Persbericht
De Socialistische Partij in het Europees Parlement Brussel, 25 januari 2001

SP wil openheid over beschuldigingen van fraude leden Europese Commissie.

SP-Europarlementariër Erik Meijer wil snel openheid over de verwijten die over en weer worden gedaan door Europarlementariers van de twee grootste fracties. Die fracties sluiten enerzijds voortdurend compromissen met elkaar en kruipen in politieke standpunten dicht tegen elkaar aan, maar anderzijds proberen ze de aandacht te trekken door modder naar elkaar te gooien. Dit keer proberen ze leden van de Europese Commissie die politiek verwant zijn met de andere grote fractie onderuit te halen. Het is begonnen met de christen-democratische commissaris Loyola de Palacio. Al vóór haar aantreden in 1999 werd zij beschuldigd van betrokkenheid bij geknoei met Europese landbouwsubsidies voor de bevordering van vlasteelt in Spanje. De controverse vond zijn voorlopig hoogtepunt in uitspraken van het Spaanse christen-democratische EP-lid Gerardo Galeote Quecedo, die het opneemt voor zijn partijgenote en een crisis aankondigt als Loyola de Palacio ook maar één haar wordt gekrenkt. Hij dreigde in Spaanse kranten de doos van Pandora te openen waarin volgens Galeote genoeg materiaal zit om een half dozijn sociaal-democratische leden van de Europese Commissie tot aftreden te kunnen dwingen. Daarmee wekt hij minstens de suggestie dat een groot deel van de Europese Commissie zich schuldig maakt aan onoorbare praktijken en dat bestuurlijk Europa in feite één grote slangenkuil is. Zo wordt een beeld bevestigd dat bij veel Europese burgers leeft, namelijk van een Europa dat zich weinig gelegen laat liggen aan de belangen van de bevolking en dat er vooral op uit is om zichzelf te bevoordelen. Zoals het er nu aan toe gaat lijkt het slechts op het door voortdurende verlenging proberen te winnen van een voetbalwedstrijd. Allle verdachtmakingen worden nooit afgerond met conclusies. Dit soort beschuldigingen moet òf hard gemaakt worden òf worden weerlegd. De discussie moet niet langer worden toegespitst op nimmer afgeronde beschuldigingen aan individuele personen, maar op het voorkómen van fraude en op de integriteit van bestuur in Europa, aldus Erik Meijer. De opnieuw opgedoken kwestie draait om fraude die plaatsvond in de verbouw van vlas in West-Spanje. In totaal werd er in 1998 en 1999 fl.135 miljoen aan subsidie uitgekeerd. Om maximale subsidie te verkrijgen werden productiecijfers vervalst. Een onderzoek door het Spaanse parlement liep mede door het optreden van de Partido Popular, de partij van Europees Commissaris Loyola de Palacio, op niets uit. Daarna stelde het Europees anti-fraudebureau Olaf een onderzoek in. Meijer vindt dat de resultaten daarvan snel op tafel moeten worden gebracht en besproken dienen te worden in het Europees Parlement.

De Europese Commissie kwam al eerder ernstig in opspraak. De aanleiding daarvan was de belangenverstrengeling rond toenmalig sociaal-democratisch Eurocommissaris Cresson. In die kwestie bleek het prestige van de Franse Eurocommissaris belangrijker dan het belang van integriteit van bestuur in Europa. Uiteindelijk leidde dit ertoe dat in 1999 de gehele Commissie moest aftreden. Om te voorkómen dat het toch al door schandalen geschonden imago van Europa verder wordt aangetast vindt de SP dat niet tweemaal dezelfde fout moet worden gemaakt. Meijer vindt dat de subsidiegelden teruggevorderd moeten worden als het Olaf-onderzoek de beschuldigingen van fraude bevestigt, net zoals dat ook gebeurt met bijvoorbeeld de Nederlandse ESF-gelden. Bijgaand de tekst van vragen over dit onderwerp.Voor meer informatie kunt u terecht bij: Erik Meijer, lid EP voor de SP, tel. 0031 - (0) 6 5115 2982 René Roovers, beleidsmedewerker EU fractie SP, tel. 0031 - (0) 6 2260 7308 Schriftelijke vragen


1. Heeft de Commissie kennisgenomen van het bericht in de Nederlandse krant 'Financieel Dagblad' van 23 januari 2001, getiteld 'Europese Volkspartij dreigt met crisis', waarin wordt verwezen naar de opvallende stijging aan het eind van de jaren '90 van 186 ha naar 91.000 ha grondoppervlak waarop in Spanje vlas wordt verbouwd, alsmede op de inmiddels opgetreden sterke daling van de vlasproductie naar 20.000 ha, de ten behoeve van uitbreiding van de vlasteelt door de Europese Unie verstrekte subsidies en de medeverantwoordelijkheid van de toenmalige Spaanse minister van Landbouw?


2. Kunt u bevestigen dat anti-fraude bureau OLAF een onderzoek heeft ingesteld naar de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de in vraag 1 bedoelde subsidieverlening, en naar wie politieke medeverantwoordelijkheid draagt voor een verkeerd gebruik van deze gelden ? Kunt u bevestigen dat dit onderzoek inmiddels is afgerond ?


3. Wat zijn de conclusies van de Commissie naar aanleiding van het OLAF-onderzoek ? Indien u deze conclusies op dit moment nog niet kunt trekken, op welk moment verwacht u dan wel daarmee naar buiten te kunnen treden ?

4. Bent u bereid de conclusies van het OLAF-onderzoek openbaar te maken en voor te leggen aan het Europees Parlement ?

5. Volgens welke procedure en op welke termijn zullen naar uw oordeel de eindconclusies in deze zaak worden vastgesteld ?

6. Bent u met mij van mening dat indien er van daadwerkelijke fraude sprake is, de verstrekte subsidiegelden moeten worden teruggevorderd, zoals dat onder meer ook is gebeurd met de in Nederland in afwijking van de regels bestede ESF-gelden ?

7. Bent u met mij eens dat één van de lessen die getrokken moet worden uit het aftreden van de vorige Commissie in 1999 is dat volledige openheid geboden moet worden en dat voorkómen moet worden dat opnieuw het prestige van betrokkenen vooropgesteld wordt in plaats van het belang van een open, transparante en integere opstelling van politieke leiders in Europa, mede omdat anders aan het imago van de Europese Unie opnieuw ernstige schade kan worden toegebracht ? Bent u - gezien de groeiende commotie - bereid om stappen te zetten die zo snel mogelijk voorzien in die behoefte aan openheid en integriteit ?

8. Wat is uw reactie op berichten dat een Europees afgevaardigde van de Spaanse Partido Popular meent inmiddels genoeg materiaal te hebben om zes leden van uw Commissie, waaronder niet de voormalige Spaanse minister van Landbouw, naar huis te sturen? Bent u met mij eens dat daarmee minstens de suggestie wordt gewekt dat leden van uw Commissie zich schuldig zouden maken aan onoorbare praktijken die bij openbaarmaking tot aftreden zouden moeten leiden ?

9. Deelt u mijn opvatting dat de in vraag 8 bedoelde beschuldigingen vanuit het oogpunt van integriteit van bestuur zo spoedig mogelijk moeten worden bewezen of afdoende moeten worden weerlegd ? Bent u bereid daartoe het initiatief te nemen ?

10. Wat denkt de Commissie te ondernemen om iedere grond weg te nemen voor beschuldigingen die door leden van het Europees Parlement worden gedaan aan leden van de Europese Commissie op grond van hun mogelijke kwetsbaarheid wegens fraude ?