Verklaring minister Slob over eindexamens vmbo Maastricht 27 juni

Minister Slob van het ministerie van OCW doet verslag van de onderzoeken door het College voor Toetsing en Examens naar de centrale examens en de schoolexamens op de vmbo in Maastricht.

Voorzitter,
Dank u wel voor de mogelijkheid om de commissie als eerste te kunnen informeren over wat zich in Maastricht heeft afgespeeld. Maandag heb ik u een tussenstand gegeven van de wantoestanden die daar rond het examen hebben plaatsgevonden. Wantoestanden door bestuurlijk falen, waar meer dan 350 leerlingen slachtoffer zijn van zijn geworden. Gisteren heb ik – net als een aantal van u – met deze leerlingen gesproken en uit hun eigen mond gehoord wat dit allemaal voor hen betekent. Dat heeft op mij hele diepe indruk gemaakt.

Er is in de afgelopen dagen door veel mensen keihard doorgewerkt, om in de chaos voor deze leerlingen te doen wat we kunnen doen. Ik wil met name de onderwijsinspecteurs noemen, die op deze school dag en nacht hebben doorgewerkt om orde en duidelijkheid in deze wanorde te kunnen scheppen. En om duidelijkheid te kunnen geven over de vervolgstappen. Maar daarvoor moet je wel eerst weten wat er daadwerkelijk aan de hand is.

Op mijn verzoek heeft het College voor Toetsing en Examens gisteren naar de centrale examens gekeken. Dat was nodig. En ik heb een goed bericht ontvangen. De resultaten van het centrale examen zijn handhaafbaar, heeft het CvTE mij gemeld. En daar ben ik heel blij mee. Op advies van de Inspecteur-generaal Onderwijs heb ik besloten om gebruik te maken van mijn bevoegdheden om de cijfers van het centrale examen te handhaven. En ik denk dat dit heel goed nieuws is voor alle leerlingen.

Dat was het goede nieuws. Het minder goede nieuws is dat de inspectie onderzocht heeft hoe groot de schade is bij de schoolexamens. En dat is echt een megaklus geweest. Vandaar dat ik eraan hecht om mijn respect voor deze mensen uit te spreken.
Het beeld dat uit dit onderzoek blijkt is niet fijn. Wat wij in de  afgelopen dagen hebben gehoord  is dat het hier alleen maar om administratieve fouten zou gaan. Laat ik me proberen een beetje in te houden maar dat is een gotspe. Er zijn echt grote tekortkomingen aangetroffen: vele duizenden tekortkomingen in de schoolexamens. Dat betekent dat cijfers niet ingevuld waren en toetsen niet gemaakt zijn. De meeste problemen liggen bij de gemengde leerweg en bij vakken Engels en Wiskunde. Maar er zijn ook problemen bij de praktijkvakken en bij stages die niet afgerond zijn – enzovoort.
De inspectie blijkt gewoon doorwerken tot ze een precies beeld hebben van de tekortkomingen in het schoolexamen van iedere individuele leerling. Dat ronden ze vandaag af. Daarmee is het beeld van de ontbrekende cijfers compleet, op basis van het huidige PTA.

Wat heb ik – naast het handhaven van de cijfers van het centraal examen – nog meer gedaan? Ik heb ook een termijn gesteld aan die handhaving. En ik heb besloten om die cijfers te handhaven tot het begin van het nieuwe kalenderjaar. Tot die tijd gaan we leerlingen in staat stellen om de tekortkomingen in hun schoolexamen weg te werken. We richten ons er ook op dat – indien het maar enigszins mogelijk is – dat leerlingen gewoon aan hun vervolgopleiding kunnen beginnen. Dat is in bijna alle gevallen het mbo. Dat is niet eenvoudig te regelen, want er zitten heel veel complicaties qua regelingen aan. Maar daar gaan wij hen niet mee lastigvallen. We gaan het gewoon regelen, als het maar enigszins mogelijk is.
Ik vind het belangrijk dat de toetsing, die straks gaat plaatsvinden, nu wel goed en verantwoord is. Want dat is in de afgelopen weken en maanden niet het geval geweest. Dat is de reden dat ik, zoals ik maandag aangekondigde, een externe examencommissie heb gevraagd om daarover de regie te nemen. Deze externe examencommissie is inmiddels geïnstalleerd en heeft mandaat om aan het werk te gaan. De commissie heeft het Cito gevraagd om de voorbereidingen en de toetsing zelf te realiseren. Daarin hebben ze toegestemd. Dit borgt onafhankelijkheid en dit borgt hopelijk ook het vertrouwen van iedereen die straks met deze toetsing te maken krijgt.

Voor de toetsing moet een realistisch programma worden gemaakt. Daarbij zijn de eindtermen leidend, die binnen het schoolexamen getoetst hadden moeten worden. Dit kan concreet betekenen dat men straks niet meer een enorme hoeveelheid toetsen hoeft te doen. Maar dat heel gericht de eindtermen die niet getoetst zijn, in wat compactere toetsen zullen worden meegenomen. Hoe dat precies zal gaan moet nog blijken.

Wat gaan wij nu naar leerlingen communiceren? Ik heb gisteren gemerkt dat de leerlingen heel veel informatie niet hebben en dat ze ook in verwarring raken over wat ze soms in en van hun eigen school horen. Ik heb de school indringend gevraagd vandaag de leerlingen individueel, met hun ouders, te informeren over de algemene besluiten die ik nu heb genomen.

De inspectie rondt vandaag het precieze beeld per leerling af. De school is gevraagd om – via de examencommissie – om in de komende dagen opnieuw een gesprek met de leerling te hebben om het precieze beeld te bespreken op basis van het huidige PTA.
Na vandaag wordt er heel hard voor leerlingen gewerkt om het proces voor de komende weken en maanden zorgvuldig af te wikkelen. Dit betekent allereerst dat de niet getoetste eindtermen inhoudelijk vertaald worden in nieuwe toetsen.
Als dit gebeurd is worden er momenten geprikt waarop getoetst wordt. Ik heb u aangegeven wat de tijdstermijn is waar we aan denken: tot begin van het nieuwe kalenderjaar zijn er dan toets-momenten waarop leerlingen de tekortkomingen kunnen wegwerken, zodat ze een diploma krijgen dat waarde heeft en waarmee ze verder kunnen.

Daarnaast zullen de leerlingen geholpen moeten worden om kennis die getoetst is of ontbreekt, bij te spijkeren. Ook daarvoor zal iets geregeld moeten worden. Dit kan bijvoorbeeld met een zomerschool – of begeleiding op andere momenten. Dit ook weer in samenspraak met het MBO, als ze daar naar de zomer daar ook gaan starten. Zodat ze op een goede wijze, van goede docenten, de begeleiding krijgen om het schoolexamen af te ronden.
We sluiten niet uit dat de hulp die veel leraren in het land hebben aangeboden, wordt meegenomen. Maar die afweging is aan de examencommissie, want die zijn in de lead.
Op deze manier hebben wij geprobeerd om, in de grote wanorde die is ontstaan, recht te doen aan het feit dat leerlingen recht hebben op een diploma met waarde. Zodat ze niet met een gemankeerd diploma vertrekken. Dat kan op de korte termijn misschien fijn lijken, later krijg je daar alleen maar last van.

We hebben ook geprobeerd recht te doen aan het feit dat er in hun ontwikkeling richting het examen forse zaken zijn geconstateerd – om hen daarbij te helpen en op niet al te lange termijn weg te werken. Zodat hun diploma kunnen halen en goed toegerust naar een vervolgopleiding kunnen. Wij hebben daarvoor alles in het werk gesteld wat binnen onze mogelijkheden lag. Maar daarmee kunnen we natuurlijk niet het leed wegnemen wat deze leerlingen is aangedaan. Ik vindt dat echt verschrikkelijk. Wat we wel hebben kunnen doen, dat hebben wij naar eer en geweten gedaan. En dat zullen we ook in de komende tijd blijven doen.

Er leefde natuurlijk argwaan en twijfel bij ouders en leerlingen richting de school over de begeleiding die ze tot nu toe gehad hebben rond examens en schoolexamens. Vandaar dat er een externe examencommissie is ingesteld. Daar ben ik erg blij mee. Ik heb de Raad van Toezicht inmiddels twee of drie keer laten verzoeken om snel een externe bestuurder aan te stellen, die namens de school verantwoordelijk is voor de verdere afhandeling. Daar is tot op heden nog geen invulling aan gegeven. Ik hoop dat dit in de loop van deze week gaat gebeuren.

Dit is wat ik uw Kamer heb mee te delen – en natuurlijk ook de leerlingen in Maastricht. Ook met hen zal ik proberen vandaag nog zelf contact te krijgen.