Toespraak van staatssecretaris Fleur Gräper-van Koolwijk tijdens de uitreiking van de Zilveren Camera

Staatssecretaris Fleur Gräper-van Koolwijk sprak op vrijdag 16 februari 2024 tijdens de uitreiking van de Zilveren Camera in Theater Gooiland in Hilversum. 

[het gesproken woord geldt]

Goedemiddag allemaal.

‘Je neemt geen foto, je maakt hem.’ Dat zei de Amerikaanse fotograaf Ansel Adams decennia geleden.  

En ik ben het helemaal met hem eens.

Een foto is niet zomaar de werkelijkheid vastleggen, maar er een nieuwe voorstelling van maken.

Een kunst op zich.

Dat laten jullie dag in, dag uit zien.

Met jullie beelden die een eigen taal spreken. Die je raken, van je stuk brengen, aan het denken zetten.

Het is kunst met een diepere laag. Want met deze foto’s krijg je inkijkjes in de wereld om ons heen. Dichtbij, of juist verder weg.

En hoe langer je naar deze foto’s kijkt, des te meer je ziet.

Je neemt langzaam de details tot je, die samen het verhaal vertellen. Een verhaal over onrecht, verdriet of misschien wel blijdschap.

Verhalen die jullie willen vertellen. Sterker nog: die volgens jullie verteld moeten worden.

Omdat de actualiteiten daarom vragen, of omdat juist dat ene verhaal een groter podium verdient.

Jullie brengen die verhalen bij ons. Laten ze doorsijpelen in de maatschappij.

Gunnen ons een kijkje in bijvoorbeeld de Tweede Kamer, de wachtkamer van Amsterdam Fashion Week of bij een training voor het wereldkampioenschap touwtrekken.

Beelden die we anders misschien niet zouden zien. Maar ook beelden die we moeten zien.

Die vraagtekens plaatsen bij wat er gebeurt. Dingen aan de kaak durven te stellen.

Het mooie aan fotojournalistiek is dat daar twee disciplines samensmelten: de media en de kunst.

Jullie doen verslag, duiden, controleren.

Jullie zijn de waakhonden van de democratie.

En dat doen jullie met beelden die niet zouden misstaan in een kunstgalerij.

Ik wil graag een fotograaf naar voren roepen die al ruim dertig jaar foto’s maakt.

Telkens met zwart-wit beeld, vaak nog met film.

Iemand die de Zilveren Camera vier keer eerder won.  

Eddy van Wessel, mag ik jou vragen om op het podium te komen?

Dan richt ik me eerst even tot het scherm. Marianne en Wouter, wat fijn dat jullie er zo bij kunnen zijn.

Eddy, terug naar jou.

Ik begon mijn speech met de woorden van de Amerikaanse fotograaf Ansel Adams. Hij zei: ‘Je neemt geen foto, je maakt hem.’ En wat heb jij in die ruim dertig jaar een gigantische collectie goede foto’s gemaakt.

Foto’s die internationaal zijn gepubliceerd. Die vele prijzen hebben gewonnen in binnen- en buitenland.

Foto’s die binnenkomen. Ik moet dan denken aan de fotoserie ‘Ruïnes voor de vrijheid’, waarmee je vorig jaar de Zilveren Camera won.

Het zijn foto’s van de oorlog in Oekraïne.

Een beeld uit Bachmoet heeft op mij veel indruk gemaakt. Een ouder stel, verpakt in verband in een noodhospitaal. Op de achtergrond zie je een afbeelding van een vredesduif.

Ik zou het liefst het verband van die mensen afhalen. De oorlog wegdenken.

Want als je dat doet, lijkt het op een alledaags beeld. Van een man en een vrouw, die elkaar liefdevol aankijken.

Maar dat is niet zo.

Dat vind ik het krachtige aan jouw beelden, Eddy.

Jij weet als geen ander het menselijke in een onmenselijke situatie te vangen.

Om dat te kunnen doen, begeef je je in oorlogsgebieden zoals Oekraïne, Irak en Syrië.

Gevaarlijke gebieden, vol verhalen die volgens jou verteld moeten worden.

Daarom blijf je dit werk doen.

Om die alledaagse, onmenselijke beelden te maken, en te laten zien.

Om een oorlog een menselijk gezicht te geven.

Eddy, je wordt door de mensen in deze zaal niet alleen geroemd om jouw foto’s.

Je wordt ook gezien als ambassadeur van de Nederlandse fotojournalistiek.

Je zet je in voor persvrijheid. Je bent een voorbeeld voor de jongere generatie fotojournalisten. En je hebt je hardgemaakt voor de positie van collega-fotografen als het bijvoorbeeld gaat om tarieven en auteursrechten.

Wat ik het meest bijzondere aan jou vind, is je drive. Jij jaagt al decennia lang op de ultieme foto.

Je zei enkele maanden geleden in de podcast Scherptediepte, en ik citeer: ‘Ik wil het beeld maken waar alles in zit. Die foto maken waarin je een hele oorlog vertelt en waarvan mensen zeggen: oké, daar kunnen we niet omheen.’

Eddy, ik ben benieuwd welke beelden je in de toekomst gaat maken. Eén ding is zeker: we kunnen nu al niet om jou heen.

Het is mij een grote eer om u te kunnen meedelen dat het Zijne Majesteit de Koning heeft behaagd om u te benoemen tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Gefeliciteerd!