Virtual reality en artificiële intelligentie helpen bij de aanpak van PTSS

Psychotrauma’s zoals posttraumatisch stressstoornis (PTSS) zijn bekende beroepsziekten bij de politie. Er wordt dan ook veel aan gedaan om effectieve zorg en ondersteuning te bieden of – beter nog – deze ziekten te voorkomen. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is samen met de politie zeer betrokken bij innovaties in de aanpak van psychotrauma’s zoals PTSS. Zo werd er op woensdag 30 september 2020 een digitale expertsessie gehouden, waarbij minister van JenV Ferd Grapperhaus zich liet voorlichten over de ontwikkelingen in deze aanpak.

Beeld: ©Ministerie van Justitie en Veiligheid / Robert Huiberts

De politie heeft al jaren aandacht voor effectieve behandeling van beroepsziekten als PTSS. Tineke van der Gulik, waarnemend korpspsycholoog: “Politiemedewerkers maken, vaak dagelijks, heftige incidenten mee. Daarom heeft de politie de afgelopen jaren een professionaliseringsslag op het gebied van preventie, ondersteuning en zorg rond beroepsziekten zoals PTSS gemaakt.” Ze somt een aantal recente ontwikkelingen op: “De landelijke uitrol van goede voorlichting over PTSS, zorglijn PTSS, en Fitpol, een app met onder andere informatie over fit blijven en een digitale psychologische zelftest. Ook onderzoeken we hoe iets als virtual reality kan bijdragen aan het bevorderen van weerbaarheid en het gezond blijven van onze politiemedewerkers.” Om vooruitgang te boeken, zoeken politie en het ministerie van JenV actief contact en samenwerking met onderzoekers.

Nieuwe inzichten

Een van die onderzoekers is prof. dr. Miranda Olff. Uit de laatste wetenschappelijke bevindingen, blijkft PTSS twee tot drie keer zo vaak voor te komen bij vrouwen. Door neurobiologische verschillen tussen de seksen, reageren zij ook verschillend op behandelingen. Dit vraagt om een vertaling naar het optimaliseren van de behandeling voor mannen en vrouwen. Hoewel psychotherapie de eerste keuze is voor de behandeling van PTSS, blijkt uit eerste studies dat preventie en behandeling zijn te versterken door het toedienen van oxytocine via een neusspray. Ook zijn er eerste wetenschappelijke aanwijzingen dat patiënten baat kunnen hebben bij complementaire en alternatieve interventies als de traditionele behandeling niet aanslaat.

Hoog terugvalpercentage

Marieke Soeter (TNO) benoemt een andere nieuwe ontwikkeling. “Traditioneel is de behandeling van PTSS gericht op ‘praten en pillen’. Uiteindelijk krijgt tot 60 procent van de patiënten een terugval bij die behandeling. Zij krijgen te maken met gedeeltelijke of volledige terugkeer van klachten. Dat komt omdat het angstgeheugen niet gewist wordt door de medicijnen of gesprekken. Zij onderdrukken het oude angstgeheugen alleen, waardoor de kans blijft dat het de kop kan opsteken.”

Reconsolidatie van het geheugen

Met inzichten uit de neurowetenschappen en dieronderzoek blijkt dat angstgeheugen niet permanent is: “Samen met prof. dr. Merel Kindt (UvA) hebben we dit nu ook in mensen aangetoond. Het ophalen van oude herinneringen maakt het geheugen labiel en vatbaar voor verandering. Door reconsolidatie van dat geheugen kun je bestaand angstgeheugen verwijderen.”

Het blijkt een veelbelovende behandeling. “Met een reeks fundamentele experimenten hebben we kunnen aantonen dat je de emotionele component wist, maar de feitelijke herinnering intact laat. Met andere woorden: de herinnering blijft, maar de patiënt voelt er geen angst meer bij. Het is een snelle en zeer effectieve behandeling, want 80 procent van de behandelde patiënten blijkt binnen één sessie van zijn of haar angst af te zijn. We onderzoeken deze methode momenteel bij veteranen die aan oorlog gerelateerde PTSS lijden en bij zorgmedewerkers die in de coronapandemie getraumatiseerd zijn. Ik denk dat deze behandeling ook interessant zou kunnen zijn voor de politie.”

Virtuele partners en inlijving

Een andere interessante ontwikkeling is artificiële intelligentie (AI) om de veerkracht van patiënten te versterken. Dit kan bijvoorbeeld op basis van ervaringen in de gezondheidszorg. Mark Neerincx leidt het onderzoek bij TNO: “We kunnen veel leren van de wijze waarop diabetespatiënten omgaan met stress en hoe zij daarbij met slimme hulpmiddelen ‘gezonde gedachtepatronen’ aanleren. In ons onderzoek zoeken we symbiose tussen mensen en AI. Ik ben enthousiast over de mogelijkheden om sociale robots in te zetten als fysieke en virtuele assistent voor patiënt en dokter. Zij kunnen helpen bij zowel training als behandeling. Ook inlijving is mogelijk, ofwel het aanleren van gezonde gedachten. Dit gaat via training- of behandelsessies in virtual reality, waarbij we gebruik maken van een gesimuleerde innerlijke stem.

Verantwoorde artificiële intelligentie

De voorbeelden van Neerincx klinken abstract. “Ik vergelijk symbiose met een evolutionair proces”, verklaart de onderzoeker zich nader. Zowel de mens als de AI heeft er profijt van: zij leren op elkaar inspelen en worden gezamenlijk slimmer en veerkrachtiger. Dit vergt strikte randvoorwaarden: de techniek moet eerlijk en verantwoord zijn, transparant en verklaarbaar. We zoeken ‘responsible Artificial Intelligence’. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Juist in ontwikkeling en implementatie van die verantwoorde AI is de steun van het ministerie hard nodig.”

Ook voor Eric Vermetten, als hoogleraar verbonden aan het Leids UMC is kunstmatige intelligente een potentiële kennisdoorbraak. Vermetten bepleit de komst van een gecertificeerd expertisecentrum voor geüniformeerde professionals dat gebruik gaat maken van onder andere virtual reality exposure therapy.

Waarnemend korpspsycholoog Tineke van der Gulik is blij met de innovatieve ontwikkelingen op het gebied van de aanpak van beroepsziekten zoals PTSS: “Wij willen ons blijven ontwikkelen. Ons doel is alle politiemedewerkers zo gezond mogelijk te houden in de uitvoering van hun risicovolle beroep.” Beter begrip van individuele behoeftes van patiënten is daarbij belangrijk, stellen Soeter en Neerincx: “Met meer data-gedreven methoden ontwikkelen we meer kennis over psychotrauma’s als PTSS en kunnen we zorgen voor een betere preventie en een vroegere signalering.”

Expertsessie

Aan de expertsessie van 30 september deden mee: TNO, het Leids UMC, Centrum ’45, het UMC Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam. Er waren onder andere bijdragen van dr. Victor Kallen over de neuropsychologische rationale achter het ‘gouden uur’, prof. dr. Miranda Olff over de ontwikkelingen in preventie, behandeling en begeleiding van PTSS en prof. dr. Erik Vermetten (ook verbonden aan militaire geestelijke gezondheidszorg van het ministerie van Defensie) over de nieuwe technologische en psychofarmaceutische benaderingen gericht op PTSS.