Nieuw decreet milieu-effecten- en veiligheidsrapportage
De Vlaamse regering keurde op voorstel van de Vlaamse ministers Vera DUA en Dirk VAN MECHELEN principieel een voorontwerp van decreet goed over milieu-effectrapportage (MER) en veiligheidsrapportage (VR).
Deze vormen van rapportage zijn van groot belang voor een beleid van preventie. Wie een bepaalde activiteit wil beginnen, moet op voorhand onderzoeken wat de mogelijke negatieve effecten ervan zijn voor het milieu en de veiligheid van de omgeving. Hij moet ook nagaan hoe hij de effecten kan voorkomen of tot een minimum kan beperken. De rapportageverplichtingen moeten de initia- tiefnemer aanzetten om bij de voorbereiding van zijn activiteit goed rekening te houden met milieu en veiligheid. Verder moeten ze informatie verschaffen aan beleidsmakers om met kennis van zaken te kunnen beslissen over de wenselijkheid van plannen en projecten. Ze moeten het publiek in staat stellen om na te gaan of de besluitvorming wel goed gebeurt. MER en VR bereiken hun doel als ze kwalitatieve informatie verschaffen. Het is niet de bedoeling om in de rapportages zelf te beslissen over de voorgenomen plannen en projecten. Het zijn de politici die - onder meer op basis van de informatie in de rapporten - moeten beslissen of en onder welke voor- waarden ze een plan goedkeuren of een milieu- of bouwver- gunning afleveren voor een project.
De Vlaamse regelgeving inzake MER en VR moest dringend worden aangepast. Ons land moet de Europese en interna- tionale afspraken uitvoeren. Ook hebben we nu 15 jaar ervaring met MER en VR. Het is tijd om hieruit lessen te trekken en de bestaande regelgeving en praktijk te verbe- teren. Hierbij wordt een evenwicht nagestreefd tussen hogere rechtszekerheid voor MER/VR-plichtigen en de ope- rationele kracht van het instrument.
Er zijn vier verschillende vormen van rapportage waarin respectievelijk volgende zaken worden onderzocht: 1) De milieu-effecten van overheidsplannen (plan-MER); 2) De milieu-effecten van nieuwe bedrijven, bedrijven die een nieuwe milieuvergunning moeten krijgen en grote infrastructuurwerken (project-MER); 3) Het voorkomen van of de beperking van de gevolgen van ongevallen in Seveso-bedrijven. Seveso-bedrijven werken met belangrijke hoeveelheden gevaarlijke stoffen. De omgeving van dergelijke bedrijven moet dan ook worden beschermd tegen ongevallen. Dit gebeurt in een omge- vingsveiligheidsrapport of OVR. 4) De noodzaak om voldoende afstand te bewaren tussen belangrijke wegen, woonwijken en andere kwetsbare gebie- den enerzijds en Seveso-bedrijven anderzijds. Dit gebeurt door te onderzoeken wat de gevolgen zijn voor de veiligheid van een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan dat een gebied bestrijkt waarin een Seveso-bedrijf ligt. Dit onderzoek gebeurt in een ruimtelijk veiligheidsrapport of RVR.
MER en VR bestonden al voor projecten. Ze worden met het nieuwe decreet ook verplicht voor plannen. Dit is van bijzonder belang om effectief aan preventie te kunnen doen. Men kan problemen immers best voorkomen op het moment dat men plannen maakt en dus vóórdat men aan de uitvoering begint. Een plan krijgt uitvoering in een reeks projecten. Eens het plan vastligt - en daarmee de grote lijnen van het beleid - is het doorgaans zeer moei- lijk om de projecten die eruit volgen nog sterk bij te sturen.
Het nieuwe voorontwerp van decreet is van belang voor beleidsmakers en publiek omdat het hen meer en betere informatie zal verschaffen dan momenteel het geval is.
Het decreet maakt werk van de afspraak in het Vlaams Regeerakkoord om de regelgeving te vereenvoudigen. Momenteel zijn er drie verschillende belangrijke Vlaamse uitvoeringsbesluiten die drie verschillende regelingen voorzien, n.l. MER voor bedrijven, MER voor infrastructuurprojecten en VR. De materie wordt nu volledig geregeld in één decreet. De twee nieuwe vormen van rapportage worden eveneens in dit ene decreet opgenomen. Bovendien verdwijnen de huidige verschillen in de procedures voor kwaliteitscontrole van de rapporten zoveel mogelijk. Verder wordt de Vlaamse regeling afgestemd op de federale wetgeving voor Seveso-bedrijven. Dit was tot nu toe niet het geval.
De huidige regeling biedt weinig mogelijkheden om de inhoud van rapporten toe te spitsen om de meest relevante aspecten. De inhoud is voor alle rapporten grosso modo gelijk. De nieuwe regeling is soepeler op dit vlak. Ze voorziet in een overleg tussen initiatiefnemer en over- heid dat uitmondt in duidelijke afspraken die de start vormen van een rapportage.
Momenteel gebeurt de kwaliteitscontrole van de rapporten wanneer een ontwerprapport bij de overheid wordt inge- diend. De nieuwe regeling wil bedrijven zoveel mogelijk op voorhand duidelijk maken welke informatie ze aan de overheid moet verschaffen en hoe ze deze informatie kun- nen verzamelen. Ze biedt meer rechtszekerheid en moet bedrijven toelaten om op een kortere tijd betere rappor- ten te maken.
De kwaliteit van de huidige rapporten laat soms te wensen over. Dit komt omdat de overheid te éénzijdig steunt op de erkenning van door de initiatiefnemers betaalde deskundigen om de rapporten op te stellen. Het decreet voert een sterk uitgewerkt systeem van kwaliteitszorg in dat bestaat uit een reeks verschillende onderdelen.
Het principieel goedgekeurde voorontwerp van decreet zal voor advies worden voorgelegd aan de SERV en de MiNa- Raad.
info : Ann Bats, woordvoerder van minister Dua - tel. 02-553 27 81 e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be