Toespraak van minister Mariëlle Paul bij de Landelijke Studiedag Holocausteducatie in Herinneringscentrum Kamp Westerbork

 Minister Mariëlle Paul sprak op donderdag 25 januari 2024 tijdens de Landelijke Studiedag Holocausteducatie in Herinneringscentrum Kamp Westerbork. 

[het gesproken woord geldt]

Beste mensen,

Een prachtige foto, vindt u niet? In het midden is baby David te zien, die nog maar met moeite zijn hoofd omhoog kan houden. Hij beweegt zoveel, dat hij onscherp op de foto staat.

David is omringd door zijn twee grote zussen: Elly die recht in de camera kijkt, en Sonja die liefdevol naar haar broertje staart. Links de kleine Max, en rechts de trotse moeder Heintje. Alleen vader Bennie ontbreekt op dit plaatje, anders was het gezin compleet geweest.

Iets wat Bennie wilde. Hij wilde het gezin koste wat kost bij elkaar houden. Ook eind jaren dertig, toen delen van de wereld onveilig werden voor de Joodse gemeenschap.

Bennie werkte in die tijd als autohandelaar in Bennebroek en zijn compagnon, Jan, stelde regelmatig voor dat hij moest onderduiken.

Hij bood zelfs onderduikadressen aan, die Bennie keer op keer afsloeg. Want nergens kon het gezin met z’n zessen een veilig onderkomen vinden.

Op den duur moesten ze noodgedwongen verhuizen. Eerst naar de Joodse wijk in Amsterdam, en vervolgens naar kamp Westerbork.

Ruim een half jaar verbleven ze daar. Samen, in barak 70.

Op 25 januari 1944, precies tachtig jaar geleden, zaten ze samen in een overvolle trein. Samen met 942 andere mensen.

De eindbestemming was Auschwitz. Daar werden Bennie, Heintje, Elly, Sonja, Max en David bij binnenkomst vermoord.

Een abrupt einde aan hun levens. Aan hun dromen, ambities, wensen. Aan wie zij waren. Aan wie zij konden zijn.  

Vergroot afbeelding Familie van der Molen

Beeld: ©Herinneringscentrum Kamp Westerbork
Familie van der Molen.

Het verhaal van de familie Van der Molen is helaas geen unicum.

Tijdens de Duitse bezetting zijn ongeveer 107.000 Joden vanuit Nederland weggevoerd naar concentratiekampen. Dat gebeurde grotendeels vanaf hier, kamp Westerbork. Waar ook Sinti en Roma op transport zijn gezet.

Samen vormen al deze verhalen het gezicht van de Holocaust in Nederland. Als een mozaïek, dat bestaat uit duizenden stukjes. Duizenden levens, duizenden verhalen.

Een deel van die verhalen vinden we nog steeds in Westerbork.

Overlevenden vertellen ze zelf, of de verhalen van voormalig bewoners zijn achterhaald via foto’s, briefkaarten en andere documenten.  

Westerbork kent een turbulente geschiedenis, inclusief veel benamingen. Eerst werd het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork genoemd voor alle uit Duitsland en Oostenrijk gevluchte Joden, en  vervolgens stond het bekend als ‘Durchgangslager’: een voorportaal van een vernietigingskamp.

Begin jaren vijftig werd kamp Westerbork omgedoopt tot Schattenberg, en was het de verblijfplaats voor talloze Zuid-Molukkers die in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger hadden gevochten.

Veel historie voor één plek. Misschien wel te veel. Je kunt hier haast de geschiedenis voelen. Alsof die is doorgesijpeld in de grond.

Er wordt hard gewerkt om de verhalen van de oud-bewoners van Westerbork levend te houden.

Onder meer door de medewerkers van Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

Zij zorgen ervoor dat het mozaïek aan Holocaustverhalen wordt verteld. Zij zorgen ervoor dat we die gitzwarte bladzijde uit onze geschiedenis niet vergeten, maar juist keer op keer openslaan en opnieuw lezen. Zij zorgen ervoor dat die zo’n 107.000 verhalen een gezicht krijgen, waardoor onze geschiedenis niet alleen toegankelijker, maar ook menselijker wordt.

Maar niet alleen zij doen dat. Want het geldt ook voor u. Alle docenten in deze zaal.

U zet zich in om deze complexe, barbaarse en bijna niet in de woorden te bevatten periode uit onze geschiedenis door te geven aan uw leerlingen.

En ik kan niet vaak genoeg benadrukken hoe belangrijk dat is.

Want door meer te leren over de Holocaust, over antisemitisme, over uitsluiting, verwerven we meer kennis. Gaan we erover met elkaar in gesprek, en komen tot waardevolle en belangrijke inzichten.

We komen niet alleen meer te weten over de geschiedenis, maar ook over onze huidige samenleving waarin we steeds vaker te maken hebben met antisemitisme. We leven in een wereld waar meerdere oorlogen woeden, waar veel mensen een mening over hebben en waardoor steeds vaker mensen lijnrecht tegenover elkaar komen te staan.

Daarom is jullie werk van onschatbare waarde. Jullie helpen jongeren om onze geschiedenis te begrijpen. Om feit van fake news te onderscheiden. Niet klakkeloos iets te geloven wat je online leest. Om kritisch en empathisch te kijken naar ons verleden en die lessen toe te passen in het heden.

Jullie, als docenten, werken hard om van jullie klaslokalen veilige ruimtes te maken, waar je als leerling je mening, zorgen en gevoelens over lastige onderwerpen kunt uiten.

Door die gesprekken leer je elkaar beter kennen. Snap je elkaars beweegredenen.

En dat is broodnodig. Want alleen zo kom je nader tot elkaar.

Ik spreek met veel leraren, en weet daardoor dat het zware gesprekken kunnen zijn. Schurende gesprekken. Juist nu, met alles wat er in de wereld gebeurt. Dat gevoel van angst, onrust en onzekerheid bereikt ook de klaslokalen en de hoofden van jullie leerlingen. En dat kan bij hen heftige reacties en gevoelens oproepen.

Dat vraagt veel van jou, als docent. Want het gaat om uitermate complexe en gevoelige onderwerpen, zoals de situatie in het Midden-Oosten.  Onderwerpen die zorgen voor grote verdeeldheid, ook in de klas.

Zo’n gesprek moet jij, als docent, dan in goede banen leiden. Dat vraagt om kennis, empathie, de juiste vaardigheden.

En soms om wat extra hulp. Ook van de overheid. Daarom is het Expertisepunt Burgerschap opgericht, een loket waar je als docent, teamleider of schooldirecteur hulp kunt krijgen bij burgerschapsonderwijs.

Alleen samen kunnen we de heftige verhalen uit ons verleden tastbaar houden. Dat doen we bijvoorbeeld in het Nationaal Plan Holocausteducatie van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding.

Een nieuw plan, waarin we bezien hoe we holocausteducatie verder kunnen verbeteren. Het grote aanbod van verhalen dat er ligt, willen we toegankelijker en begrijpelijker maken voor leerlingen. Ik zeg heel bewust ‘we’. Want niet alleen het ministerie van OCW werkt daaraan mee, maar bijvoorbeeld ook Herinneringscentrum Kamp Westerbork. 
 

Beste mensen,
 

Meerdere instanties hebben ook samengewerkt om deze Landelijke Studiedag Holocausteducatie te organiseren. Een jaarlijks terugkerende dag, waarin jullie, als docenten, de kans krijgen om je te verdiepen in holocausteducatie.

Door zelf in gesprek te gaan met mensen die de Holocaust hebben meegemaakt, te kijken hoe moderne kunst is in te zetten om leerlingen een eigen beeld mee te geven van de Holocaust of door leerlingen kritischer te leren kijken naar films over de Tweede Wereldoorlog. 

Er is vandaag genoeg te doen. Genoeg te zien. Genoeg te leren.

Alleen al van alle verhalen die hier in Westerbork zijn te vinden. Van de ongeveer 107.000 verhalen, 107.000 lessen, 107.000 levens.

Laten we die nooit vergeten.

Dank u wel!