Bestuurskosten ministerie van VWS, september 2019

Bestuurskosten

De Rijksoverheid gaat verantwoordelijk met belastinggeld om en maakt haar uitgaven controleerbaar. Daarom maakt de Rijksoverheid met ingang van 1 januari 2013 de bestuurskosten van  bewindspersonen en ambtelijke top openbaar. Bestuurskosten zijn uitgaven die zij maken om hun werk goed te kunnen doen.

Overzicht bestuurskosten per maand

Elke maand maakt de Rijksoverheid de rekeningen, bonnen en declaraties van iedere minister, staatssecretaris, secretaris-generaal en directeur-generaal openbaar. Alleen de kosten die samenhangen met de functie worden openbaar gemaakt. Denk hierbij aan kosten voor dagbladen en tijdschriften op het huisadres, voor verblijf tijdens dienstreizen in binnen- en buitenland en verhuiskosten.

Recht op bepaalde vergoedingen

Het Voorzieningenbesluit beschrijft de voorzieningen die ministers en staatssecretarissen nodig hebben voor hun werk. Hierin staat bijvoorbeeld dat zij recht hebben op vergoeding van:

  • verhuiskosten;
  • buitenlandse reiskosten;
  • verblijfkosten tijdens dienstreizen;
  • cursussen, opleidingen, conferenties en congressen.

Secretarissen-generaal en directeuren-generaal hebben op minder voorzieningen recht dan ministers en staatssecretarissen.

Niet alle kosten openbaar

De Rijksoverheid maakt een aantal kosten niet openbaar:

  • bedrijfsvoeringskosten: kosten van zaken waar alle andere overheidswerknemers ook over beschikken (bijvoorbeeld werkkamer en computer op de werkplek of kantoorbenodigdheden);
  • uitgaven die ministers, staatssecretarissen en topambtenaren betalen uit hun ambtstoelage of privé-uitgaven die zij zelf betalen;
  • beveiligingskosten (om de veiligheid van een functionaris te beschermen). Hieronder vallen ook de kosten voor dienstvervoer.

Kostenoverzicht per functionaris

Rekeningen, bonnen, declaratieformulieren met bijlagen en creditcardafschrijvingen treft u per functionaris aan. Verzamelen van de gegevens kost enige tijd. Daarom vindt u de gegevens over elke maand aan het eind van de daaropvolgende maand.