Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Paulus, de Grieken en het universum

Het christendom heeft zich niet vrij ontwikkeld, maar heeft vanaf het begin veel overtuigingen gedeeld met de Grieks-Romeinse filosofie. Tot deze opmerkelijke conclusie komen Leidse NWO-wetenschappers die de brieven van de apostel Paulus vergeleken met andere geschriften uit de eerste eeuwen na Christus.

De gangbare visie dat christenen filosofie aanvankelijk afwezen, blijkt onjuist te zijn. NWO-onderzoekers komen tot deze bewering na het bestuderen van de brieven van de christelijke apostel Paulus en die van zijn volgelingen.

De theologen vinden dat het gangbare beeld van het vroegste christendom, als een primitief, op zichzelf staand geheel, aan vervanging toe is. Het veel gebezigde idee dat het vroegste christendom zich vrij van Griekse invloeden heeft ontwikkeld, klopt niet. Het onderzoek naar Paulus en zijn volgelingen laat duidelijk zien dat van meet af aan intellectuelen met Griekse denkwijzen deel uitmaakten van het christendom.

De theologen gebruikten voor hun onderzoek de Thesaurus Linguae Graecae, een database met alle bekende Griekse teksten van 800 v. Chr. tot 1400 na Chr. Met de thesaurus bestudeerden de onderzoekers parallellen tussen geschriften van Griekse auteurs en de brieven van Paulus.

Het bijzondere van het theologisch onderzoek is dat het de geschriften van Paulus plaatst in zijn tijd. Tot nu toe verklaarden bijbelwetenschappers de brieven van Paulus met behulp van een reconstructie van het jodendom of met behulp van denkbeelden uit de gnostiek. De gnostici zijn theosofen die vanaf de tweede eeuw leefden. Dat is nadat Paulus zijn brieven schreef.

De onderzoekers bestudeerden de authentieke brieven van Paulus en de twee brieven die leerlingen van Paulus onder zijn naam schreven aan de Kolossenzen en de Efeziërs. Paulus schreef zijn brieven rond 50 na Chr., de leerlingen in de jaren tussen 80 en 140. Uit deze drie brieven blijkt dat Paulus en zijn leerlingen de mening deelden met Griekse filosofen dat de kosmos is samengesteld uit elementen, die door bepaalde krachten beheerst worden. Paulus meende daarbij dat het einde der tijden zich binnen dertig jaar zou voltrekken.

De schrijver van de brief aan de Kolossenzen stelt echter dat banden de kosmos samenhouden zodat deze niet uiteen valt. De auteur van Efeziërs verwerpt het idee van de banden en meent dat het heelal zich blijft ontwikkelen. Beide auteurs maken gebruik van Grieksfilosofische voorstellingen. Volgens de onderzoekers vonden beide leerlingen dat de visie van Paulus op God, Christus en het universum in beginsel goed was, maar dat de onjuistheid over het spoedige einde der tijden rechtgezet moest worden.



Nadere informatie bij:

* drs. Geurt Henk van Kooten (UL, Godgeleerdheid)
* tel. (071) 5212539 (privé) of (06) 12193889
* e-mail vankooten@freeler.nl
of

* prof. dr. H.J. de Jonge (promotor)

* tel. (071) 5272579

* Promotie 25 januari 2001