Recommendation on minimum criteria for environmental inspections - agreement Press Release: Brussels (08-01-2001) - Press: 5 - Nr: 5047/01
Brussel,
8 januari 2001
5047/01 (Presse 5)
BEMIDDELINGSCOMITÉ PARLEMENT - RAAD
Overeenstemming over de aanbeveling betreffende
minimumcriteria voor milieu-inspecties in de lidstaten
Nu de Raad en het Europees Parlement op 8 januari overeenstemming
hebben bereikt in het Bemiddelingscomité ( 1), is de voorgestelde
aanbeveling betreffende minimumcriteria voor milieu-inspecties in de
lidstaten klaar om te worden aangenomen. De twee instellingen moeten
de overeenstemming nog bevestigen, met een absolute meerderheid van
stemmen in het geval van het Parlement en met een gekwalificeerde
meerderheid van stemmen in het geval van de Raad, waarna de
aanbeveling definitief zal worden aangenomen.
De hoofdvraag bij deze bemiddeling was de aard van de tekst: het
Parlement gaf de voorkeur aan een richtlijn. De oplossing waarvoor het
Bemiddelingscomité uiteindelijk heeft geopteerd, is een stapsgewijze
aanpak: in een eerste fase wordt gewerkt met een aanbeveling, die zich
in een latere fase dan kan ontwikkelen tot een richtlijn. Twee jaar na
de inwerkingtreding van de aanbeveling brengen de lidstaten bij de
Commissie verslag uit over hun bevindingen. In het licht van de
opgedane ervaring zal de Commissie dan de werking en de
doeltreffendheid van de aanbeveling evalueren. Te dien einde dient de
Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in, dat in
voorkomend geval vergezeld gaat van een voorstel voor een richtlijn.
Doel van de toekomstige aanbeveling is, de naleving van de communautaire milieuwetgeving in de lidstaten kracht bij te zetten en bij te dragen tot een meer consequente uitvoering en handhaving ervan.
De aanbeveling voorziet in milieu-inspecties van alle industriële installaties en andere bedrijven waarvan de emissies en lozingen in het milieu krachtens de wetgeving van de Europese Gemeenschap onderworpen zijn aan voorschriften betreffende toestemming of vergunningen. Een milieu-inspectie bestaat uit bezoeken ter plaatse, verificatie van eigen controlemaatregelen die door de exploitanten van gecontroleerde installaties worden uitgevoerd, alsook controle van de gebouwen, de uitrusting, de adequaatheid van de milieuzorg ter plaatse en de door de exploitanten bijgehouden bescheiden.
Meer in het bijzonder wordt voorzien in twee soorten inspecties:
- routinematige, die deel uitmaken van een vooraf vastgesteld
inspectieprogramma, en
- incidentele, naar aanleiding van een klacht, in samenhang met de
afgifte, hernieuwing of wijziging van een toestemming of
vergunning, of bij onderzoek naar ongevallen, incidenten of
gevallen van niet-naleving van de voorschriften.
De lidstaten wordt verzocht van tevoren plannen op te stellen voor
milieu-inspectieactiviteiten die het gehele grondgebied van de
lidstaat en de aldaar gevestigde installaties omvatten. Elk
milieu-inspectieplan moet tenminste:
- het geografische gebied aangeven waarop het betrekking heeft;
- betrekking hebben op een nader genoemd tijdvak;
- specifieke bepalingen betreffende de herziening ervan bevatten;
- de specifieke locaties of het type van de betrokken installaties
noemen;
- programma's voor routinematige milieu-inspecties voorschrijven;
- voorzien in procedures voor incidentele milieu-inspecties en een
algemene beschrijving daarvan geven;
- voorzien in de coördinatie tussen de verschillende
inspectie-instanties.
Na bezoeken ter plaatse moet een rapport worden opgesteld met de
bevindingen van de inspectie-instanties en mogelijke conclusies. Die
rapporten dienen binnen de twee maanden na de inspecties openbaar te
worden gemaakt.
Footnotes:
( 1)
Het Bemiddelingscomité telt 30 leden: 15 leden van het Europees Parlement en 15 vertegenwoordigers van de Raad. De vergadering stond onder gezamenlijk voorzitterschap van de heer James PROVAN, vice-voorzitter van het Europees Parlement, en de fungerend voorzitter van de Raad, de heer Kjell LARSSON, minister van Milieu van Zweden.