Den Haag, 1 februari 2001
VRAGEN VAN DE LEDEN CRONE EN FEENSTRA (BEIDEN PVDA) AAN DE MINISTER VAN
VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER
1. Kent u het krantenartikel over zwavelarme diesel? (1)
2. Is het waar dat de verwijderde zwavel uit de diesel in andere
productstromen van (Nederlandse) raffinaderijen terechtkomt en dus alsnog
als zwaveldioxide in de atmosfeer komt en de maatregel om zwavelarme diesel
te stimuleren tenietdoet?
3. Klopt het dat de aan diesel onttrokken zwavel niet in stookolie, zoals
in het artikel staat, maar in kerosine terechtkomt en dat zwavelarme
deelstromen aan kerosine worden onttrokken en worden uitgewisseld met
zwavelrijkere deelstromen van diesel? Zo nee, kunt u precies toelichten hoe
de diverse Nederlandse raffinaderijen de verlaging van het zwavelgehalte van
diesel tot stand brengen?
4. Zijn hiertoe op de diverse raffinaderijen installaties gebouwd en is
voor deze installaties een milieuvergunning aangevraagd of is dit gedaan met
een melding? In het laatste geval, werd er voldaan aan de criteria voor een
melding?
5. Kunt u een indicatie geven of en op welke termijn de raffinaderijen
installaties gaan bouwen waarmee de zwavel daadwerkelijk onttrokken wordt
zodat de verlaging van het zwavelgehalte niet ten koste gaat van het
zwavelgehalte in andere productstromen?
6. Is het waar dat een deel van die zwaveldioxide via vliegtuigemissies
hoog in de atmosfeer terechtkomt? Zo ja, hoe moet het milieueffect van die
extra zwaveldioxide in en vlak bij de tropopauze (ca 10 km hoogte) worden
beoordeeld?
7. Bent u van mening dat alleen nieuwe dieselmotoren het positieve
milieueffect, zoals lagere uitstoot NOx en fijne stof, van zwavelarme diesel
kunnen bewerkstelligen? Zo ja, welk deel van de personen- en vrachtauto's op
diesel tankt nu zwavelarme diesel en welk deel is nu uitgerust met dit
nieuwe type dieselmotoren om het positieve milieueffect te sorteren?
(1) Financieele Dagblad, 4 januari 2001