Toespraak minister Van Nieuwenhuizen – Symposium 4 april 2019 ‘Als de Randstad overstroomt, bestuurders aan het roer’

“Als de Randstad overstroomt, dan is er geen tijd meer om een plan te maken. En ook niet om een plan te gaan lezen. Dat plan moet in de vingers zitten van bestuurders. Samenwerking over regiogrenzen heen is dan cruciaal om mensenlevens te redden.”

Dat zegt minister Van Nieuwenhuizen tijdens het symposium Als de Randstad overstroomt, bestuurders aan het roer! op donderdag 4 april 2019.

Beste heer Smit, bestuurders, dames en heren,

Dat was een korte film, waarin het verhaal van vandaag eigenlijk heel goed wordt samengevat. 1953. Het blijven, ook 66 jaar later, indrukwekkende beelden. De watersnoodramp liet ons geen alternatief: we maakten een Deltaplan en voerden het uit. Het Deltaprogramma is een levend programma dat onderdeel van ons leven is. Dagelijks. Want werken aan water is nooit af. En het grote belang van robuuste kustverdediging en goed doordacht en anticiperend waterbeheer achter de dijken wordt ook dagelijks door de realiteit bevestigd.

Een paar weken geleden werd Mozambique getroffen door de orkaan Idai. De hoofdstad veranderde in een bruine modderzee. 400.000 mensen zijn in nood. De wind nam af, de regen hield aan en rivieren traden buiten hun oevers. Het is mogelijk de grootste door noodweer veroorzaakte ramp ooit, volgens de Verenigde Naties. Dit is allemaal heel kort geleden gebeurd.

Het is na orkaan Katrina uit 2005 opnieuw een mondiale wake up call. Extreme weersomstandigheden en een stijgende zeespiegel zijn een grote bedreiging voor veel dichtbevolkte gebieden over de hele wereld.

Het Global Center on Adaptation in Rotterdam en Groningen gevestigd is wereldwijd actief om een adviesrapport op te stellen over waar welke acties nodig zijn. De Global Commission on Adaptation zet het onderwerp hoog op de politieke agenda. In september zullen we in New York het flagship report presenteren. Nederland trekt daarbij de kar om goed voorbereid te zijn.

Er zijn veel delta’s waar de mensen het water letterlijk aan de lippen staat. Waar de maatregelen vandaag genomen moeten worden.

Nederland is ook een delta. De best beveiligde delta ter wereld. En we doen er nog een schepje boven op. Tot 2050 versterken we onze waterkeringen om aan nieuwe veiligheidsnormen te voldoen. En we kijken zelfs daarbij vooruit naar 2100.

In januari 2018 raasde een zeer zware storm over ons land. Het was voor het eerst in onze geschiedenis dat de vijf grote stormvloedkeringen tegelijk dicht gingen. Voor onze droge voeten hoefden we niet te vrezen, onze kustlijn kan veel hebben. Misschien was de dreiging in de zomer die erop volgde nog wel groter: langdurige droogte stelt de dijken minstens zo zwaar op de proef. U kunt zich allemaal Wilnis nog herinneren.

Maar het is niet alleen de fysieke infrastructuur. Ook onze digitale deltawerken vangen klappen op. En we moeten ons ook goed voorbereiden op cyberaanvallen die gericht zijn op onze waterveiligheid.

Het signaal is duidelijk:

Ons Deltaprogramma uit de vorige eeuw moet aangevuld worden met een 21ste eeuws Deltaprogramma.  

Het verhaal van de deltacommissaris is ‘Glashelder’. Door maatregelen op drie ‘lagen’ blijft Nederland een veilige delta.

En als er extreem hoog water dreigt, dan zorgt het Watermanagementcentrum Nederland voor de tijdige waarschuwingen. Waterschappen en rijkswaterstaat nemen dan maatregelen en monitoren en bewaken onze dijken.

Weet u als bestuurders welke acties u in dat geval moet nemen? Want 100% garantie hebben we niet. En daarom is die derde laag ook belangrijk: het rampenplan. Wat als de dijken breken? Wat als de Randstad overstroomt? Wat als een hacker onze kering probeert te beïnvloeden.

Nederland ligt voor 26% onder NAP. 59% van ons land is gevoelig voor overstroming. We investeren in een Kennisprogramma Zeespiegelstijging om de impact van wat ons te wachten staat goed in kaart te kunnen brengen, en alle nodige maatregelen te kunnen nemen. We verkennen het handelingsperspectief voor Nederland bij extreme zeespiegelstijgingen in de verre toekomst.  

Maar het is niet alleen de zee. Nederland voert het water van de grote Europese rivieren af. Daar richten we het landschap op in: Ruimte voor de Rivier. Klimaatadaptieve ruimtelijke inrichting. Die ‘tweede laag’ van Peter Glas.

Wat kan er misgaan bij extreem hoog water? Stel dat de Merwededijk bezwijkt en de Alblasserwaard onderloopt. Wat als het digitale systeem van onze vitale waterwerken wordt gehackt? Wat als onze digitale dijkverzwaring, waartoe ook de Algemene Rekenkamer concludeert, toch niet zwaar genoeg blijkt?

De gevolgen zullen niet alleen in het overstroomde gebied, maar ook in andere delen van het land voelbaar zijn. Vitale infrastructuur valt uit: elektriciteit, energiecentrales, watervoorziening, toegangs- en vluchtwegen.

In alle gevallen zal sprake zijn van een nationale ramp. De crisisaanpak zal een maximale bestuurlijke samenwerking van ons allemaal vragen. Door alle bestuurslagen heen: nationaal, regionaal, sectoraal maar ook publiek, privaat.

Daarom is het goed dat we dit onderwerp vandaag met elkaar bespreken, en dat naast regionale bestuurders ook vertegenwoordigers van energiecentrales en waterbedrijven, luchthavens aanwezig zijn.

Als dit scenario zich voordoet , dan is er geen tijd meer om een plan te maken. En ook niet om een plan te gaan lezen. Dat plan moet in de vingers zitten van bestuurders. Samenwerking over regiogrenzen heen is dan cruciaal om mensenlevens te redden.

Dames en heren,

We wonen in en werken aan de best beveiligde delta. Dat is iets om trots op te zijn. Maar een robuuste kust en een klimaatadaptief programma zijn maar een deel van het verhaal. U herinnert zich ongetwijfeld de serie Als de dijken breken uit het najaar van 2016. In de film van zonet kwam een klein fragment voorbij. Kwalitatief goede televisie. Maar als je er met een bestuurlijk oog naar kijkt, valt natuurlijk onmiddellijk het overrompelende effect van de dijkdoorbraak op. Premier Kreuger – gespeeld door Gijs Scholten van Aschat – staat voor het vreselijk lastige dilemma: de Randstad evacueren, met grote economische gevolgen, of afwachten. Hij doet het tweede, en dan is het te laat. Er komt een ongecontroleerde vluchtelingenstroom op gang.

Het is fictie. Maar het geeft de kern van de zaak goed weer. Een goede voorbereiding op dit soort – onwaarschijnlijke, maar niet onmogelijke – scenario’s is van levensbelang. En die bestuurlijke voorbereiding komt samengevat neer op drie dingen:

  1. Impactanalyses opstellen van mogelijke rampscenario’s en uitwerken van handelingsperspectieven. Hoe mensen een overstroming kunnen overleven. Op een hoog gelegen verdieping, of door hen uit het gebied te evacueren
  2. Sleutelbesluiten voorbereiden. We moeten heel goed weten wanneer mensen over een aanstaande ramp worden geïnformeerd, wanneer een preventief evacuatieplan in werking gaat. Dat soort vragen. Dit had premier Kreuger in die serie dus niet gedaan;
  3. En ten derde: oefenen, oefenen, oefenen!

Ik weet, oefeningen zijn niet altijd leuk. En het komt ook zelden uit, want er ligt veel werk te wachten. Maar oefenen is zó belangrijk! Het is het verschil tussen de overrompelde bestuurder en de zelfverzekerde, ervaren en besluitvaardige bestuurder. En niet alleen bestuurders overigens, maar ook andere medewerkers van een crisisorganisatie.

Dames en heren,

In de eerste plaats werken we samen voor droge voeten. Daar zijn we goed in. Maar áls het een keer misgaat, dan is onmiddellijke en intensieve samenwerking opnieuw van vitaal belang. Daarom ben ik heel blij met deze bijeenkomst. Een uitstekend initiatief van Jaap Smit.

U heeft een gezamenlijke intentieverklaring opgesteld met een aantal belangrijke vertrekpunten voor crisisbeheersing in geval van overstroming van de Randstad. Ik onderschrijf die verklaring van harte, en zal hem daarom straks ook ondertekenen.

Ik wens u nog een heel vruchtbare bijeenkomst toe.
Dank u wel!