,
Jeroen Visser, LBR.

Aan de leden van de Vaste
Commissie voor Justitie van
de Tweede Kamer

Amsterdam, 5 februari 2001
Geachte mevrouw, heer,

De afgelopen weken is veel schade toegebracht aan het draagvlak voor de opvang van asielzoekers. Vanzelfsprekend kan 'crimineel' gedrag in asielzoekerscentra niet getolereerd worden, maar de verregaande uitspraken van verschillende politici op basis van, naar nu is gebleken, onjuiste conclusies uit het Groningse rechercherapport over asielzoekers en criminaliteit hebben de beeldvorming geen goed gedaan.

De conclusies van het rapport op zich maken een nader onderzoek niet noodzakelijk. VluchtelingenWerk is echter van mening dat de politieke discussie die is ontstaan, wèl vraagt om een onafhankelijk wetenschappelijk verantwoord onderzoek. Wij achten het van belang dat de juiste feiten bekend zijn, omdat aangenomen kan worden dat de discussie over criminaliteit onder asielzoekers anders steeds weer blijft oplaaien. In een dergelijke onderzoek moet aandacht zijn voor de factoren als de effecten van langdurig verblijf in onzekerheid en tevens voor de effecten van eerdere vlucht- en geweldservaringen. Ook de effecten van de leefomstandigheden en de beleving van veiligheid in opvangcentra moet daarbij betrokken worden. Het Groningse rapport bevat een tweetal aanwijzingen die het belang daarvan ondersteunen.

Geweldin grote centra.

Uit het rapport blijkt dat een belangrijk deel van de aanhoudingen betrekking hadden op geweld en vernieling in de centra zelf. De auteurs van het rapport geven aan dat de mogelijke oorzaak hiervoor gezocht moet worden in het feit dat veel mensen langdurig dicht op elkaar leven, gecombineerd met de verveling, uitzichtloosheid en radeloosheid. Zij constateren echter ook dat dit geweld zich hoofdzakelijk in de grote asielzoekerscentra voordoet (p.12). 'Met name de kleinere opvangcentra vertonen nagenoeg geen geweld. Kennelijk voelen de mensen zich in kleinere gemeenschappen prettiger dan in de massa van een groot opvangcentrum.' (p.13)

Onvoldoendeveiligheid.

Een ander zorgelijk signaal is dat het met de veiligheid in de Groningse centra slecht gesteld gelijkt. In de inleiding staat: 'Ook het feit dat bijvoorbeeld bewakingspersoneel in de nachtelijke uren bepaalde gangen in een opvangcentrum niet meer durven te betreden, is een serieus signaal om tot veranderingen in beleid over te gaan.' Als bewakingspersoneel deze gangen durfde te betreden, hoe zal het dan gesteld zijn met de beleving van veiligheid door de bewoners?

Daarnaast is zorgwekkend dat het rapport signalen lijkt af te geven dat er sprake zou zijn van verbindingen tussen bewoners van opvangcentra en georganiseerde criminaliteit.

Met de huidige leefomstandigheden in de centra is het slecht gesteld. De langdurige onzekerheid gecombineerd met gebrek aan privacy en onvoldoende veiligheid zijn daar debet aan. Meer dan 25.000 asielzoekers wachten al twee jaar of langer in de centrale opvang, waarvan meer dan 3.000 al langer dan vijf jaar!

De plannen voor het nieuwe opvangmodel zoals verwoord in de notitie 'Opvangmodaliteiten' (TK 19 637, nr. 533, 30 juni 2000) bieden geen perspectief op verbetering van de situatie. De eerder voorgestelde limitering van de periode van opvang in een centrum van een jaar, waarna opvang in kleinschalige opvangplaatsen zou volgen, is immers losgelaten. Centra verkleinen tot maximaal 200 plaatsen biedt hierin ook geen oplossing. Nodig zijn kleinschalige opvangplaatsen zoals woningen waar asielzoekers privacy hebben en zelfstandig kunnen leven.
Daarbij is ook belangrijk dat asielzoekers werkelijk de mogelijkheid krijgen om te werken en daarmee samenhangend opleidingen en stages te verrichten. De huidige mogelijkheden tot werk zijn zodanig beperkt zowel in tijd als in toegankelijkheid van de arbeidsmarkt dat dit weinig perspectief biedt.

VluchtelingenWerk hoopt dat u bewerkstelligt dat het onafhankelijk, wetenschappelijk verantwoord onderzoek spoedig gehouden wordt en wil over opzet en invulling ervan graag meedenken.

Hoogachtend,

Eduard Nazarski
Algemeen directeur

Meer informatie:

Beste mensen,

op verzoek van VluchtelingenWerk Nederland, is deze brief toegezonden door

Jeroen Visser, LBR,
tel.: 010 - 20 10 230, email:visser@lbr.nl .

LBR, Afdeling Communicatie
Jeroen Visser

website LBR: www.lbr.nl

LBR Gebouw de Weenahof
Schaatsbaan 51, 3013 AR Rotterdam
tel: 010 - 20 10 230
fax: 010 - 20 10 222

laatste nieuws lbr: www.lbr.nl/lbr/index_lbr.html emailserver: www.lbr.nl/formulier.html