1. Klopt het bericht dat op 12 november diverse personen zijn
aangehouden wegens het plakken van posters? Zo ja, waren deze
aanhoudingen noodzakelijk?
Ja, er zijn in de nacht van 12 op 13 november 10 personen aangehouden
wegens het plakken van posters in strijd met de bepaling over
aanplakken in artikel 3 van de Algemene Politieverordening van
's-Gravenhage 1982. Zij zijn hiervoor inmiddels door de rechter
veroordeeld. Daaruit mag ons inziens blijken dat deze aanhoudingen
noodzakelijk waren.
2. Klopt het bericht dat op 12 november diverse personen zijn
aangehouden op grond van een beweerd samenscholingsverbod bij het
Congrescentrum? Is het juist dat hier geen samenscholingsverbod gold?
Indien deze beide vragen bevestigend beantwoord, heeft de politie
deze demonstranten dan al hun verontschuldigingen aangeboden?
Er zijn tijdens de klimaatconferentie geen personen aangehouden op
grond van het samenscholingsverbod. Op 12 november zijn er alleen
personen aangehouden wegens overtreding van het plakverbod, zoals
hierbo-ven vermeld. Wel zijn er op 13 november ten tijde van de
opening van de klimaatconferentie enkele personen aangehouden wegens
het niet voldoen aan een bevel of vordering van de politie (artikel
184 Wetboek van Strafrecht). Waarschijnlijk doelt u daarop. In het
kader van de handhaving van de openbare orde heeft de politie aan die
personen gevorderd zich te verwijderen. Toen deze personen niet
voldeden aan deze vorde-ring, zijn zij aangehouden op grond van
artikel 184 Wetboek van Strafrecht.
Overigens geldt het samenscholingsverbod, zoals geregeld in artikel 9
van de Algemene Politieverordening van 's-Gravenhage 1982, voor de
gehele stad.
3. Klopt het bericht dat op 13 november 12 personen zijn
aangehouden tijdens het bouwen van een reuzenmaquette van een
kerncentrale? Zo ja, op welke grond zijn deze personen aangehouden?
Ja.. Deze personen zijn aangehouden op grond van het niet voldoen aan
bevel of vordering van de politie.
4. Een anti-kernenergie demonstratie op 13 november mocht niet
dichterbij het congrescentrum komen dan tot het Indische monument bij
de Waterpartij. Waarom mochten deze demonstranten hun demon-stratie
niet voortzetten tot in de nabijheid van het Congrescentrum?
De 'Waterpartij' was aangewezen als manifestatieterrein. Dit was ook
het eindpunt van de door u genoemde demonstratie. Dit was conform de
afspraak zoals gemaakt met de organisatie.
5. Een medewerker van de NGO "A Seed", deelnemer aan de
Klimaatconferentie, werd op 13 november door een politieagent de
toegang tot het terrein van het congrescentrum geweigerd, omdat hij
ook in een demonstratie zou zijn gesignaleerd. Enige tijd later werd
hij door 8 agenten omsingeld, die dreigden hem te zullen arresteren
als hij niet weg zou gaan. Is dit incident u bekend? Zijn er excuses
aangeboden aan de betrokken deelnemer, en zo nee, gaat dit alsnog
gebeuren?
Het door u genoemde incident is ons noch de politie bekend.
6. Een demonstrant stond op 13 november rond 9.30 uur met een
vlag en een 'doodsmasker' voor de ingang van het congrescentrum.
Enkele agenten stapten op hem af en zeiden dat het dragen van
gezichtsbedekking volgens de APV verboden was. De demonstrant draaide
vervolgens het masker om, waardoor zijn gezicht niet langer bedekt
was. Desondanks pakten de agenten het masker van de demonstrant af.
De demonstrant verzocht om een bewijs van inbeslagname, wat hem
geweigerd werd.
Is er inderdaad een APV-artikel waarin het strafbaar is gesteld om
maskers te dragen, zo ja, is dit ook toepasbaar als dit masker het
gezicht niet bedekt? Indien dit niet het geval is, worden de
verantwoorde-lijke agenten hiervoor disciplinair gestraft?
Het dragen of bij zich hebben van maskers en bivakmutsen etc. tijdens
wanordelijkheden is strafbaar gesteld in de Algemene
Politieverordening voor 's-Gravenhage 1982, artikel 9, lid 3.
Het incident zoals hierboven wordt geschetst, is de politie niet bekend.
Wel vond er op 13 november 2000 een incident plaats met een
vrouwelijke demonstrant die een masker droeg. Deze vrouw is inderdaad
niet geheel correct bejegend door de politie. De politie heeft zich
hiervoor inmiddels geëxcuseerd.
7. Klopt het bericht dat op 19 november 7 personen voor de
Amerikaanse ambassade werden aangehou-den tijdens een vreedzame
demonstratie? Zo ja, op welke grond zijn zij aangehouden? Indien dit
was wegens het niet opvolgen van een politiebevel, welk bevel werd er
dan gegeven en waarom, was de politie hiertoe bevoegd en op welke
grond?
De toegang tot de ambassade was geblokkeerd door demonstranten. Deze
demonstranten voldeden vervol-gens niet aan bevel of vordering van de
politie om zich te verwijderen. De personen zijn derhalve op grond
van artikel 184 Wetboek van Strafrecht aangehouden wegens het niet
voldoen aan een bevel of vordering van de politie.
8. Op 19 november vond in de Rijnstraat een politiecharge plaats
tegen een groep zeer vreedzame demonstranten. Deze charge leidde
slechts door de zeer beheerste houding van de demonstranten, die hier
voornamelijk aan het muziek maken en dansen waren, niet tot
escalatie. Wat was de reden voor deze charge? Was deze charge
weloverwogen?
In de beantwoording van sv 62 stelt u, dat de reden voor het
demonstratieverbod was dat er geen kennisgeving van de demonstratie
gegeven zou zijn en er geen informatie over de te volgen route
verstrekt was. Voorts wordt er in de beantwoording gewezen op het
feit dat diverse actievoerders om informatie gevraagd is die zij niet
wensten te geven. Tevens heeft dhr. Deetman in een interview met het
NRC d.d. 25 november 2000, over de kleine honderd arrestanten het
volgende gesteld:"Die wilden niet melden bij de politie wat ze nu
precies wilden. Dat kan natuurlijk niet".
De maatregelen ter plaatse hadden tot doel dat de genodigden de
receptie bij VROM normaal konden bereiken. Een hekkenlijn ter plaatse
voldeed niet om de demonstranten op afstand te houden en derhalve is
besloten de demonstranten te verplaatsen naar de zijde van de Zwarte
Madonna. Dit gebeurde door de Mobiele Eenheid. Er is echter geen
politiecharge uitgevoerd. De receptie kon na deze verplaatsing
ongestoord doorgang vinden. Op de Zwarteweg heeft de groep
demonstranten vervolgens een zogenaamde sitdown demonstratie gehouden.
9. Klopt het dat er maandagmiddag 20 november i.v.m. de
aankondiging van de demonstratie op 23 november een gesprek heeft
plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de organisatie WISE en
dhr. Schaapman van de politie?
Nee. Op 21 november 2000 hebben zich bij de betrokken hoofdinspecteur
van politie twee onbekend gebleven personen gemeld met het verzoek om
ter hoogte van het NCC te mogen gaan verzamelen voor een
demon-stratie. De hoofdinspecteur heeft deze personen, conform de
geldende procedures, doorverwezen naar de afdeling Operationele Zaken
van politie Haaglanden.
10. Klopt het dat op 20 november en 21 november jl. er
telefonisch gesprekken hebben plaatsgevonden tussen dhr. Behrens
(hoofd operationele zaken bureau Haaglanden) en dhr. de Rijk namens
WISE over de voor 23 november aangekondigde demonstratie? Kunt u
bevestigen dat door de heer Behrens is aangegeven dat het geen zin
had voor verdere bespreking naar het bureau te komen daar de
demon-stratie verboden bleef om reden dat deze te laat was aangemeld
en er i.v.m. de vergunning van twee andere demonstraties te weinig
politiepersoneel beschikbaar was om de demonstratie te begeleiden?
Wettelijk is geregeld dat een demonstratie vooraf aangemeld dient te
worden bij de burgemeester. In Den Haag wordt deze bevoegdheid van de
burgemeester uitgevoerd door de afdeling Operationele Zaken van het
politiekorps Haaglanden. Dit betekent dat degene die voornemens is
een demonstratie te organiseren, de afdeling Operationele Zaken
vooraf actief moet informeren over de demonstratie. Dit is niet
gebeurd door Wise; noch in de persoon van de heer P. de Rijk, noch
door een ander namens Wise. Wise heeft aangekon-digd een demonstratie
te willen organiseren op 22 november 2000, maar wilde daarover verder
geen nadere informatie verstrekken. De politie heeft op 21 november
meerdere malen contact gezocht met Wise om alsnog informatie te
verkrijgen. Wise liet weten de demonstratie door te zetten en wenste
verder geen informatie te verstrekken. Zie voor het overige ons
antwoord van 24 november jl. op vraag 2 van de schriftelijke vragen
van 22 november jl.
11. Indien u de vragen 9 en 10 bevestigend beantwoordt, hoe
verklaart u de discrepantie tussen uw beant-woording en deze feiten?
Van enige discrepantie is geen sprake.
12. Hoeveel politie-inzet was er nodig voor de massa-arrestatie
op 23 november jl. en de nasleep hiervan? Hoe verhoudt zich dit tot
de benodigde inzet om de demonstratie te begeleiden?
Op 23 november zijn er geen aanhoudingen verricht door de politie bij
een demonstratie. U doelt waarschijnlijk op de demonstratie op 22
november 2000. In het belang van de openbare orde worden in het
algemeen geen mededelingen gedaan over het aantal
politiefunctionarissen dat in dergelijke situaties wordt ingezet. Wel
kan worden gemeld dat de politie-inzet bij aanhoudingen op 22
november gefaseerd is opgebouwd. Een vergelij-king van de benodigde
inzet voor aanhouding met de benodigde inzet bij begeleiding van de
demonstratie is niet van toepassing, aangezien er geen sprake was van
een begeleide demonstratie.
13. Met welke 'actievoerders' heeft de politie contact opgenomen
die klaarblijkelijk weigerden om informatie te geven? Waren dit bij
de politie bekende organisatoren van de bewuste demonstratie?
Zie het antwoord op vraag 10.
14. Klopt het bericht dat op 22 november 2 personen werden
aangehouden terwijl zij voor het congrescen-trum een spandoek
ophingen? Zo ja, op welke grond zijn deze personen aangehouden?
Ja. Deze personen zijn aangehouden op grond van het niet voldoen aan
bevel of vordering van de politie.
15. Klopt het bericht dat op 23 november een arrestante die die
dag werd aangehouden in het oude Stad-huis aan de Javastraat door de
politie werd bevolen haar neusring te verwijderen en dat zij, toen
zij dit weigerde, naar het ziekenhuis werd gebracht alwaar zij door
zes politieagenten werd vastgehouden om haar neusring te verwijderen?
Zo ja, is het Openbaar Ministerie al gestart met een onderzoek naar
deze agenten en de betrokken agenten voorlopig geschorst? Is ook het
medisch tuchtcollege ingeschakeld?
Aan arrestante is gevraagd om de piercing zelf uit haar neus te
verwijderen. Dit ter voorkoming van enig letsel bij de arrestante bij
insluiting. Arrestante was hiertoe niet bereid. Twee artsen zijn
geconsulteerd over de vraag of verwijdering noodzakelijk was voor
insluiting. Beiden artsen waren het erover eens dat verwijdering
noodzakelijk was. Vervolgens is arrestante door agenten vastgehouden
om haar neusring te verwijderen.
Door betrokken politiemensen is een geweldsrapportage opgemaakt. Deze
rapportage is, conform de voorge-schreven procedure, door de
algemeen commandant beoordeeld. Deze heeft het gebruik van geweld
proportioneel geacht en de zaak afgedaan. De geweldsrapportage wordt
in dat geval niet voorgelegd aan de hoofdofficier van Justitie.
Burgemeester en wethouders van Den Haag,
de secretaris, de burgemeester,
J.A.M. Kroese-Duijsters W.J. Deetman
--
NO COMPROMISE! ++ http://www.antenna.nl/nvda/groenfront ++
++ mailto:groenfr@dds.nl (PGPkey on site) ++
PO BOX 85069 3508 AB Utrecht Netherlands
Giro 4370351 tnv Steungroep NVDA te Utrecht ovv GroenFront!