Persbericht
Den Haag, 25 januari 2001
Europa Nostra Prijzen 2000
hoge Europese onderscheidingen voor Geurt Brinkgreve, voor het centraal station in groningen en voor park sonsbeek in arnhem
Vandaag heeft Europa Nostra, de pan-Europese federatie ter behoud van het
erfgoed, de namen bekendgemaakt van de winnaars van de jaarlijkse Europa
Nostra Prijzen. Op een persconferentie in Nieuwspoort maakten de Executive
President van Europa Nostra, Baron Cardon de Lichtbuer (Belgie), de
voorzitter
van de Jury van de Erfgoedprijzen, Dr Andrea Schuler (Zwitserland) en de
President van het Restauratie Fonds, Prins Charles-Louis de Merode
(Duitsland), de volgende winnaars bekend:.
Eremedailles
In de afgelopen jaren ontvingen prominente personen, onder wie ZKH de Prins
of Wales, deze onderscheiding. Dit jaar worden drie Eremedailles toegekend
aan: Ioannis Arbilias (Griekenland), Geurt Brinkgreve (Nederland) en Donald
Insall (Verenigd Koninkrijk).
Erfgoedprijzen
De erfgoedprijzen zijn verdeeld in twee categorieen: medailles en
diploma's. Zes medailles zijn toegekend aan: Villa Muller, Praag
(Tsjechie); Kastellet, Kopenhagen (Denemarken); het Olifantenhuis in de Zoo
van Budapest (Hongarije); het station van Groningen (Nederland); Hotel
Dalen in Dalen (Noorwegen) en het Teatre del Liceu in Barcelona (Spanje).
Diploma's werden toegekend aan: het Brantijser, Antwerpen (Belgie);
Uldrupgaarden, Odder (Denemarken); het Umgebindehaus, Obercunnersdorf
(Duitsland); de St-Panteleimon, Thessaloniki (Griekenland); Park Sonsbeek,
Arnhem (Nederland); Palacio de la Aljaferia, Zaragoza (Spanje); het nieuwe
hoofdkantoor van de National Trust for Scotland, Edinburgh (Verenigd
Koninkrijk); het Royal Opera House Covent Garden, London (Verenigd
Koninkrijk) en de Old Bodleian Library in Oxford (Verenigd Koninkrijk).
Europa Nostra Restauratie Fonds
De bijdrage van het Europa Nostra Restauratie Fonds, dat in 2000 bestemd
was voor het herstel van ornamentaal stucwerk in een historisch pand in
prive bezit, wordt toegekend aan het kasteel van Nehalozeves, Tsjechie, om
het decoratieve sgraffitiewerk op de facades van de binnenplaats te kunnen
restaureren.
Hoewel het secretariaat van Europa Nostra al sinds 1990 in Den Haag
gevestigd is, worden de medailles dit jaar voor het eerst officieel
uitgereikt in Nederland en wel op 30 maart 2001 in het stadhuis van
Maastricht, in de aanwezigheid van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Henrik
van Denemarken, President van Europa Nostra, mevrouw Viviane Reding, lid
van de Europese Commissie, verantwoordelijk voor Onderwijs en Cultuur, en
vele andere prominenten.
Encs:
- algemene informatie over Europa Nostra en de Prijzen
- complete lijst van alle winnaars met de motivatie van de Jury
- extra informatie over Geurt Brinkgreve, Centraal Station Groningen en
Park Sonsbeek
Voor verdere inlichtingen:
Secretariaat Europa Nostra: Marijnke de Jong (Awards Officer)
Lange Voorhout 35, 2514 EC Den Haag
Tel.: 070 302 4052 , fax: 070 361 7865, Email: ao@europanostra.org
Europa Nostra is een pan-Europese federatie van ruim 200
niet-gouvernementele erfgoedorganisaties, die op hun beurt weer miljoenen
burgers in meer dan 35 landen van ons Europese continent vertegenwoordigen.
De federatie wordt gesteund door talloze regionale en lokale overheden,
culturele en educatieve organisaties, zakelijke instellingen en een groot
aantal individuele leden. President van Europa Nostra is ZKH de
prins-gemaal van Denemarken. Doelstellingen van Europa Nostra zijn: het
bevorderen van het behoud en het opwaarderen van het erfgoed in al zijn
facetten, het promoten van kwalitatief goede architectuur en van stads- en
landschapsplanning, het stimuleren van het gebruik van het socio-economisch
vermogen van het erfgoed, zowel om de aandacht van het publiek hiervoor te
verhogen als om werkgelegenheid te scheppen, en het bepleiten van een
evenwichtige en duurzame ontwikkeling van zowel stedelijke als
landschappelijke gebieden.
Europa Nostra onderhoudt goede betrekkingen met de Europese Unie, de Raad
van Europa en met UNESCO. Tegenover deze instellingen fungeert Europa
Nostra als woordvoerder van de maatschappelijke organisaties die zich
bezighouden met het erfgoed, dat een wezenlijk element van de Europese
identiteit vormt en een essentiele rol speelt in het welzijn van burgers.
Voor de leden vormt Europa Nostra een platform om hun ideeen op Europees
niveau te lanceren en om zich onderling te verzekeren van
grensoverschrijdende samenwerking.Het is eveneens een plaats om waardevolle
informatie te verzamelen en ideeen en ervaringen uit te wisselen. Er wordt
veel moeite gedaan om de belangstelling voor het erfgoed in het algemeen te
bevorderen en om de publieke opinie en de handelwijze van internationale,
nationale en lokale organisaties en overheden te beinvloeden door middel
van campagnes, openbare debatten, wetenschappelijk onderzoek, publicaties
en tentoonstellingen.
De jaarlijkse Europa Nostra Prijzen vormen een van de belangrijkste
instrumenten van Europa Nostra om haar inzichten te verbreiden. Ze bestaan
uit drie elkaar aanvullende pijlers, die elk steun en erkenning geven aan
tot voorbeeld strekkende projecten en/of persoonlijke prestaties op het
gebied van het erfgoed.
Eremedailles
De Eremedailles, ingesteld in 1975, worden toegekend aan een persoon als
erkenning voor zijn/haar niet aflatende en exemplarische activiteiten ter
bescherming en/of behoud van het Europese erfgoed, zowel het gebouwde als
het natuurlijke. Jaarlijks kunnen maximaal vier personen onderscheiden
worden.
Erfgoedprijzen
De erfgoedprijzen,toegekend sinds 1978,worden gegeven aan projecten die een
buitengewone bijdrage leveren aan het behoud en het opwaarderen van het
gebouwde en natuurlijke erfgoed in Europa. Ze kunnen worden toegekend aan
de restauratie van gebouwen, al dan niet gecombineerd met het aanpassen aan
nieuwe functies, aan de bescherming van cultuurlandschappen, tuinen of
parken, en aan nieuwbouw in beschermd gebied. De prijzen zijn verdeeld in
twee categorieen: Medailles voor de allerbeste projecten, en Diploma's voor
de overige winnaars.
Restauratie Fonds Bijdragen
Het Restauratie Fonds, ingesteld in 1984, geeft jaarlijks een financiele
bijdrage aan de restauratie van een monument in particulier bezit dat
dringend aan herstel toe is. Ieder jaar wordt een verschillend thema
uitgekozen waarvoor de bijdrage bestemd is. Als thema voor 2001 is gekozen
voor de restauratie van een gedecoreerd of ornamentaal plafond, vervaardigd
voor 1914, in een historisch woonpand in het bezit van een particulier of
een stichting. De bijdrage in 2002 is bestemd voor de restauratie van een
vloer van ingelegd of in patroon gelegd hout,steen of "scagliola", eveneens
vervaardigd voor 1914, in een historisch woonpand in het bezit van een
particulier of een stichting. Het project moet zodanig van omvang zijn dat
de bijdrage van het Restauratie Fonds een aanzienlijk aandeel in de
realisering van het project is. De bijdrage van het Fonds bedraagt
momenteel maximaal 20.000 Euro.
Europa Nostra dankt hierbij diegenen die de Prijzen in 2000 financieel
ondersteund hebben: de Europese Commissie (Directoraat Generaal voor
Onderwijs en Cultuur) voor hun algemene steun; Credit Suisse, Hellenic
Bottling Company S.A. en de Leventis Foundation voor hun steun aan de
Erfgoedprijzen; en de sponsors van het Restauratie Fonds, met name
Christie's International.
2000 Europa Nostra Award Winners
Medals of Honour
Ioannis Arbilias, GREECE
for having dedicated himself for over 18 years to the restoration of the
Acropolis of Athens, and especially the Parthenon, using his first-class
craftsmanship, his impressive diligence, his love and respect for monuments
and materials, his abilities to train and bring on young craftsmen, and his
responsibility for and commitment to the principles of exemplary
conservation.
Geurt Brinkgreve, THE NETHERLANDS
for his unceasing perseverance and ingenuity, his fighting spirit, his
great erudition and his believe in the impossible, qualities which he has
devoted for over half a century to protect and preserve the heritage of the
city of Amsterdam, thus giving both an incentive and inspiring example to
many heritage organisations throughout the Netherlands.
Donald W Insall, UNITED KINGDOM
for his outstanding contribution to the cause of conservation throughout
his career, both in the work of the Practice which he founded and which has
won a unique number of national and international Awards, and through his
writing, teaching and participation in the affairs of many significant
heritage organisations. His influence on good conservation practice
throughout the world has been incomparable.
Heritage Awards
Medals
Villa Muller, Prague, CZECH REPUBLIC
for the exemplary restoration of the building, site and interior
furnishings, based on extensive documentary research into the original
concept of Adolf Loos.
Kastellet, Copenhagen, DENMARK
for the extraordinary skilful and determined restoration of the original
defence structure that characterises this important point in the urban
landscape.
Elephant House, Zoo, Budapest, HUNGARY
for the sensitive and precise restoration of a remarkable example of
Hungarian Art Nouveau architecture, based on extensive scientific research,
together with the thoughtful reconstruction of the tower demolished in
1915.
Railway Station, Groningen, THE NETHERLANDS
for the sensitive and skilful restoration of the late 19th century railway
station of Groningen to its original splendour and especially of the
central hall with its rare papier-mache ceiling and tiled walls.
Dalen Hotel, Dalen, NORWAY
for the comprehensive rehabilitation of this historically important, but
almost derelict wooden hotel, avoiding the addition of disturbing new
elements to the original unique design.
Gran Teatre del Liceu, Barcelona, SPAIN
for the sensitive and careful reconstruction of one of the world's best
opera auditoriums, destroyed by fire in 1994, together with new modern
stage equipment thus enabling it to recover its pre-eminence in Europe's
rich musical heritage.
Diplomas
"Het Brantijser", Antwerpen, BELGIUM
for the exemplary restoration and renovation of this historically important
complex of 16th century buildings undertaken with honesty and clarity.
Uldrupgaarden, Odder, DENMARK
for the exemplary and sensitive restoration and rehabilitation of
dilapidated farm buildings, using original material and construction
methods.
"Umgebindehaus", Obercunnersdorf, GERMANY
for the careful and respectful restoration of a deserted 18th century
farmhouse, returning it to its original state.
Church of St Panteleimon, Thessaloniki, GREECE
for an accurate restoration based on extensive research, which preserved
the authentic character of the building to the maximum degree possible.
Park Sonsbeek, Arnhem, THE NETHERLANDS
for the extensive and careful restoration of one of the most important
landscape parks in the Netherlands, including various structural elements
that distinguish its historical significance.
Palacio de la Aljaferia, Zaragoza, SPAIN
for the accurate and complex work on the reconstruction of this most
important historical Aragonese Palace, and for the careful and intelligent
attention given to the different periods of construction present in the
building.
The Old Bodleian Library, Oxford, UNITED KINGDOM
for the meticulous conservation of the fabric of a library of European
importance, fitting it both for the preservation of rare and delicate books
but also for daily use incorporating modern facilities and techniques.
Royal Opera House, Covent Garden, London, UNITED KINGDOM
for the imaginative and skilful reorganisation of a sensitive site and its
important Victorian buildings to equip it for the future of Opera and
Ballet in its traditional London home.
New Headquarters National Trust for Scotland, Edinburgh, UNITED KINGDOM
for the skilful restoration and integration of town houses in Charlotte
Square, undertaken with modesty and sensitivity, to achieve new
Headquarters for the National Trust for Scotland.
Restoration Fund Grants
Nelahozeves Castle, Nelahozeves, CZECH REPUBLIC
for the restoration of its characteristic 16th century decorative sgrafitto
plasterwork in the courtyard.
Geurt Brinkgreve, Nederland
voor zijn niet aflatende doorzettingsvermogen en vindingrijkheid, zijn
strijdbare instelling, zijn grote eruditie en zijn geloof in het
onmogelijke, kwaliteiten die hij bijna een halve eeuw heeft ingezet voor de
bescherming en het behoud van het erfgoed van de stad Amsterdam, waarmee
hij zowel een stimulans als inspirerend voorbeeld gaf aan vele erfgoedor
ganisaties door heel Nederland.
Het was aan het begin van de jaren '50 dat Geurt Brinkgreve, beeldhouwer,
medailleur en publicist, voor het eerst naar de pen greep en in opstand
kwam tegen de plannen van de toenmalige gemeenteraad om de karakteristieke
oude binnenstad van Amsterdam door middel van sloop en nieuwbouw te
reorganiseren tot een handels- en kantorencentrum. Vanaf dat moment is hij
uitgegroeid tot de meest vooraanstaande en gevreesde monumentenbeschermer
van Amsterdam, een positie die hij nu al een halve eeuw inneemt.
Hij bestreed zijn tegenstanders in deze periode niet alleen in zijn talloze
publicaties, geschreven met een vlijmscherpe pen, maar nam ook het
initiatief voor vindingrijke acties om het historische erfgoed van de stad
in de praktijk te beschermen. Als geen ander zag hij in dat het monumentale
karakter van de stad alleen behouden kon blijven als de woonfunctie ervan
versterkt werd. Mede met dat doel voor ogen ontstond zijn plan voor de
oprichting van de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel. Hij was
medeoprichter en is nog steeds secretaris van de Stichting Diogenes,
waaruit diverse andere stichtingen voor bijzondere historische gebouwen
voortkwamen. Een daarvan is een hofje in de Jordaan, als voorbeeld van
stadsvernieuwing door restauratie. Het saneringsplan voor die
karakteristieke wijk werd mede door zijn activiteit vervangen door een
bestemmingsplan dat de historische structuur handhaaft. Andere buurten,
zoals de Nieuwmarkt, wist hij op vergelijkbare wijze voor een
verkeersdoorbraak te behoeden door eerst een strategisch gelegen gebouw van
uitzonderlijke waarde te redden. Als oprichter van de Vereniging Vrienden
van de Amsterdamse Binnenstad en eindredacteur van het tijdschrift
'Binnenstad' geeft hij een niet te onderschatten draagvlak en steun aan
overheidsmaatregelen voor behoud, restauratie en beheer van monumenten. In
al deze organisaties is hij nog steeds actief als bestuurslid. Bovendien
maakte hij zich jarenlang als gemeenteraadslid sterk voor zijn idealen.
Amsterdam zou Amsterdam niet meer geweest zijn zonder Geurt Brinkgreve.
Bovendien vormden zijn talloze acties ter behoud van het Amsterdamse
erfgoed een inspiratiebron en voorbeeld voor monumentenzorgers in geheel
Nederland. Met zijn taai doorzettingsvermogen, zijn vindingrijkheid, zijn
ironie en sarcasme wist hij vaak tegenstanders te overtuigen zonder ze tot
vijanden te maken en zijn inzichten in brede kring erkend te krijgen. Hoe
breed bleek wel uit de voordracht van Geurt Brinkgreve voor de hem nu
toegekende Europa Nostra Medal of Honour, die door een uitzonderlijk groot
aantal monumentenorganisaties en overheidsinstanties werd ondersteund.
Station, Groningen, NEDERLAND
Medaille: voor de van stijl en vakmanschap getuigende restauratie van het
eind negentiende-eeuwse station van Groningen waardoor het weer zijn oude
glorie teruggekregen heeft; met name de centrale hal, met het unieke
plafond van papier-mache en de van tegeltableaus voorziene muren, is in ere
hersteld.
Hoewel Groningen al in mei 1866 zijn eerste spoorverbinding kreeg, duurde
het nog tot 1896 voordat de 'Staats-Spoorwegen' onder druk van het
gemeentebestuur en het bedrijfsleven de stad van een representatief station
voorzagen.
Hiervoor werd de in zijn tijd zeer bekende architect Isaac Gosschalk
(1838-1907) aangetrokken, die een eclectisch gebouw ontwierp met
neorenaissance en neogotische elementen op een klassieke plattegrond. De
centrale hal van 20 meter breed, 18 meter diep en 14 meter hoog vormde het
majestueuze middelpunt, van waaruit men via een oost-west gelegen as de
zijvleugels met wachtkamers en restaurants kon bereiken. Een overdekte
galerij gaf toegang tot de 3de klas wachtkamer. Bijzondere elementen in het
gebouw waren de grote Rosenberg tegeltableaus in de hal en het fraai
gedecoreerde plafond, dat evenals de plafonds van de wachtkamer en het
restaurant, was gemaakt van papier mache. Gosschalk koos indertijd voor
papier mache of papier stuc, zoals hij het zelf liever noemde, omdat
stucwerk te zwaar zou worden. In de jaren zestig werd het station
gemoderniseerd en het interieur werd onherkenbaar gewijzigd. In de hal werd
een verdieping aangebracht, de toegangen tot de zijvleugels verdwenen en
het vloeroppervlak werd aanzienlijk gereduceerd door de bouw van kiosken en
loketten.
Op initiatief van de regionale business manager, die tot taak had het
station van Groningen weer winstgevend te maken, besloot de NS in 1996 tot
een grondige restauratie over te gaan. Het kernpunt van de restauratie was,
naast het herstel van het exterieur en de wachtkamers en het reconstrueren
van de oost-west as in het gebouw, het terugbrengen van de stationshal in
zijn oorspronkelijke staat. Dit was geen eenvoudige opgave aangezien de
bouwkundige ingrepen uit de jaren zestig zware schade toegebracht hadden
aan wanden, poorten en plafond. Allereerst werd de oorspronkelijke omvang
van de hal hersteld: de ingebracht verdiepingsvloer en de ingebouwde
winkeltjes en loketten werden verwijderd. Op basis van Gosschalks
geschriften en tekeningen werden de gehavende en ontbrekende elementen
gerestaureerd of in stijl gereconstrueerd, waar nodig aangepast aan de
moderne eisen en voorschriften Het zwaartepunt werd echter gevormd door de
restauratie van het plafond. Er bleek in de praktijk weinig ervaring
voorhanden te zijn met de restauratie van papier mache waarbij gebruik
gemaakt werd van de oorspronkelijke materialen en technieken. Daarom was
niet alleen uitgebreid onderzoek naar het bestaan en het vervaardigen van
plafonds met deze techniek noodzakelijk, maar werd door de betrokkenen ook
tijdens de werkzaamheden veel zelf ontwikkeld en proefondervindelijk tot
stand gebracht. De opgedane ervaring werd gedetailleerd vastgelegd in een
publicatie in het Praktijkboek Instandhouding Monumenten. Om een
verantwoorde exploitatie van het station te kunnen realiseren, werden de
westelijke vleugel en de bovenverdieping gerenoveerd en verbouwd voor
commerciele doeleinden.
Dankzij de restauratie van het station en met name de hal, die in die jaren
zestig gedegradeerd was tot een smalle doorgang, heeft Groningen voor de
reiziger per spoor weer een entree met grandeur gekregen. Daarbij bij zijn
niet alleen vrijwel verloren gegane interieurs gered, maar er is ook een
schat aan ervaring opgedaan met de restauratie van papier mache waarmee
toekomstige projecten hun voordeel kunnen doen.
Eigenaar : NS Stations Noordoost-Nederland
Architecten : R.Steenhuis (masterplan), C.Tak (restauratie)
Aannemer : Jurriens/Gevekebouw VOF
Adres : Stationsplein 4, Groningen
Openingstijden : Dagelijks toegankelijk van 6.00-23.00 uur.
Park Sonsbeek, Arnhem, Nederland
Diploma: voor de veelomvattende en zorgvuldig restauratie van een van de
belangrijkste landschapsparken in Nederland, met inbegrip van een grote
verscheidenheid aan karakteristieke elementen die aan het park zijn
historische betekenis geven.
Sonsbeek, het bekendste park van Arnhem en het eerste monumentale
stadspark van Nederland, vond zijn oorsprong in 1808, toen Baron Theodorus
de Smeth twee 18de-eeuwse landgoederen samenvoegde. Hij noemde zijn bezit
Sonsbeek, een verbastering van St.-Jansbeek, het watertje waaraan ze
gelegen waren. Hendrik Baron van Heeckeren kocht het landgoed Sonsbeek in
1821 en breidde het verder uit. Onder zijn leiding kreeg het terrein, dat
inmiddels meer dan 800 ha groot was, zijn karakteristieke aanleg in de
Engelse landschapsstijl. Er werd een romantisch landschap gecreeerd, met
bossen en bosschages, waterpartijen en vista's, landerijen en een moestuin,
een landhuis en een belvedere. De kleinzoon van de baron, Guillaume, die
Sonsbeek in 1883 erfde, had weinig belangstelling voor het landgoed. Het
onderhoud was hem te kostbaar en langzamerhand stootte hij delen af voor
woningbouw en exploitatie. In 1899 kocht Ir J. Tellegen, de toenmalige d
irecteur Gemeentewerken, het resterende gedeelte van Sonsbeek aan. Daarmee
bewees hij Arnhem een grote dienst. De gemeente startte onmiddellijk met
onderhoudswerkzaamheden. Het landhuis werd ingericht als hotel, de
Zwanenbrug werd gebouwd, en er werden bankjes en afvalbakken neergezet.
Later werden monumenten geplaatst voor twee beroemde Arnhemmers: Lorentz en
Tellegen. Vanaf 1949 werden er in Sonsbeek regelmatig
beeldententoonstellingen georganiseerd, waarmee het park wereldwijd
bekendheid verwierf. Sonsbeek werd vanwege haar bijzondere
cultuurhistorische waarde in 1963 op de Rijksmonumentenlijst geplaatst.
Het Monumentenjaar 1975 was de aanleiding voor een gemeentelijke opdracht
aan de Universiteit van Wageningen tot het opstellen van een advies over de
wijze waarop het park het beste behouden konden worden voor de toekomst.
Dit rapport verscheen in 1979 en vormde jarenlang de leidraad voor het
gemeentelijk handelen. Desondanks nam het onderhoud aan het park
langzamerhand af en in feite werd Sonsbeek meer beschouwd als een
natuurgebied dan als een monument van tuinarchitectuur. In het midden van
de jaren '90 ontstond het plan om het park met al zijn historische
elementen in oude luister te herstellen. Burgemeester Paul Scholten was een
van de drijvende krachten achter dit plan. Dankzij bijdragen van zowel de
overheid als van particulieren uit alle delen van de bevolking, slaagde hij
erin de benodigde 14,5 miljoen gulden bijeen te brengen. Vanaf 1998 werd
een grondige renovatie ondernomen, zodat Sonsbeek er tijdens de viering van
het honderdjarige bestaan als stadspark in 1999 in schitterende staat
bijlag.
Op de plaats waar boeren, molenaars en houtvesters vroeger de kost
verdienden en welgestelden op hun buitenplaatsen verbleven, genieten
bezoekers nu van een oase in de stad, waarvan ze zich dankzij de
restauratie bovendien weer de cultuurhistorische waarde realiseren:
Sonsbeek is meer dan groen, het is een uniek stukje erfgoed.
Eigenaar : Gemeente Arnhem
Architecten : AGS architecten; bureau Copijn; Wim van Krieken; Peter Jager,
Dienst Stadsontwikkeling Gemeente Arnhem
Aannemer : Koninklijke Woudenberg, Ameide; Jager Aannemersbedrijf, Velp
Adres : Zijpendaalseweg / Apeldoornseweg, Arnhem
Openingstijden : Sonsbeek is dagelijks vrij toegankelijk voor publiek. De
in het park gelegen "Steile Tuin" is geopend vanaf 7.30 uur tot
zonsondergang. Bezoekerscentrum De Watermolen is op maandag gesloten.