Toespraak minister Bijleveld tijdens Veteranendag 2018

Majesteit, Ridders der Militaire Willems-Orde, Veteranen, Aangetreden militairen, Dames en heren,

Ik draag de witte anjer.

En ik hoop u vandaag ook.

Ik draag ‘m uit respect voor al onze mannen en vrouwen die op uitzending zijn gegaan…

Die Nederland hebben gediend, en die dat nu nog steeds doen…

Voor al die mensen die voor onze vrijheid in de bres zijn gesprongen, of zelfs daarvoor hebben gevochten.

Om er zo zeker van te zijn dat wij onze vrijheid terug kregen, of niet meer verliezen.

Voor al die mensen draag ik deze week de witte anjer.

Maar vandaag, op deze Veteranendag - in het zonnige Den Haag - draag ik ‘m voor vijf mensen in het bijzonder.

En wel voor onze bijzondere decorandi. Die u daar ziet staan.

Graag noem ik hen een voor een.

Om te beginnen met de heer Baal. Helemaal links.

Meneer Baal, met uw 95 jaar, en lijdend aan artrose, moet het niet gemakkelijk zijn geweest om hier vandaag te komen.

Uw komst kenmerkt echter wel uw doorzettingsvermogen.

Want u heeft al veel meegemaakt.

Geboren in Indonesië, en opgegroeid op kostscholen.

Daarna met 18 jaar verplicht in dienst.

Als militair, tijdens de bezetting, in Japanse kampen geïnterneerd. Krijgsgevangen gezet…

En bombardementen meegemaakt tijdens het transport.

In Birma bijvoorbeeld. Of op zee.

Kameraden verloren…

Kortom, schokkende en nare ervaringen…

… die een blijvend litteken achterlaten op de ziel.

Meneer Baal, ik wil u vanaf deze plek, bedanken voor uw inzet.

Het Mobilisatie-Oorlogskruis, dat u straks door onze premier krijgt uitgereikt, komt u meer dan toe.

En naast u staat meneer Kipuw…

Meneer Kipuw, premier Rutte heeft net in de Ridderzaal al stil gestaan bij de Molukse KNIL-veteranen.

Een vergeten groep…

… die - zoals hij terecht zei - te weinig erkenning en waardering hebben gekregen.

U dus ook.

Meneer Kipuw, ik weet dat u ontzettend veel heeft meegemaakt.

En ontberingen hebt doorstaan…

Misschien heeft u er daarom ook wel altijd zo weinig over verteld aan uw kinderen.

Herinneringen zijn te pijnlijk…

In plaats daarvan bent u doorgegaan met leven. Met werken. Met vader zijn.

En dat is eigenlijk heel knap. En dapper.

Meneer Kipuw, alhoewel het jaren te laat is, zeg ik namens de Nederlandse regering ‘dank u wel’.

Dank voor uw inzet.

En niet in het minst, voor de door u gebrachte offers.

Ik ben er trots op, dat ik zo dadelijk persoonlijk het Ereteken voor Orde en Vrede aan u mag uitreiken…!

Meneer Kipuw, naast u staat meneer Hakkert, die als marinier in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea heeft gediend. 

Meneer Hakkert, u was een Hollandse jongen…

… die eigenlijk zo vanuit zijn opleiding in de jungle terecht kwam.

Waar u infiltranten van Indonesische troepen op moest sporen.

Met alle risico’s van dien.

Want ga je maar eens twee weken lang, een weg door de jungle banen.

Waar je je schoenen in een paar dagen stuk loopt.

Waar je water moet drinken uit bamboescheuten of kokosnoten.

En bloedzuigers uit je benen moet halen, met sigarettenpeuken.

Terwijl je ook ieder moment beschoten kan worden.

En kameraden verliest.

Dat zijn allemaal herinneringen, ontberingen, die een mens nooit meer vergeet…

Meneer Hakkert, ook u wil ik bedanken voor uw inzet voor ons land.

U krijgt straks door onze Staatssecretaris van Defensie, het Nieuw-Guinea Herinneringskruis uitgereikt….

Dan richt ik mij graag tot meneer Bosman.

Meneer Bosman, ook u heeft - net als de heer Hakkert -, in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea gediend, maar dan als soldaat van de Koninklijke Landmacht.

En ook u had geen keus. U moest het doen.

Nu bent u een man van weinig woorden, zo liet uw dochter weten.

Maar ze zei wel dat u tijdens uw dienstplicht veel heeft meegemaakt.

Vijf dienstmaatjes verloren, bijvoorbeeld… In 1 jaar tijd…

Toch heeft u doorgezet, en voor velen het verschil gemaakt.

Zo gaf u als kok onze mannen koffie - tegen bevelen in - als zij bijvoorbeeld ’s nachts terugkwamen van gevechten.

Of u weigerde de manschappen brood te geven, waarin meelwormen zaten. Iets waar u zelfs aanvankelijk nog 2 weken cel voor kreeg.

Het toont mij wat voor man u bent. Een goed man, die opkwam voor zijn kameraden.

Ook u krijgt straks – van onze Commandant der Strijdkrachten - het Nieuw-Guinea Herinneringskruis uitgereikt. Met de gesp 1962. 

Welverdiend.

Dan de laatste aangetreden veteraan, adjudant onderofficier Jonker.

Adjudant, van de hier aangetreden decorandi bent u nog in actieve dienst.

Maar u bent ook gewond geraakt. Mentaal gewond.

Door een traumatische ervaring in Afghanistan.

U zat namelijk als passagier in een helikopter die onderweg beschoten werd.

Een ervaring die u nooit meer vergeet.

U hoorde immers de inslagen…

Zag de olie van het besturingssysteem op uw medepassagiers druppelen.

Dan weet je: foute boel.

En op zo’n moment gaat er natuurlijk heel veel door je hoofd.

U dacht bijvoorbeeld aan uw vrouw… aan uw vier kinderen… aan de jongste die nog maar zes jaar oud was.

‘Hoe overleven ze dit thuis?’, dacht u toen.

Toch ging u - zoals iedere goed getrainde militair - over op de skills en drills.

Met wie zit ik in de heli?

Welke wapens hebben we?

Hoeveel munitie is er nog?

Daar focus je dan op.

Gelukkig overleefde iedereen de heftige noodlanding.

Maar steun heeft u daarna destijds onvoldoende gekregen.

Wat mij zeer spijt…

Weet, dat we met z’n allen trots op u zijn. En u steunen…

… En dat we dat vandaag ook willen uitdragen door u het Draaginsigne Gewonden uit te reiken, door de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht.

Adjudant Jonker, sterkte…

… en dank u wel.

Tot slot, dan nog een kort woord aan het thuisfront.

Aan alle partners, kinderen, vrienden en familieleden, die onze militairen door de jaren heen hebben gesteund.

We zeggen vaak, zonder uw steun geen inzet. Maar zo is het ook echt…

Vandaar dat ik kort nog Yvonne van Oosten wil bedanken.

Zij staat naast adjudant Jonker.

Yvonne, ik zou willen dat ik de tijd had om de brief, die jouw man – majoor Deelen - heeft geschreven, in zijn geheel voor te lezen.

Waarin hij uitlegt waarom jij zijn mentale steun bent.

Hoe hij zijn drive en passie weer heeft terug gekregen.

En hoe je hem troost als hij bang en onzeker is… bijvoorbeeld over het herstel van zijn arm, waar hij ooit twee kogels in heeft gekregen.

Jouw man, zit duidelijk vol liefde voor jou. En dat maakt ook dat ik je wil bedanken.

Voor je steun, en toewijding.

Mede dankzij mensen zoals jij…

…dragen mensen net als ik…

… vandaag de witte anjer.

Dames en heren…

… graag nog een groot applaus voor onze veteranen en het thuisfront!

Dan gaan wij nu over tot de uitreiking van de medailles, aan deze groep bijzondere decorandi.