Reumafonds

Aftrap jubileum Reumafonds

Speech drs. J.C. Blankert, voorzitter Vereniging Nationaal Reumafonds

Speech drs. J.C. Blankert

Nederland, reumaland
Drs. J.C. Blankert, voorzitter Vereniging Nationaal Reumafonds Waarom lanceren wij dit jubileumjaar ook in het virtuele Reumadorp? Daarmee onderstrepen wij het belang dat het Nationaal Reumafonds toeschrijft aan deze ontmoetingsplaats op Internet voor mensen met reuma. Door beperkingen, pijn en verdriet raakt menig reumapatiënt in een isolement. Dat mag niet gebeuren. In het Reumadorp kunnen zij makkelijk contacten leggen. Uit de praktijk blijkt inmiddels dat het virtuele contact vaak leidt tot nieuwe initiatieven en ontmoetingen in de reële maatschappij. Na een voorzichtige start groeit het Reumadorp snel. Er zijn nu ruim 3000 vaste bewoners en 8000 bezoekers per maand. Reuma is volksziekte no.1 met meer dan anderhalf miljoen Nederlanders die aan een reumatische aandoening lijden. Ons land telt onder meer 350.000 chronische patiënten met ontstekingsreuma. Jaarlijks vinden er 450.000 nieuwe verwijzingen naar medisch specialisten plaats en 750.000 verwijzingen naar de fysiotherapeut. Volgens een TNO-rapport zorgt reuma voor een duizelingwekkende lastendruk van
f 17 miljard per jaar in Nederland aan ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Het hoogste bedrag per ziektebeeld. Nog afgezien van de zorgkosten.
Lange tijd leden reumapatiënten in de stilte van hun huishouden. Arbeidsongeschiktheid werd daar niet gemeten. Velen zijn eraan gewend dat ze afgeschreven zijn. Maar anderen komen in opstand. Vooral jongeren. Vrouwen die carricre willen maken, leggen zich niet neer bij het feit dat ze reuma hebben. Ze willen leven en vechten. De nieuwe ambassadeur van het Nationaal Reumafonds, Anita Witzier, een bekende tv-personality, wil dat zelf graag duidelijk maken. Driekwart van het wetenschappelijk onderzoek naar reuma in Nederland wordt betaald door het Nationaal Reumafonds. Gelukkig is het onderzoek van de laatste jaren tot spectaculaire resultaten gekomen: er zijn medicijnen ontwikkeld die de patiënt niet genezen, maar wel mobiel houden. Medicijnen die pijn en beschadigingen in gewrichten voorkomen. Dat is geweldig nieuws voor de reumapatiënten, die hoop hebben alsnog hun deel van leven te krijgen. Deze medicijnen kosten geld. Dat realiseert het Reumafonds zich ten volle en geeft daarom jaarlijks miljoenen uit aan reuma research. Maar als de medicijnen ontwikkeld zijn, dan moeten de patiënten die het nodig hebben er wel mee behandeld kunnen worden. Nieuwe middelen mogen niet op de plank blijven liggen door spaaklopend overleg tussen ziekenhuizen en verzekeraars die het niet eens kunnen worden. Dat is naar de mening van het Reumafonds onacceptabel. Wij roepen de betrokken partijen dan ook met klem op, uit deze impasse te komen.
Reumapatiënten mogen nu in een toekomst geloven. Wij steunen als jubilerend Nationaal Reumafonds wetenschappers en patiënten in die doelstelling. Dat past in het 'decennium van het bewegingsapparaat' door de WHO uitgeroepen, waarbij we wereldwijd onze krachten bundelen. Nederland doet hieraan krachtig mee. Dat is hard nodig bij dit omvangrijke ziektebeeld.
Zo'n 650.000 Nederlanders heeft last van artrose. En ook dat kan het leven behoorlijk verstoren. Dat was voor het jubilerend Reumafonds aanleiding extra geld te stoppen in een langlopend onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van artrose. Kosten: f 5 miljoen. Een jubileumgeschenk waarvan we hopen, dat Nederland er beter van wordt. Een tweede jubileumgeschenk gaat naar de patiëntenbeweging die ons na aan het hart ligt. Lotgenotencontact en moderne communicatietechnologie zijn ongelooflijk belangrijk voor patiënten met reuma. Het Reumafonds stelt f 1 miljoen extra beschikbaar voor projecten op dit gebied en nodigt de patiëntenverenigingen uit hiervoor plannen in te dienen. Het jubileum van het Reumafonds zal dit jaar plaatsvinden met tal van activiteiten voor mensen die bij reuma betrokken zijn, voor patiënten en vrijwilligers. Een wetenschappelijk congres in september in aanwezigheid van H.M. de Koningin, zal de laatste ontwikkelingen duidelijk maken.
De bevolking vragen we ons te steunen met een jubileumgift. Om van de goede weg waarop het reumaonderzoek zich nu bevindt, een snelweg te maken. Geen virtuele, maar een reële snelweg. Nederland, reumaland, is een twijfelachtige eer, waar we vanaf willen. Met ieders inzet kan dat. 25 januari Amsterdam/ Reumadorp

Speech prof. dr. L.B.A. van der Putte, reumatoloog AZ Nijmegen

Speech dr. L.B.A. van de Putte

Weg met de rolstoel!
Prof. dr. L.B.A. van de Putte, reumatoloog Academisch Ziekenhuis Nijmegen
Reuma is volksziekte nummer 1. En toch heeft de reumatologie als specialisme nog maar relatief kort aanzien verworven. Er konden geen spectaculaire resultaten zoals bij kanker worden gemeld. Daarom verklaarde men mij voor gek toen ik meer dan 25 jaar geleden voor de reumatologie koos. Geen eer aan te behalen...
Gelukkig is dat imago totaal veranderd. Er zit nu wel degelijk beweging in reuma. Ik heb de tijd meegemaakt van mensen die bedlegerig waren of in rolstoel, vol gespoten met goud of Prednison. Verder was er eigenlijk niets. Nu worden nieuwe therapieën toegepast en is in mijn wachtkamer nauwelijks meer een rolstoel te zien.
Reuma research heeft resultaat opgeleverd. Maar dat besef is in de medische gemeenschap nog niet erg doorgedrongen. Huisartsen denken nog te vaak dat aan reuma niets te doen valt. Maar de ene vorm van reuma is de andere niet. Verschillende vormen hebben een geheel verschillende prognose.
Reuma is tegenwoordig in een vroeg stadium herkenbaar. We hebben ontdekt dat de schade aan de gewrichten in het beginstadium wordt aangericht. Daarom geldt nu het 'early treatment principle': van meet af aan krachtig aanpakken. Vroeger begonnen we voorzichtig met pijnstillers, terwijl de reuma zijn verwoestend werk kon doen. In de 25 jaar van mijn praktijk heb ik mijn wachtkamer zien veranderen. Aanvankelijk vol met merendeels invalide patiënten in rolstoel, nu mannen en vrouwen die zich kunnen blijven bewegen. En wat meer is: die aan het arbeidsproces willen blijven deelnemen. Onlangs vroeg een patiënt me, 'Dokter kunt u niet een uurtje eerder beginnen met het spreekuur. Ik wil op tijd op mijn werk zijn...'.
Reuma research begint succes te boeken. De farmacotherapie heeft een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. Van pijnstillers die maagklachten gaven, via prednison en goud, naar de nu revolutionaire middelen als TNF alfa blokkers. Er zijn anti-reumamiddelen gekomen die pijn en ontstekingen sneller tegengaan, maar niet de beruchte bijwerkingen hebben en maagklachten veroorzaken. We hebben hoge verwachtingen van de nieuwste golf medicijnen, de z.g. 'biologicals', antistoffen werkzaam tegen eiwitten die gewrichtsontsteking veroorzaken. In navolging van de oncologie zijn combinatietherapieën ingevoerd van effectief gebleken middelen.
Ook in de reumachirurgie is grote vooruitgang geboekt. De mogelijkheid van orthopedische operaties is sterk verbeterd. Bij de ernstigste vormen van reuma gaat stamceltransplantatie wellicht tot de mogelijkheden horen. Kortom: reuma is beheersbaar geworden. Toen er aan reuma weinig te doen viel, leden patiënten in stilte, en de omgeving met hen. Nieuwe therapieën maken sociale contacten weer mogelijk. De echtgenoot van een patiënte die met een nieuw middel wordt behandeld, bedankte me onlangs omdat 'hij zijn vrouw weer terug had'. De patiënt van nu mag op een breed arsenaal van mogelijkheden rekenen. De veelbelovende resultaten van nieuwe middelen zoals TNF alfa blokkers (Enbrel) rechtvaardigen het predikaat 'spectaculair'. Lange tijd had de reumapatiënt het vooruitzicht in een rolstoel terecht te komen. Voor sommige vormen van reuma geldt dat nog steeds want reuma kent meer dan 200 verschillende vormen. Maar we kunnen als streven bij het 75-jarig bestaan van het Reumafonds toch stellen dat de rolstoel wordt uitgebannen. De kennis is er, en die legt een zware verantwoordelijkheid zowel op de schouders van de behandelend artsen als van de patiënt. De arts moet reuma herkennen en de juiste medicatie voorstellen. De patiënt moet zich goed aan die medicatie houden. Dat de medicijnen - nu ze ontwikkeld zijn - er voor patiënten moeten zijn, is evident. Ziekenhuizen en verzekeraars, ontwikkel met kracht een goed beleid. Het mag niet zo zijn, dat patiënten de dupe worden terwijl de middelen er zijn. De kennis is er, de medicijnen zijn, de patiënten wachten erop.

Speech Joke de Vries, woordvoerster patiëntenorganisaties

Speech Joke de Vries-Somers
Van afhankelijkheid tot gesprekspartners
Joke de Vries-Somers, namens de Reumapatiëntenbond De reumabestrijding bestaat 75 jaar, reuma is al duizenden jaren bekend, maar de reumapatiënt bestaat officieel pas 25 jaar. Zelf heb ik al 45 jaar reuma. Vanaf mijn tienerjaren, maar geen dokter die me vertelde hoe mijn toekomst eruit zou zien.
Mijn verloofde liet het enkele dagen voor onze trouwdag afweten omdat hij geen vrouw in een rolstoel wilde, zoals zijn huisarts hem had voorspeld. (Overigens ben ik nu getrouwd met een schat van een man en moeder en grootmoeder geworden).
Toen ik ziek werd, stond ik helemaal alleen. Niemand die me iets over reuma kon vertellen. Een boekje met een skelet erop, vol met enge dingen maakte me nog zieker dan ik was. Twintig jaar later ontdekte ik een patiëntenvereniging. Wat was ik daar blij mee. Daar kon je ervaringen uitwisselen en vragen 'hoe doe jij dat nou?
Patiëntenbeweging geëmancipeerd
Na een moeizame start is de patiëntenbeweging gaan groeien en inmiddels erkend. Na 25 jaar zitten we nu bij het ministerie om met Minister Borst te praten o.a. over de vergoeding van nieuwe geneesmiddelen zoals TNF alfa. Vier grote landelijke verenigingen en circa honderd kleinere lokale, plus nog enkele ziektespecifieke verenigingen is een mooi resultaat. Er zijn nu in totaal ca. 45.000 geregistreerde leden. Maar dat is nog veel te weinig. Willen we een vuist kunnen maken en onze belangen goed behartigen, dan moet onze 'vakbond' verder groeien. En dat is hard nodig want reuma is niet alleen een ziekte van oudere mensen. Het treft ook jongeren en mensen in het arbeidsproces die willen blijven werken. Daarom willen we betere voorlichting aan keuringsartsen. Want de ene vorm van reuma is de andere niet. Een reumapatiënt automatisch afkeuren vinden wij onacceptabel.
Patiënt betrekken bij wetenschappelijk onderzoek
Nu wetenschappelijk onderzoek resultaten en spectaculaire middelen oplevert die ons op de been houden, willen we hierbij nauwer betrokken worden. Want patiënten weten wat het is om reuma te voelen. Wij willen meedenken en zelf voorstellen doen over prioriteiten. Zo verdienen pijn en moeheid meer onderzoek dan tot nu toe het geval is. We willen meer onderzoek naar verbetering van de kwaliteit van zorg en naar de wijze waarop patiënten leren omgaan met hun ziekte en naar de gevolgen ervan. Structuur professionaliseren
De patiëntenbeweging is belangrijk, maar ook kwetsbaar door reumapatiënten die werken op vrijwillige basis. Als zij uitvallen, moet het werk toch doorgaan. Bovendien komen er steeds meer taken en terreinen bij. Er ligt een stevig werkplan klaar voor 2001 met een indrukwekkend aantal projecten. Wij willen ons sterk maken voor de belangen van mensen met reuma door op te komen voor:
* nieuwe geneesmiddelen

* voldoende hulpmiddelen

* sneller en uitvoeriger aanpassingen verlenen
* verkleinen van wachtlijsten

* kennis bij hulpverleners vergroten over de gevolgen van reuma voor het dagelijks leven door voorlichting en deskundigheidsbevordering. Kortom: 'uitbreiding van capaciteit en accommodatie' meer mensen, meer ruimte, meer geld.
Alternatieve methoden
Reuma is een ongeneeslijke ziekte, waarmee de patiënt moet omgaan. Veel patiënten willen naast hun reguliere therapie een alternatief. Zelfs heb ik alles geprobeerd wat ik maar te pakken kon krijgen: homeopathie, kuurbehandelingen, vasolastine, reumajecta, diëten, noem maar op. Wij zijn blij dat onder leiding van Prof. Van der Linden in Maastricht onderzoek wordt gedaan naar het effect van kuur- en oefentherapie. Ik pleit nadrukkelijk voor een open houding bij de artsen als we met vragen komen. Gooi de deur niet dicht, maar adviseer over het nut en ook het gevaar van alternatieven. En collega-patiënten: doe niets zonder medeweten van je dokter.
Communicatie
Bij een levenslange ziekte is communicatie van levensbelang. Reuma is grillig, de ene dag kun je alles, de andere niets. Over je ziekte praten, blijkt voor veel mensen ontzettend moeilijk. Zelfs met je partner en je kinderen. Toch is openheid absoluut nodig. Want de ziekte brengt mee dat je hulp van anderen nodig hebt. Maar laat je partner niet je mantelzorger worden. Ik heb veel relaties zien mislukken omdat teveel hulp niet meer op te brengen was. Je partner is je gevangene niet. Ook samenwerking met de Rutgersstichting is van groot belang. Want hoe ga je met seksualiteit om, welke hulpmiddelen zijn mogelijk. En hoe leer je hierover te praten met de ander?
Tot slot
We hebben een goede samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie. Gelukkig, want die is van groot belang. Bij al onze activiteiten heeft ook het Nationaal Reumafonds ons terzijde gestaan. Op de begroting staat een bedrag van bijna vijf miljoen voor steun aan patiëntenverenigingen. Daarvoor zijn we uitermate dankbaar. Maar tegelijk vinden we het nooit genoeg, mijnheer de voorzitter, als u mijn bovenstaande verlanglijstje bekijkt. Want juist door de veelbelovende resultaten van het reumaonderzoek dat u als fonds financiert, komen er ook weer nieuwe taken op ons pad. - Verder werken aan de kwaliteit van leven. - Participeren in onderzoek. - Kennis uitdragen aan betrokken instellingen zodat ieder ervan kan profiteren. Daarom Reumafonds, blijf ons steunen. Als het even kan, nog ruimhartiger. En publiek, steun daarom het Reumafonds. Nu meer dan ooit.

Joke de Vries-Somers
Reumadorp, 25 januari 2001

Speech Anita Witzier, ambassadeur Nationaal Reumafonds

Speech Anita
Witzier
Wil je begrip kweken, dan moet je communiceren
Reumapatiënte en televisiepresentator Anita Witzier In 1999 werd Anita Witzier met haar neus op de feiten gedrukt. Ze had reuma. Niet dat het helemaal nieuw voor haar was. Meer dan 20 jaar geleden had ze als tiener de eerste verschijnselen. Zwellingen in de knie, kijkoperatie, pijnstillers, kniebanden als ondersteuning. Anita vond het maar ondingen en gooide ze in een hoek. Ze zagen er niet uit en als tiener ben je daar wel gevoelig voor. Pijn had ze ook niet zo erg, dus weg met de pijnstillers. In de loop van de jaren had ze weinig last en vergat haar ziekte. "Twintig jaar is het bijna helemaal weggeweest. Alleen bij het hardlopen ging het wel eens mis. Een enkele keer zakte ik door mijn heup en ook mijn knieën waren een zwakke plek, dus dat was opletten geblazen."
Het ging goed tot 1999, toen ze lekker op haar fiets naar het werk ging. Rugzak op, niets aan de hand. "Beetje pijn in de knie. Onzin, gaat wel over. Maar op een gegeven moment ging het niet meer over. Het werd erger en erger. Naar de huisarts, naar de reumatoloog. Onderzoek, de hele medische mallemolen door. Mijn knieën werden zo dik dat ik niet meer kon lopen en op mijn billen door het huis moest. 's Morgens was ik helemaal stijf en moest eerst een half uur in bad weken, anders kon ik me niet bewegen. Toen werd ik helemaal gestresst... het ging niet vanzelf weg. Ik was nooit ziek en nu deed mijn lijf niet meer wat mijn geest wilde. Met de kinderen op straat spelen, kon ik niet. Naar de Efteling, ook niet. Op een kruk zittend koken....Hoe nu verder? Wat als dit zo blijft...? In de zomerperiode ging het goed, daarna weer heel slecht. De ene dag liep ik met krukken en kon niet vooruit. De andere dag ging het weer.
Toen is de medicatie begonnen, brexine en salazopyrine, en heb ik mezelf in acht leren nemen. Met die medicijnen piekte het niet meer zo, en daarna is het gelukkig steeds stabieler geworden. Als het blijft zoals het nu is, ben ik dolgelukkig".
Zoals veel reumapatiënten is ook Anita Witzier met een alternatieve therapie begonnen. "Gesprekken met een therapeute die rake dingen over mijn persoonlijkheid zei, zonder dat te weten, hebben me versterking gegeven en wilskracht. Ik ben nu heel erg blij dat het gaat zoals het gaat. Ik kan nog steeds niet de hele dag actief zijn in de Efteling met de kinderen. Maar met tussendoor even rustig zitten gaat het wel. Je leert de situatie beheersen. In de keuken staat een barkruk waar ik op zit als ik ga koken. Dan heb ik nog geen last en kan ik het voor blijven. Ik leer met de situatie en mijn beperkingen omgaan. Ik kan het managen."
Anita Witzier is als televisiepresentator bij de KRO een bekende Nederlander. Ze leeft in een wereld van glamour, snelheid en stress. Kun je dan toch gewoon doorwerken met reuma? Wordt er rekening mee gehouden? "Ik herinner me een dag dat we zouden gaan filmen voor een programma. Ik stapte bij de KRO-studio uit de auto en ik voelde me helemaal niet goed. Toen ben ik op de stoep in huilen uitgebarsten. Ik kon het niet... ik durfde niet naar binnen te gaan om dat te zeggen. Dat kon ik niet maken, dacht ik. Ik ben toen geweldig van mezelf geschrokken, want ik werd heel erg op mezelf teruggeworpen. En ik moest erkennen: ik kan het niet. Uiteindelijk heb ik alle moed bij elkaar geraapt en ben naar binnen gegaan met de mededeling dat het niet ging. De reactie van de collega's was: 'Joh, dan niet. Wat maakt het uit. Dan doen we iets anders'. Ik dacht, hc hc, naar beneden met dat ego. Niemand is onmisbaar. En niemand die er een probleem van maakte. Alleen ik zelf. Maar de eerste keer die drempel overgaan, dat vond ik heel erg moeilijk.
Een andere keer kwam ik op krukken binnen.... Verbaasde gezichten. 'Wat is er aan de hand?'. 'Ach niets'. Maar die houding was niet vol te houden. Te lang staan, ging niet. Dan maar zitten. Toen bleek dat het programma er zelfs beter door werd en was het ijs gebroken''. In het begin vond ik het moeilijk om erover te praten. Ik sta toch al regelmatig in het middelpunt van de belangstelling. Ik wou zeker niet op die manier de aandacht op me gevestigd zien. Maar mensen hebben oprecht belangstelling voor je en dat moet je dan ook accepteren, in plaats van een ontwijkend antwoord te geven. Geef ze de kans om die belangstelling te tonen en te informeren. Dan doe je hen ook recht. Anders stoot je ze af terwijl ze het goed bedoelen.
Laat weten wie je bent, wat je voelt en wat het met je doet. Je hoeft je niet te schamen. Of je verschuilen achter woorden als 'oh het gaat prima'. Door je niet te verschuilen, verschuil je de ziekte niet. Dan kweek je begrip. En begrip leidt tot actie. En actie tot resultaat."