februari 2001
Conflicten over beheer van het Europese bos
Het gaat goed met het Europese bos. Zowel het totale areaal als de
hoeveelheid hout voor de houtoogst nemen jaarlijks toe. Toch woedt
er een felle strijd om het beheer van het Europese bos - een
strijd tussen de houtverwerkende industrie en boseigenaren
enerzijds, en natuurbeschermingsorganisaties anderzijds. De
natuurbescherming eist een bosbeheer dat sterk gericht is op
natuurwaarden. De publieke opinie steunt dit streven. Diezelfde
bevolking consumeert echter ook elk jaar weer meer hout en papier.
Als we ons de gevolgen van veranderingen in het bosbeheer niet
beter gaan realiseren, leidt dit in de toekomst tot bossen die
niet kunnen voldoen aan de maatschappelijke behoeften.
Voorheen was ons bosbeheer vooral gericht op houtproductie. De
huidige veranderingen in het bosbeheer zullen waarschijnlijk
leiden tot een volledig ander Europees bos over 50 tot 70 jaar.
Het gemiddelde bos zal meer natuurlijk zijn: ouder, veelal
gemengd, ongelijk-jarig, met meer structuur, meer loofbomen en
meer dood hout. Vooral de boomsoorten-verdeling en
leeftijdsklassenverdeling zullen rond 2050 sterk veranderd zijn en
ten minste 10% van het bos zal zijn aangewezen als strikt
natuurreservaat. Echter, de consumptie van hout en papier blijft
toenemen met ongeveer 1% per jaar. De verande-ring van het
Europese bos, in combinatie met de sterk stijgende houtconsumptie,
leidt nu al tot veel conflicten tussen industrie en boseigenaren
aan de ene kant en de natuur-bescherming aan de andere kant. Dat
zal in de toekomst alleen maar toenemen.
Dit probleem is onderwerp geweest van een gezamenlijke studie van
Alterra in Wagenin-gen en het European Forest Institute in Joensuu
(Finland). Het onderzoek is uitgevoerd door dr. Gert-Jan Nabuurs.
Doel van de studie was om de veranderingen te kwantificeren en
mogelijkheden voor zowel natuur als houtproductie aan te geven.
Dit is gedaan met een computermodel (EFISCEN: het European Forest
Information Scenario Model) waarin de bosinventarisatiegegevens
van 30 landen zijn verwerkt.
De resultaten van de studie laten zien dat, juist omdat het
Europese bos intensief wordt beheerd, de huidige veranderingen in
het beheer op langere termijn een grote invloed hebben op het bos.
Bosontwikkeling is traag, en omdat op dit moment slechts iets meer
dan de helft van de houtbijgroei wordt geoogst, is er veel ruimte
voor beheersverande-rin-gen ten gunste van natuur en
biodiversiteit. Veel meer ruimte dan vaak wordt gedacht. Het bleek
dat het areaal bosreservaten omhoog kan van de huidige 3 miljoen
ha, naar 12 miljoen ha in 2050. Ook dan is een vergroting van de
houtoogst van 410 miljoen m3 per jaar in 1990 naar 490 miljoen m3
in 2050 mogelijk. Ook bij een houtoogst van een dergelijke omvang
blijft de leeftijd van het bos toenemen en neemt ook de
hoeveelheid hout per ha nog steeds toe.
In een ander deel van de studie zijn Europese landen in het
computermodel op een dynamische wijze aan elkaar verbonden via de
houthandel. Houthandel vindt namelijk vooral plaats binnen het
Europese continent. Europa is min of meer zelfvoorzienend wat
betreft houtconsumptie. Veranderingen in het bosbeheer die leiden
tot een verminderde productie van hout, zullen dus leiden tot een
grotere vraag naar hout uit andere Europese landen. In
Centraal-Europa is hiervoor verondersteld dat er een sterk
natuurgericht bosbeheer wordt gevoerd. De resultaten lieten
duidelijk zien dat dat daar op lange termijn (na 2050) leidt tot
verminderde productie van naaldhout; de natuur-waarde van het bos
neemt sterk toe in termen van oud bos, meer loofbos en
bijvoor-beeld meer dood hout. Maar omdat de consumptie in
Oost-Europa ook sterk gaat toenemen, neemt in dat geval vooral de
druk op Scandinavië toe om meer hout te produceren. Daar kan de
toegenomen vraag vervolgens een niet-duurzaam bosbeheer tot gevolg
hebben. De tendens naar meer natuurgericht bosbeheer kan dus
leiden tot toename van natuurwaarden op de ene plaats, waardoor
deze onder druk komen te staan in een andere regio in Europa.
De voorziene stijging van de houtconsumptie kan vanaf 2050 niet
meer gedekt worden door het Europese bos. Ook de aanleg van vrij
grote arealen nieuw bos in Europa (5 miljoen ha tussen nu en 2040)
helpt nauwelijks bij het ontstane tekort. De conclusie van Nabuurs
is echter niet dat we dan maar minder hout moeten gaan consumeren.
Hout is een milieuvriendelijke grondstof en verschaft het bos en
zijn eigenaar een basis voor (financiële) duurzaamheid. Wel moeten
we ons de langetermijngevolgen van verande-ringen in beheer beter
gaan realiseren. Als er een bos ontstaat dat niet voldoet aan de
vraag uit de samenleving, dan duurt het zeer lang voordat dat
hersteld is. De EU-beleidslijnen op het gebied van bos en bosbouw
dienen hier rekening mee te houden.
Op 23 februari 2001 promoveert Alterra-onderzoeker Gert-Jan
Nabuurs op dit onderwerp aan de Universiteit van Joensuu, Finland.
De titel van zijn proefschrift luidt: ?European forests in the
21st century: impacts of nature-oriented management assessed with
a large scale scenario model?. Het proefschrift wordt gepubliceerd
als deel 2 in de serie Alterra Scientific Contributions. Het
onderzoek is een gezamenlijk project van Alterra en het European
Forest Institute in Finland.
Nadere informatie:
Alterra, Gert-Jan Nabuurs 0317 47 78 97 (na 7 febr.: 00 358 13 25
20 20) , of mobiel 06 53544674
U kunt ook contact opnemen met de afdeling Communicatie, Bert
Jansen, 0317 47 77 63
Voor meer informatie kunt u terecht bij Ilkay Yalim (0317 474487)
van de afdeling Communicatie van Alterra.