Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

MINOCW: rente op studieleningen verlaagd naar 5,18 procent

08 januari 2001

persbericht 002

RENTE OP STUDIELENINGEN VERLAAGD NAAR 5,18 PROCENT

Minister drs. L.M.L.H.A. Hermans (OCenW) heeft de rente op studieleningen die op grond van de Wet op de studiefinanciering worden verstrekt, voor 2001 vastgesteld op 5,18 procent. In 2000 was de rente nog 5,92 procent. De rente op 'oude' leningen, die vóór 1 januari 1992 zijn verstrekt, bedraagt voor 2001 3,53 procent. Dat rentetarief lag op 3,24 procent.

Volgens de Wet op de studiefinanciering stelt de minister elk jaar het rentepercentage op de studieleningen vast. Hij moet daarbij uitgaan van de rente op (bepaalde) staatsleningen over de maand oktober. Die rente was in oktober 2000 5,18 procent. Voorgaande jaren moest de minister voor leningen vanaf 1 januari 1992 daarbovenop een opslag van
1,15 procentpunt berekenen. Omdat met ingang van 1 januari 2001 de rente niet meer aftrekbaar is, is ter compensatie de opslag komen te vervallen.
De rente op oude studieleningen (verstrekt vóór 1992) is ook met 1,15 procentpunt verlaagd. Voor 2001 is de rente vastgesteld op 3,53 procent.

Voor studieleningen geldt het systeem met aflossing naar draagkracht. De leningen hoeven na de studie alleen te worden terugbetaald bij een voldoende hoog inkomen. Wie een laag inkomen heeft, hoeft minder of zelfs niets terug te betalen. Na 15 jaar aflossen wordt een eventueel restant aan studieschuld kwijtgescholden.

Noot voor de redactie,