Wapenexportbeleid (081100)
Den Haag, 8 november 2000
De Nota is een uiting van de door de Kamer gewenste periodieke
rapportage omtrent het wapenexportbeleid. De Nota bevat eigenlijk
niets nieuws. Dat kan ook eigenlijk niet, want in het beleid is niets
veranderd. De in het regeeraccoord vastgelegde wens om niet te
exporteren naar landen die niet deelnemen aan het VN-wapenregister is
een zachte dood gestorven op Eu-niveau. Geen der lidstaten wenste
daaraan mee te werken. Het Europese parlement heeft onlangs met grote
meerderheid een resolutie aangenomen om de Europese Wapenexport Code
bindend te maken voor de lidstaten. Wat is daarop de reactie van de
Nederlandse regering. Zou aanvaarding daarvan een aardig onderdeel
vormen van een Europees Gemeenschappelijk Buitenlands
Veiligheidsbeleid? Of blijft de Nederlandse regering voorstander van
nationale souvereiniteit op dit gebied? Binding en souvereiniteit
staan haaks op elkaar.
Coarm, de raadscommissie inzake wapenexportbeleid, bereikte reeds
vrijwel overeenstemming over de lijst van militaire goederen op basis
van het Wassenaars Arrangement Dit is dus eigenlijk een
non-vooruitgang, immers de lijst bestond in wezen al.
Over de niet-militaire goederen, die gebruikt worden bij schendingen
van de mensenrechten bestaat nog onenigheid. Gaarne verduidelijking.
Hoe staat het met de zogenaamde kleine wapens, die bij talloze
conflicten een grote rol spelen?
De nederlandse industrie is betrokken bij de ontwikkeling van
Amerikaanse wapensystemen waaronder de JSF. Tijdens het werkbezoek van
de commissie Defensie bereikten ons berichten dat deze Nederlandse
aanbieders moeilijkheden ondervinden importvergunningen te verkrijgen
bij de Amerikaanse overheid. Dit geldt met name ook voor
compensatieorders. Wat denkt de staatssecretaris hiervan?
Samenwerking op het gebied van wapenproduktie moet ook leiden tot een
gecoördineerd wapenexportbeleid. Immers indien een Franse onderneming
wapens wil exporteren waarin Nederlandse systemen zijn ingebouwd
moeten beide landen wel tot een exportvergunning beslissen anders
heeft die samenwerking geen zin. Dit is wellicht de oorzaak dat er
onenigheid bestond over de zogenaamde denial notafications!
Indien dat juist is, wat was de oorzaak van de afwijkende oordelen in
het consultatieproces
Kamerlid: Henk de Haan