Toespraak van minister Van Engelshoven bij diploma-uitreiking pabo Inholland, op 11 juli 2019

Beste afgestudeerden, familie, vrienden, docenten,


Dank dat ik jullie hier vandaag mag toespreken. De laatste weken voor de zomer zijn op het Ministerie en in de Kamer altijd erg druk. Maar deze datum staat al een tijdje omcirkeld in mijn agenda. Ik wil jullie graag persoonlijk laten weten hoe gelukkig ik ben met jullie keuze voor het basisonderwijs. Deze diploma-uitreiking leek me daarvoor uitermate geschikt.

Ik hoop dat mijn aanwezigheid een beetje bijdraagt aan een extra mooie herinnering aan dit moment. Dat zeg ik trouwens in het licht van het behalen van mijn eigen diploma, aan de universiteit. Ik kreeg hem bij het loket van de studentenadministratie kreeg uitgereikt. Ik droom nu nog af en toe dat ik ‘m ben vergeten op te halen.

Volgens mij is het wenselijk om je opleiding met iets meer aandacht af te sluiten, anders achtervolgt het je misschien wel je leven lang. Daar komt bij dat júllie diploma een extra bijzondere is. Je beseft het misschien niet elke dag. Maar je bent vanaf nu gewoon bevoegd – geschikt bevonden! – om het verschil te gaan maken in jonge mensenlevens.

En dan overdrijf ik niet. We kennen ze allemaal zelf nog, de leraren die indruk op ons maakten.


Ik weet het nog goed. Ik was 8.

Op de lagere school in het Vlaamse dorp waar wij woonden, kwam de overgang van de tweede naar de derde klas eraan. Nu groep 5. Mijn vriendjes en ik vroegen ons allemaal af of we wel in de goede klas werden ingedeeld.
'De goede klas'… dat betekende: bij Juffrouw Jacobs.

Ik heb geen idee meer wie de andere leerkracht was. Daar was voor mij ook geen reden toe, want ik had geluk.
Mevrouw Jacobs werd mijn juf.

Voor één van mijn beste vriendinnetjes, Greet, was dat jaar één van de zwaarste uit haar leven.

Niet vanwege onze lerares. Integendeel.

Maar om wat er gebeurde met de vader van Greet. Hij stierf dat jaar.

Voor Greet was dat natuurlijk een verschrikking, maar ook mijn klasgenootjes en ik hadden het er moeilijk mee. Ik kan me het moment waarop Greet weer naar school kwam nog exact voor de geest halen. Juf Jacobs slaagde er in om er een ontspannen moment van te maken, terwijl we het onderwerp niet uit de weg gingen. Dat maakte toen al een diepe indruk op me, en ik vind het nog altijd bijzonder als ik er aan terugdenk.

Voor vrijwel ieder van ons, 8-, 9-jarigen, was het een eerste kennismaking met de dood, van dichtbij. En dan ging het niet om een stokoude opa of oma, maar om een vader die altijd tussen onze eigen ouders op het schoolplein had gestaan. Juffrouw Jacobs liet de klas nadenken over Greet’s vader, met elkaar praten en delen in het verdriet. Dat hield natuurlijk niet op na een dag. Het gemis van de vader van Greet heeft voor heel groep 5, een jaar lang, betekenis gehad.


Jullie voelen precies waar ik naartoe wil met dit verhaal. Dít herinner ik me nóg van mijn basisschooltijd. Staartdelen niet.

Je leert je klas straks goed rekenen en spellen. Maar je bent vooral één van de belangrijkste elementen in hun emotionele vorming.
 

Dat klinkt groot. En dat is het ook.

Gelukkig hoef je het niet in je eentje te doen. En het hoeft ook niet in één keer perfect. Als je dat nog niet wist, dan hoop ik dat je het snel ontdekt. Of je nu 25 of 45 bent. Bij mij duurde het even hoor – voordat ik snapte dat ik m’n werk niet foutloos kon doen. Ik had er een kleine crisis voor nodig.

Ik was begin 30, in mijn eerste serieuze leidinggevende baan. Daar kwam ik mezelf behoorlijk tegen. Ik moest twintig mensen aansturen, waarvan een aantal me niet accepteerden. Nu vond ik het sowieso al lastig om mezelf fouten toe te staan. Toen wilde ik ze natuurlijk al helemaal niet meer maken. Zodat ze me nergens op konden pakken. Dat werkte voor geen meter.

Ik zat op een avond thuis op de bank en dacht:

“Ik kan dit niet. Dit was het dan.”

In een baan die totaal nieuw voor me was, wilde ik alles in één keer goed doen. Dat was niet vol te houden.

Nu ik er op terugkijk denk ik: wat goed dat het gebeurde.

Ik was vanaf de basisschool vaak het slimste meisje van de klas geweest. Nu was ik het eens niet. Hoewel me dat boos maakte, kon ik niet anders dan het bij mezelf zoeken. Ik had ontdekt dat anderen in sommige dingen beter waren dan ik. Dat kon ik erg vinden, of besluiten dat het prima was. Misschien zelfs… genieten van het succes van een ander.

Vooruit: dat is misschien geen baanbrekende ontdekking zoals Einstein ze deed, maar het veranderde wel mijn wereld.
Het was een ontdekking die ik goed kon gebruiken. Mijn eigen relativiteitstheorie.

Het bracht me de ontspanning die je nodig hebt om iets nieuws te leren.
Ik werd milder naar mezelf. Wilde fouten dúrven maken. Om hulp kunnen vragen.

Dat wil ik jullie vandaag op het hart drukken, dames en heer.

Je hebt nu je diploma, maar je gaat nog zóveel aan jezelf ontdekken. Dankzij lastige situaties, dankzij je leerlingen – of allebei.

Sta daar voor open.

Niemand wordt als Juffrouw Jacobs geboren. En ik ben er van overtuigd dat zelfs zij vlak voor haar pensioen nog elke dag leerde.


Beste allemaal,

De tweede keer dat ik afstudeerde heb ik er wél werk van gemaakt. Ik heb het leukste feestje ooit georganiseerd. Daar bewaar ik – inclusief het vele proosten – nog altijd hele goede herinneringen aan.

Nemen jullie de komende weken alsjeblieft óók de tijd om te genieten van dit diploma en van een welverdiende vakantie. Ik wens jullie  daarna een onvergetelijk eerste schooljaar toe.

En ik nodig jullie alvast uit om op 21 januari naar Den Haag te komen, om mij en minister Slob te vertellen hoe het jullie vergaat.

Dank jullie wel.