Voordracht nieuw bestuur
5 februari 2001 PvdA
Aan het partijbestuur van de Partij van de Arbeid
Herengracht 54
Postbus 1310
1000 BH Amsterdam
Amsterdam, 5 februari 2001
Geacht bestuur,
Namens de onafhankelijke commissie bied ik u hierbij het advies aan
inzake de voordracht van kandidaten voor het nieuw te vormen
Dagelijks Bestuur van de Partij van de Arbeid.
De voordracht bestaat uit twee delen: een voordracht volgens de
huidige statuten en reglementen (een Dagelijks Bestuur bestaande
uit 7 leden en een Partijbestuur bestaande uit 10 door het congres
te kiezen leden) en een voordracht volgens de voorstellen van de
commissie Brouwer (een Dagelijks Bestuur bestaande uit 11 in
functie te kiezen leden). Het heeft de commissie verheugd een keuze
te kunnen maken uit vele kandidaten uit alle geledingen van onze
partij en onze samenleving. De belangstelling voor deelname aan het
bestuur was groter dan verwacht.
Ingevolge goed gebruik in onze partij zal een alfabetische lijst
toegevoegd worden van namen van kandidaten die een bereidverklaring
hebben gezonden, maar niet op de voordracht voorkomen, maar wel op
deze lijst geplaatst wensen te worden, zodat het partijcongres zich
een oordeel kan vormen.
Tenslotte is een verslag van werkzaamheden met bijlagen door de
adviescommissie meegezonden, waarin zij aangeeft op welke gronden
het advies tot stand is gekomen.
De commissie is gaarne bereid de voordracht nader mondeling toe te
lichten.
Met vriendelijke groet
namens de onafhankelijke adviescommissie
Rein Welschen
voorzitter
VERSLAG ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMISSIE
In de vergadering van 24 november 2000 heeft het Partijbestuur besloten de voordracht voor een nieuw te vormen bestuur te laten opstellen door een onafhankelijke commissie. De commissie bestond uit drie leden: Rein Welschen (voorzitter), Frits Castricum en Joke van Doorne; Annie Brouwer was als voorzitter van de commissie Partijvernieuwing adviserend lid. De commissie werd ambtelijk ondersteund door Coby Admiraal, scoutingsfunctionaris partijbureau.
De opdracht
Het Partijbestuur heeft de commissie verzocht een voordracht te
doen voor de samenstelling van het nieuwe Partijbestuur.
Het Dagelijks Bestuur bestaat in ieder geval uit:
* de voorzitter
* de eerste vice-voorzitter
* de internationaal secretaris, tevens tweede vice-voorzitter
* de penningmeester
* de secretaris
* het Dagelijks-Bestuurslid belast met doelgroepen (voorheen Rooie
Vrouwen)
* minimaal 1 en maximaal 5 leden die andere taken verrichten als de
coördinatie kenniscentra, de coördinatie van de partijmedia,
scouting en werving, regionale contacten en communicatie en ICT.
Conform de huidige statuten is 1 algemene zetel beschikbaar. Het
congres heeft hier de afgelopen periode op experimentele basis
vanaf geweken. In de voorstellen voor partijvernieuwing wordt
uitgegaan van een bestuur van minimaal 7 en maximaal 11 leden.
Indien noodzakelijk kan de commissie ook een voordracht doen voor
de 10 rechtstreeks door het congres te kiezen leden voor het
Partijbestuur.
Leden van de partij zijn tot 18 december 2000 in de gelegenheid
gesteld namen te noemen van kandidaten voor de verschillende
functies. De commissie is vrij voor genoemde datum zelf kandidaten
te scouten.
De werkwijze
De commissie kwam in totaal zeven maal voltallig bijeen; ook is
diverse malen telefonisch vergaderd. Allereerst werd kennis genomen
van de taakopdracht. Erg veel tijd had de commissie niet tot haar
beschikking. Immers, op 5 februari 2001 diende er een voordracht te
liggen, terwijl de bereidverklaringen pas op 15 januari 2001 binnen
dienden te zijn. Om direct aan de werkzaamheden te kunnen beginnen,
is de commissie bij zichzelf te rade gegaan en heeft op eigen
initiatief contact gezocht met een aantal personen die zij geschikt
achtte voor de bestuursfuncties. In oriënterende zin werd hen
gevraagd of zij hierover wilden nadenken en of zij een
bereidverklaring wilden indienen. De commissie heeft in totaal met
ruim 30 personen die een bereidverklaring hadden ingestuurd
gesprekken gevoerd; daarnaast is ook met een aantal personen
telefonisch contact geweest.
De commissie heeft gesprekken gevoerd met alle personen die zich
kandidaat hebben gesteld voor het voorzitterschap. Daarnaast ook
met een aantal personen die zich voor een bepaalde andere functie
kandidaat hadden gesteld. Ook zijn er gesprekken gevoerd of is er
telefonisch contact geweest met een aantal leden van het zittende
Dagelijks Bestuur.
De hoeveelheid binnengekomen bereidverklaringen heeft de commissie
verrast: na de bestuurscrisis in het najaar was de verwachting dat
niet velen zich zouden aanmelden voor een bestuursfunctie. Het
tegendeel bleek echter het geval. Het grote aantal
bereidverklaringen, hoe verheugend ook, maakte het voor de
commissie onmogelijk om alle kandidaten voor een gesprek uit te
nodigen. De commissie heeft naar eigen inzicht en afgaande op
persoonlijke gegevens en motivatie vermeld in de
bereidverklaringen, een keus moeten maken wie van de kandidaten zij
het meest in aanmerking zagen komen.
In het Dagelijks Bestuur zijn veel verschillende taken te
onderscheiden. Er is naar kandidaten gezocht, die passen bij elk
van die taken.Veel zeer goede kandidaten zijn om die reden niet
voorgesteld. De commissie zocht 'het beste elftal', niet de elf
beste generalisten.
De conflictueuze situatie in en om het Dagelijks Bestuur heeft een
grote impact op de gehele partij. Een vrijwel volledige vernieuwing
van het Dagelijks Bestuur én de aanbeveling aan de partij de leden
van het huidige Dagelijks Bestuur hun door iedereen gewaardeerde
ervaring en kwaliteiten op andere posities in de partij te laten
inzetten, is volgens de commissie het beste antwoord op de ontstane
situatie. De commissie waardeert het dat de leden van het huidige
Dagelijks Bestuur hiervoor de ruimte hebben geschapen. Zij hebben
aangegeven slechts op verzoek kandidaat voor het nieuwe bestuur te
willen zijn.
Door de commissie is gezocht naar een zo groot mogelijke
vernieuwing van het bestuur; echter, doordat bij enkele van de
kandidaten een ruime bestuurservaring zit wordt continuïteit
gewaarborgd. Uiteraard heeft de commissie naast kwaliteit ook
aandacht besteed aan de verhouding mannen en vrouwen, de
vertegenwoordiging van minderheden, de spreiding naar leeftijd,
belangstelling en ervaring en waar mogelijk naar regionale
spreiding. Het bleek niet mogelijk mathematisch aan alle wensen
tegemoet te komen.
De commissie is zich ervan bewust dat de meeste aandacht zal
uitgaan naar de partijvoorzitter. Toch dient benadrukt te worden
dat het voortzetten van de partijvernieuwing, zeker in jaren met
verkiezingen, een zeer koersvast en energiek politiek management
van het hele bestuur vereist. Met kandidaten is hierover gesproken
en ook op dit criterium is geselecteerd. Overigens geven alle
kandidaten, met wie is gesproken, aan dat zij partijvernieuwing
conform de commissie-Brouwer niet als het 'einde', maar als een
begin beschouwen. Veel denk- en uitvoeringswerk moet worden gedaan
om de partij voor leden en kiezers aantrekkelijk te laten zijn.
Op basis van de zware taken waar het nieuwe bestuur de komende
jaren voor staat, alsmede via de criteria hierboven genoemd komen
wij tot de volgende voordrachten:
Dagelijks Bestuur
conform voorstellen Brouwer
Sharon Dijksma, voorzitter
Schelto Patijn, 1e vice-voorzitter
Alvaro Pinto, 2e vice-voorzitter, tevens internationaal secretaris
Wim Jacobs, penningmeester
Miriam de Meijer, secretaris
Maria Scali, belast met doelgroepen
Steven de Waal, coördinatie partijmedia
Helen Burleson, scouting en werving
Hans Agterberg, regionale contacten
Jan van Zijl, coördinatie Kenniscentra
Martijn van Dam, communicatie en ITC
Dagelijks Bestuur
conform huidige statuten
Sharon Dijksma, voorzitter
Schelto Patijn, 1e vice-voorzitter
Alvaro Pinto, 2e vice-voorzitter, tevens internationaal secretaris
Wim Jacobs, penningmeester
Miriam de Meijer, secretaris
Maria Scali, belast met ROSA
Steven de Waal, algemeen bestuurslid
Leden Partijbestuur
Helen Burleson
Hans Agterberg
Jan van Zijl
Martijn van Dam
Queenie Reesinck
Joris Kiestra
Marije Laffeber
Henri Lenferink
Els Kuijper
Lydi Moll
De overwegingen, motivatie per kandidaat die een rol hebben
gespeeld:
Sharon Dijksma: van alle voorzitterskandidaten is zij het best in
staat om evenwichtig beide hoofdtaken te vervullen; de hoofdtaken
zijn, zoals gezegd, de partij met succes door de komende
verkiezingscampagnes heen te loodsen en met veel kracht de
partijvernieuwing ter hand te nemen; zij combineert een aantal
positieve punten: jeugd en ervaring, grote kennis van de partij, een
groot organisatorisch vermogen, een echte teamplayer.
Schelto Patijn: enorme politieke en bestuurlijke ervaring, een
bindende figuur met grote netwerken, prima gekwalificeerd voor beide
hoofdtaken; goed dat de bereidheid er is deze ervaring aan de partij
ter beschikking te stellen.
Alvaro Pinto: zoals iedere internationaal secretaris heeft hij veel
geïnvesteerd in de opbouw van een effectief netwerk buitenland; die
investering moet in de komende jaren nog beter gaan renderen; mede
gezien de wijze waarop hij deze functie de afgelopen jaren heeft
vervuld ligt herverkiezing voor de hand.
Wim Jacobs: brengt grote ervaring mee uit het bedrijfsleven; hij heeft
overigens een historie van bestuurlijke functies in vele linkse
organisaties; hij kan een goede bijdrage leveren rond ideevorming
partijvernieuwing, maar kent daarnaast ook de processen die tot
uitvoering leiden.
Miriam de Meijer: heeft grote politieke en bestuurlijke ervaring, een
grote kennis van de partij, een typische ambassadeur van het Noorden
die overigens in veel partij-instellingen in het hele land actief is;
een rustig en goed organisator die zeker in staat is de vele taken van
secretaris goed te vervullen.
Maria Scali: een praktische organisator met veel ervaring met primaire
doelgroepen van de partij; zij is goed thuis in maatschappelijke
problemen aan de basis; heeft bovendien door persoonlijke historie
interessante ervaring met de Nederlandse cultuur.
Steven de Waal: kritisch en eigenzinnig man, beroepsmatig betrokken
bij de meest gecompliceerde organisatievraagstukken en
verbeteringsprocessen; zeer overtuigd van de noodzaak tot
partijvernieuwing en in staat ideeën om te zetten in werkelijkheid.
Helen Burleson: enthousiast en ervaren bestuurder uit Amsterdam
Zuidoost, zij brengt onmisbare maatschappelijke en
politiek-bestuurlijke ervaring in en staat garant voor een stevige
bijdrage aan een positief functionerend bestuur.
Hans Agterberg: enthousiaste, zeer ervaren partijman; sociaal-bewogen;
beschikt over een groot bindend vermogen.
Jan van Zijl: zeer ervaren oud-kamerlid die nu vanuit een andere
positie naar dat werk kan kijken; door zijn ervaring en netwerken in
staat aan de hoofdtaken van het bestuur een grote bijdrage te leveren;
zal in dit kader de Kenniscentra verder door ontwikkelen.
Martijn van Dam: jong, maar reeds gekend als een energiek regionaal
politicus met een grote voorkeur voor en ervaring in nieuwe
communicatievormen en -technieken.
Queenie Reesinck: gedegen bestuurder, veel ervaring met doelgroepen,
groot organisatorisch vermogen, zicht op maatschappelijke problemen,
stelt zich onafhankelijk op.
Joris Kiestra: heeft een veelzijdige ervaring zowel binnen als buiten
de partij; beroepsmatig betrokken bij organisatie-ontwikkeling; heeft
grote belangstelling voor allianties tussen de partij en andere
maatschappelijke organisaties.
Marije Laffeber: jong, enthousiast, ervaring met nieuwe
communicatietechnieken, binnen de JS ervaring opgedaan met het
organiseren van participatie van jongeren en vrouwen aan de politiek.
Henri Lenferink: bevlogen en ervaren bestuurder, politiek en
organisatorisch sterk, scherpe ideeën over partijvernieuwing.
Els Kuijper: goed bestuurder en organisator, brengt grote-stad
ervaring mee, is stevig geworteld in de sociaal-democratische
traditie.
Lydi Moll: creatief, onafhankelijk, heeft veel beroepsmatige ervaring
met veranderingsprocessen.
Eindhoven, 5 februari 2001