NMBS

8/1/2001

Mededeling van de Voorzitter van de Raad van Bestuur

De Voorzitter van de Raad van Bestuur van de NMBS, de heer Michel Damar, deelt mee dat sinds 22 oktober 2000, en op zijn voorstel, de Raad van Bestuur een studie opgestart heeft over de "corporate governance" bij de NMBS, teneinde de kwaliteit van het beheer van de Maatschappij te evalueren en te verbeteren. Deze evaluatie is gesteund op de aanbevelingen in verband met het "goed bestuur en beheer" van ondernemingen, die werden geformuleerd door het Verbond van Belgische Ondernemingen en door de Belgische Commissie van de Beurs van Brussel, evenals op een vergelijking met bepaalde Belgische en buitenlandse ondernemingen.

Deze studie werd toevertrouwd aan de consultant KPMG en werd geleid door een van de beste specialisten op dit vlak.

Ze is vandaag klaar en werd zopas overgemaakt aan de Regering en aan de bestuurders van de Maatschappij, die ze al op de vergadering van de Raad van Bestuur van 26 januari e.k. zullen bespreken.

Verder, gezien de moeilijkheden inzake financiering, die zich gesteld hebben bij het opmaken van het investeringsbudget 2001, heeft de Voorzitter van de Raad van Bestuur beslist de besprekingen te bespoedigen en heeft hij een buitengewone vergadering van de Raad bijeengeroepen op 23 januari e.k., teneinde op diepgaande wijze het ontwerp van tienjareninvesteringsplan te bestuderen dat momenteel door het Directiecomité wordt voorbereid. Deze bespreking zal verdergezet worden op de vergadering van 26 januari, in het vooruitzicht van de overmaking van dit ontwerp aan de Regering.

Ten slotte, rekening houdend met het boekhoudkundig deficit bij de twee opdrachten van openbare dienst - binnenlands reizigersvervoer en beheer van de infrastructuur -, deficit dat door alle partijen erkend werd bij de laatste goedkeuring van de rekeningen van de Maatschappij, brengt Michel Damar in herinnering dat de Raad van Bestuur het Directiecomité gemandateerd heeft om de besparingsmaatregelen te bestuderen die zouden moeten genomen worden bij gebrek aan een volledige of gedeeltelijke bijkomende overheidsbijdrage.

© 2000 NMBS