NAM B.V.
Persinformatie: Positie NAM in Andel II
Geen proefboring in het nationaal park De Biesbosch, en alleen
werkzaamheden aanvangen in overleg met belanghebbenden. Dat blijven
onverminderd de belangrijkste uitgangspunten van de Nederlandse
Aardolie Maatschappij (NAM) in de thans gevoerde publieke discussie
omtrent de door de minister van Economische Zaken afgegeven
boorvergunning voor Andel II, een gebied van 30.000 hectare op het
grensvlak van de provincies Noord-Brabant, Zuid-Holland en
Gelderland.
De NAM hecht er waarde aan haar positie te onderstrepen ter voorkoming
van mogelijke mispercepties. Zo kan het begrip 'boorvergunning' tot
verwarring leiden. Immers, de NAM heeft daarmee in de praktijk nog
geen toestemming om een proefboring uit te voeren. Een dergelijke
vergunning heeft louter een exclusiviteitswaarde, hetgeen er op
neerkomt dat de NAM op haar concurrentie het recht heeft verworven om
delfstoffen op te sporen na overeenstemming met gemeentes over een
mogelijke boorlocatie.
In de praktijk gaat het hier om een activiteit, die circa 40 tot 60
dagen in beslag zal nemen, om vast te stellen of het vermoedelijk
voorkomende aardgas aanwezig en economisch winbaar is. Een
boorvergunning geeft geen recht op het winnen van delfstoffen.
Daarvoor zal een nieuw vergunningentraject moeten worden afgelegd.
De NAM is zich bewust van de gevoeligheid van de discussie over mogelijk aardgas onder de Biesbosch. Een gezamenlijke aanpak van onder anderen biologen en technici geeft de NAM echter het volle vertrouwen dat activiteiten kunnen worden ondernomen zonder het nationale park als kwetsbaar gebied aan te tasten, ondermeer door het vaste voornemen om een schuine boring uit te voeren. Dit betekent dat op afstand (buiten het park) het op ruim twee kilometer diepte gelegen reservoir zal worden onderzocht. Hierbij zal geen gas worden afgefakkeld.
Behalve toestemming van lokale overheden - en in dit specifieke geval
ook de minister middels een besluit tot goedkeuring van een concreet
boorplan - streeft de NAM tevens naar een maatschappelijk draagvlak
met belanghebbenden in een dialoogvorm met individuele omwonenden en
belangengroeperingen. De NAM huldigt immers het principe van duurzame
ontwikkeling waarbij wordt gestreefd naar een balans van economische
ontwikkeling, milieubescherming en sociale verantwoordelijkheid.
Resteert de vraag waarom de NAM, maar ook Nederland als geheel,
geĂŻnteresseerd zou zijn in een Andel II-gasvolume van wellicht 2 tot 3
miljard kubieke meter. Een relatief klein volume, zo wordt door
sommigen aangevoerd - maar nog altijd ruim voldoende om 50.000
huishoudens gedurende 20 jaar te voorzien van energie voor verwarming,
warm water en andere voorzieningen.
De overheid voert een energiebeleid waarbij ondermeer is
overeengekomen het Groningen-gasveld zoveel mogelijk voor toekomstige
generaties te sparen door gelijktijdig additionele kleine velden te
ontwikkelen, zoals in het geval van Andel II. Hierdoor kan de
bestaande gasinfrastructuur in ons land langere tijd worden
gehandhaafd, aangezien de mogelijkheid bestaat verschillende soorten
gas (hoog en laag calorisch) te mengen tot de standaardkwaliteit van
het Nederlandse net. Ook is ons land minder afhankelijk van import.
Tot slot geldt aardgas in vergelijking tot andere fossiele brandstoffen als een relatief schone energiedrager - volgens de meest uiteenlopende scenario's de meest logische bron om de stijgende energievraag in de komende decennia te kunnen beantwoorden op weg naar een nieuwe energiehuishouding, terwijl het vervolgens tevens de basis kan gaan vormen voor meer duurzame toepassingen zoals de waterstof-route. Het vormen overwegingen om tot een goede afweging te komen in het verantwoord omgaan met nationale energiebronnen.
NAM Public Affairs - 5 december 2000
Hans Jansen 0592-362139 / 369111
05 dec 00 15:18