Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 008
Datum: 22-01-2001
DREMPEL EN PERCENTAGE VASTGESTELD VOOR VOORRAADVERPLICHTING AARDOLIEPRODUCTEN
Op voorstel van Minister Jorritsma van Economische Zaken heeft de
ministerraad ingestemd met het uitvoeringsbesluit Wet voorraadvorming
aardolieproducten 2001
(Wva 2001) over het aanhouden van verplichte olievoorraden. Deze
voorraadverplichting vloeit voort uit internationale afspraken. Nederland
heeft ervoor gekozen de nationale voorraadverplichtingen voor een beperkt
deel in te laten vullen door het oliebedrijfsleven, terwijl de Stichting
Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA) het grootste deel
van de verplichtingen afdekt.
Momenteel ligt het voorstel voor de Wva 2001 voor behandeling bij de
Tweede Kamer, de streefdatum voor inwerkingtreding is 1 april 2001.
Om optimaal te kunnen inspelen op oliemarktontwikkelingen bepaalt de Wva
2001 dat bij algemene maatregel van bestuur de drempel wordt vastgesteld
waar beneden bedrijven niet voorraadplichtig zijn en het percentage van de
van de relevante binnenlandse afzet dat deze bedrijven als verplichte
voorraad moeten aanhouden. De drempel wordt gesteld op 50.000 ton
aardolieproducten, waardoor er in Nederland zo'n 20 voorraadplichtige
ondernemingen zullen zijn. Voor de implementatie van de Wva is dit
uitvoeringsbesluit een onmisbaar element.
De voorraadplicht wordt gesteld op 4 procent van de van de binnenlandse
afzet aan aardolieproducten waarop accijns rust minus de drempel van
50.000 ton. Dit percentage is gebaseerd op de gemiddelde voorraad waarover
het voorrraadplichtige oliebedrijfsleven bij een normale bedrijfsvoering
beschikt. Mogelijk vormen de relevante oliegegevens over 2000, die medio
maart beschikbaar zijn, aanleiding om het percentage en/of de drempel bij
te stellen, voordat het besluit van kracht wordt.
Minister Jorritsma is gemachtigd het uitvoeringsbesluit voor advies aan de
Raad van State te zenden.