Den Haag, 5 februari 2001
VRAGEN VAN HET LID VAN OVEN (PVDA) AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
1. Is het waar dat het Nationaal Opsporingsteam voor Oorlogsmisdrijven
(NOVO-team) er - ondanks jarenlange arbeid - tot nu toe niet in geslaagd is
verdachten voor de rechter te brengen? (1)
2. Is het waar dat de leider van het opsporingsteam momenteel feitelijk
slechts over vijf rechercheurs kan beschikken op een formatie van acht? Zo
ja hoe komt dat?
3. Hoeveel dossiers heeft de IND inmiddels ter onderzoek naar het NOVO-team
toegezonden?
4. Hoeveel dossiers heeft het NOVO-team daarvan daadwerkelijk kunnen
bezien?
5. Bent u bereid jaarrapportages van het NOVO-team aan de Tweede Kamer over
te leggen?
6. Herinnert u zich uw toezegging in JBZ-verband te bezien op welke wijze
door de lidstaten van de EU zou kunnen worden samengewerkt bij de opsporing
en vervolging van oorlogsmisdadigers?
7. Welk resultaat hebben uw inspanningen tot nu toe gehad?
8. Blijft u, met de PvdA-fractie, van mening dat de opsporing en vervolging van oorlogsmisdadigers op Nederlands grondgebied prioriteit verdient?
9. Ziet u aanleiding de kwantitatieve bezetting en de werkwijze van het
NOVO-team opnieuw te bezien?
(1) Trouw, 19 januari 2001