Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Muziekcommissie Hierck rapporteert aan Van der Ploeg
Muziekcommissie Hierck rapporteert aan Van der Ploeg VERSCHUIVING VAN 12 MILJOEN BIJ ORKESTEN VOOR MEER KWALITEIT
Van de ruim 150 miljoen gulden die jaarlijks beschikbaar is voor
orkesten en het Muziekcentrum van de omroep (MCO), moet 12 miljoen
anders ingezet worden zodat orkesten kwaliteit en artistieke
meerwaarde kunnen blijven leveren. Ruim drie miljoen gulden komt vrij
doordat het Noordhollands Philharmonisch Orkest wordt opgeheven en
doordat het Nederlands Philharmonisch Orkest inkrimpt. Dit geld wordt
ingezet voor de versterking van de andere orkesten. Daarnaast komt er
8,5 miljoen beschikbaar door de omroeporkesten in te krimpen. De
omroep moet dit geld benutten voor het inhuren van reguliere orkesten,
meer opnames in het land en versterking binnen het Muziekcentrum van
de omroep. Zo luiden de belangrijkste conclusies uit het rapport van
de commissie-Hierck, dat vandaag is aangeboden aan de staatssecretaris
van cultuur, dr. F. van der Ploeg. De staatssecretaris had de
commissie in september 2000 ingesteld op aanbeveling van de Raad voor
Cultuur.
De commissie stelt dat de situatie waarin de orkesten zich nu
bevinden, in de toekomst zeker tot problemen zal leiden. Orkesten
hebben te kampen met stijgende kosten, die geen gelijke tred houden
met inkomsten uit kaartverkoop, subsidie en sponsoring. Ook is de
positie van de symfonische muziek in de hele muzieksector veranderd,
doordat er een groot ander aanbod is van jazz, pop, wereldmuziek en
ensembles. Deze ensembles hebben bovendien een gedeelte van het
oorspronkelijke repertoire van de orkesten overgenomen. Daardoor
hebben de traditionele symfonieorkesten zich ontwikkeld tot
specialisten in een repertoire dat vraagt om grote tot zeer grote
instrumentale bezettingen. Orkesten zijn dure voorzieningen
geworden.
Ook de vergrijzing van het publiek is een punt van zorg: het is de
vraag of het publiek ook in de toekomst zal blijven komen.
Orkesten moeten het beschikbare geld gebruiken om hun kwaliteit te
handhaven, dan wel te versterken, en om aansluiting te houden met
maatschappelijke ontwikkelingen, zo luidt het advies van de commissie.
De invoering van dit advies zal naar de verwachting van de commissie
circa drie jaar in beslag nemen.
De Raad adviseerde de staatssecretaris in mei 2000 om de subsidies aan
het Noordhollands Philharmonisch Orkest, het Nederlands Kamerorkest en
het Radio Symfonieorkest stop te zetten. Met de vrijkomende middelen
wilde hij de kwaliteit van de symfonische sector verbeteren en een
aantal nieuwe ensembles een kans geven. Ook adviseerde de Raad de
Hoofdstad Operette op te heffen en geld te reserveren voor een nieuwe
operettefunctie. Omdat uitvoering hiervan grote consequenties zou
hebben voor het orkestenbestel, heeft de Raad geadviseerd een
commissie in te stellen die met een plan zou moeten komen voor de
uitwerking en invoering. Hierop heeft de staatssecretaris in september
2000 de muziekcommissie benoemd, onder voorzitterschap van Hans
Hierck.
Doordat er tijdens de algemene politieke beschouwingen in de Tweede
Kamer 40 miljoen gulden extra voor cultuur beschikbaar kwam, was de
noodzaak om geld te verschuiven van de symfonische sector naar de
ensembles, pop en jazz verdwenen.
Gevolgen voor de orkesten:
Noordhollands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Ballet Orkest
De belangrijkste taken en functies van het Noordhollands
Philharmonisch Orkest (NPO) kunnen worden toegevoegd aan het
Nederlands Ballet Orkest (NBO). Op die manier kunnen de negatieve
gevolgen van het verdwijnen van het NPO worden opgevangen en wordt het
NBO versterkt. De Raad voor Cultuur had eerder geoordeeld dat het
Noordhollands Philharmonisch Orkest in de Randstad een zwakke positie
inneemt. Het orkest voer volgens de Raad een zwalkende koers door zich
te richten op te veel verschillende activiteiten. Ook liet de
kwaliteit te wensen over. Daarom adviseerde de Raad het orkest op te
heffen en zijn belangrijkste functies te laten overnemen door andere
orkesten. De commissie ziet als belangrijkste functies met name de
traditie in vernieuwend programmeren met veel jonge Nederlandse
componisten en de aandacht voor educatie. Door de uitbreiding van het
Nederlands Ballet Orkest moeten deze functies gewaarborgd blijven. Het
Ballet Orkest nieuwe stijl zou in 2003, als de Concertzaal in Haarlem
na de verbouwing opent, met een nieuwe naam, op volle sterkte van
start moeten gaan.
Nederlands Philharmonisch Orkest
Het Nederlands Philharmonisch Orkest kan met minder musici zijn taken
uitvoeren. De programmering van gastconcerten in de Beurs van Berlage
moet het orkest uitbesteden. Door musici efficiënter in te zetten,
meer gebruik te maken van parttimers en door goede afspraken te maken
met De Nederlandse Opera, kan het orkest toe met 130 in plaats van de
huidige 143 voltijdbanen voor musici. Het Nederlands Kamerorkest hoeft
- als onderdeel van het Nederlands Philharmonisch Orkest - niet te
worden opgeheven: voor operabegeleiding en concerten in kleinere
bezetting blijft een functie.
Herinvestering
Door de veranderingen bij het Nederlands Philharmonisch Orkest, het
Noordhollands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Ballet Orkest
komt in totaal ruim drie miljoen gulden beschikbaar. De commissie doet
de volgende voorstellen voor herinvestering in de orkestensector:
* Het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest,
Het Brabants Orkest en Het Gelders Orkest krijgen er elk 4 ton bij.
* Het Koninklijk Concertgebouw Orkest behoudt de 5 ton die het
in de vorige Cultuurnotaperiode via het Fonds voor de Podiumkunsten
kreeg.
* Het Limburgs Symphonie Orkest krijgt onder voorwaarden 2 ton
extra. Het Orkest van het Oosten krijgt een uitbreiding van het aantal
musici. Hiermee is 7 ton gemoeid. De commissie gaat ervan uit dat de
gemeenten en provincies ook financiële steun bieden.
* Het Randstedelijk Begeleidingsorkest kan een doorstart maken
en krijgt een budget van 5 ton per jaar.
* De orkestensector wordt daarnaast uitgedaagd gezamenlijke
plannen te maken voor onder meer samenwerking met componisten, een
educatief programma en vernieuwing van de presentatie en het
repertoire. Hiervoor is een budget van 0,75 miljoen gulden
beschikbaar.
Omroeporkesten
Door de omvang van de drie klassieke omroeporkesten terug te brengen
tot een totaal van 160 fte, komt circa 8,5 miljoen gulden vrij. Van
dat bedrag kan het Muziekcentrum van de Omroep zelf 2 miljoen
herbesteden, bijvoorbeeld aan de uitbreiding van het Groot Omroep
Koor, die verschillende betrokkenen hoogst noodzakelijk achten. Voor
1,5 miljoen gulden kan het MCO de opname- en uitzendrechten verwerven
van interessante producties op de Nederlandse podia die niet door de
omroep zelf zijn geïnitieerd. Voor het inkopen van vervangende
orkestcapaciteit is tenslotte een bedrag van 5 miljoen beschikbaar; de
niet-omroeporkesten en grotere ensembles kunnen en willen in opdracht
van de zendgemachtigden hiervoor tenminste 25 verschillende
programma's (en eventueel een groter aantal uitvoeringen)
produceren.
Operettefunctie
Omdat het onzeker is of er in de toekomst nog genoeg publiek zal zijn
voor operette, adviseert de commissie geen nieuw vast gezelschap te
subsidiëren. Operagezelschappen en vrije producenten kunnen aanvragen
voor operetteproducties indienen. Hiervoor is een bedrag van 4 miljoen
gulden per jaar beschikbaar.
Noot voor de redactie,