Gemeentelijke heffingen
Wanneer moet u betalen?
Deze week verstuurt de gemeente de meeste aanslagen gemeentelijke
heffingen. De verschillende aanslagen worden verzameld op één
aanslagbiljet.
Voorbeeld 1: iemand is eigenaar van een woning en woont op 1
januari van het jaar in de gemeente. Deze persoon heeft dan te
maken met onroerende-zaakbelastingen, rioolrechten en
reinigingsrechten. Op het aanslagbiljet staan dan de volgende
aanslagregels vermeld: Eén regel onroerende-zaakbelastingen wegens
eigendom en gebruik, één regel rioolrechten wegens eigendom en
gebruik en één regel reinigingsrechten. Ook dit jaar wordt een
bedrag van 100,- op de aanslag in mindering gebracht. Deze Zalmsnip
staat als één regel op de aanslag omschreven als vermindering
lokale lasten. De gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen
bestaat voor deze persoon dus uit 6 aanslagregels.
Voorbeeld 2: iemand huurt een woning en woont op 1 januari van het jaar in de gemeente. Daarnaast heeft deze persoon een hond. Op het aanslagbiljet staat het volgende vermeld: één aanslagregel onroerende-zaakbelasingen wegens gebruik, één aanslagregel rioolrechten wegens gebruik, één aanslagregel reinigingsrechten en één aanslagregel hondenbelasting. En tot slot één aanslagregel in verband met de Zalmsnip. De gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen bestaat voor deze persoon dus uit 5 aanslagregels.
Hoe hoog wordt uw aanslag?
Hoeveel u aan gemeentelijke heffingen moet betalen is afhankelijk
van een aantal zaken. Allereerst hangt het er vanaf welke
gemeentelijke heffingen u moet betalen. Als u geen hond heeft,
hoeft u ook geen hondenbelasting te betalen. Bij de
onroerende-zaakbelastingen maakt het een groot verschil of u in een
huurhuis woont of een eigen woning heeft. In het laatste geval
betaalt u meer belasting. Ook hangt de hoogte van het
belastingbedrag af van de waarde van de onroerende zaak en de
verschillende belastingtarieven die voor dat jaar gelden. Op het
aanslagbiljet vindt u de tarieven voor het 2001.