College voor zorgverzekeringen

CVZ kiest voor één basispakket over volle breedte 24 januari 2001 .

CVZ kiest voor één basispakket over volle breedte van de zorg

In het rapport "Het basispakket: inhoud en grenzen" spreekt het College voor zorgverzekeringen (CVZ) een voorkeur uit voor een breed samengesteld, samenhangend basispakket. Het CVZ waarschuwt ervoor dat een (aanzienlijke) beperking van het pakket ten koste zal gaan van veel gebruikte, noodzakelijke zorg. De zogenaamde 'lifestyle'-verstrekkingen zouden daarentegen wel uit het pakket kunnen worden verwijderd.
Het CVZ beveelt de minister van VWS verder aan om in een nieuw in te richten zorgstelsel het eerste compartiment (AWBZ) en het tweede compartiment (Ziekenfondswet) samen te voegen.
Deze conclusies trekt het CVZ-bestuur in zijn vergadering van 25 januari 2001.

Op verzoek van de minister van VWS brengt het CVZ het bovengenoemde rapport uit naar aanleiding van de evaluatie van "10 jaar pakketdiscussie". Achtergrond van het verzoek van de minister is het in het Regeerakkoord van 1998 aangekondigde onderzoek naar eventuele verdergaande maatregelen op het gebied van het stelsel van ziektekostenverzekeringen. Het ministerie van VWS treft nu voorbereidingen voor een kabinetsdiscussie over het stelsel.

Basispakket
De Stichting Toekomstscenario's Gezondheidszorg (STG) heeft, in opdracht van het CVZ, onderzoek gedaan naar de gevolgen van de pakketmaatregelen sinds de rapporten van de commissie Dekker. Uit deze studie bleek, dat de behoefte aan een breed samengesteld pakket permanent aanwezig was. Bij beperkende maatregelen werd ook altijd 'intuïtief' naar mogelijkheden gezocht om het pakket voor de noodzakelijke zorg in stand te houden. Deze bevindingen en de ongewenstheid om grote ingrepen te doen in het pakket van de noodzakelijke zorg, leiden bij het CVZ tot een voorkeur voor een breed samengesteld, samenhangend basispakket. Het verstoren van die samenhang door ingrijpende maatregelen zal leiden tot verwijdering van veel noodzakelijke hulp in grote zorggebieden. Bovendien zal de overheid dan op die gebieden ook een belangrijk deel van de regiefunctie verliezen; iets wat vanuit haar verantwoordelijkheid ongewenst is.

Lifestyle
Het CVZ is wel van oordeel dat onderzocht moet worden hoe bepaalde toepassingen van zorg, bijvoorbeeld op het gebied van "lifestyle", van het pakket kunnen worden uitgesloten. Niet vanuit de verwachting dat er een substantiële verschuiving van lasten zal plaatsvinden van het collectieve naar het private deel; die zal er nauwelijks zijn. Wel vanuit de opvatting dat in principe dergelijke zorgtoepassingen voor rekening van de burger zelf dienen te komen, althans geen deel uit zouden moeten maken van de basisverzekering.

Pakketverkleining ongewenst
Uit de studie 10 jaar pakketdiscussie blijkt, dat het onderscheid tussen noodzakelijke en niet-noodzakelijke zorg moeilijk in wettelijke termen is vast te leggen. Dat probleem zal ook een rol spelen bij de toekomstige besluitvorming over de grenzen van het basispakket. De vraag of de zorg noodzakelijk is, hangt niet zozeer af van de zorg zelf, maar van de omstandigheden van de aandoening waarvoor die zorg moet worden verleend. De grens tussen noodzakelijk en niet-noodzakelijk loopt dus dwars door de zorggebieden heen. Hetzelfde geldt voor het onderscheid tussen doelmatige en niet-doelmatige zorg. Overigens kunnen bij geneesmiddelen, hulpmiddelen en topzorg gemakkelijker pakketbegrenzingen in verband met niet noodzakelijkheid of ondoelmatigheid worden gevonden.
Doelmatigheid van de zorg is niet via de buitengrenzen van het pakket te regelen, maar moet "van binnen uit" worden gestimuleerd door gerichte en systematische maatregelen en prikkels, zowel bij zorgaanbieders, zorgverzekeraars als bij verzekerden. In het rapport staan talrijke voorbeelden, waarbij kwaliteit en kosten succesvol werden beheerst.

Samenvoeging eerste en tweede compartiment
Het CVZ heeft een inhoudelijke afweging gemaakt van de voors en tegens van het handhaven van de grens tussen het eerste en tweede compartiment. Toetsingscriteria daarbij waren: zorginhoud, toegankelijkheid, uitvoering, financiën en
beheersbaarheid/controleerbaarheid.
De gehanteerde toetsingscriteria leveren argumenten op voor het opheffen van de scheiding tussen eerste en tweede compartiment. Met name een aantal zorginhoudelijke uitkomsten leidt tot de conclusie dat het sterk de voorkeur zou verdienen als de huidige zorg in de ZFW en in de AWBZ vanuit één regime wordt aangeboden. Uit allerlei experimenten met zorgvernieuwing wordt de roep om een samenhangend zorgaanbod zichtbaar. Hetzelfde patroon laten individuele voorbeelden zien: behoefte aan continuïteit van zorg en aan samenhang van zorgonderdelen die nu nog vanuit de gescheiden regimes worden aangeboden. Deze samenhang (gelijktijdig, complexe zorg) en ook de continuïteit (in de tijd aansluitende zorg) worden belemmerd door twee regimes.
Dat geldt niet alleen op het individuele patiëntenniveau, maar ook voor de organisatieaspecten, samenwerkingsrelaties tussen instellingen en de financiering daarvan. De daarmee gepaard gaande bureaucratie gaat ten koste van de zorginhoudelijk zo gewenste zorgvernieuwing. Vermaatschappelijking van de zorg in de care- en de curesector heeft verdere integratie van het zorgaanbod tot gevolg. De ketenzorg is daarvan een voorbeeld. Deze ontwikkeling naar integratie versterkt de behoefte aan het wegnemen van formele barrières, zoals de compartimentgebonden beleidsverschillen.


Auteur: John van der Pas (020) 34 75 605

Mutatiedatum 01/01/25 08:01:40