Toespraak van minister-president Mark Rutte bij de afscheidsdienst van oud-premier en Minister van Staat Ruud Lubbers

Mevrouw Lubbers, beste familie, dames en heren,
Ruud Lubbers was voor mij en zoveel anderen de vanzelfsprekende premier van onze jeugd.
Ik werd 15 in het jaar dat hij aantrad en 27 in het jaar dat hij afscheid nam.
Het kwam bijna niet in je op dat iemand anders nog wel eens minister-president zou kunnen worden.

Jaren later, tijdens de formatie van 2010, zaten we op een avond met zijn tweeën na te praten in de formatiekamer in de Senaat.
Ruud vertelde me honderduit over de periode vlak voordat hij voor het eerst premier werd.
En onbewust gaf hij mij het ene goede advies na het andere.
Ik koester de herinnering aan dat moment.

Het is een understatement om te zeggen dat Nederland Ruud Lubbers veel dank is verschuldigd.
Toen hij premier werd, stapelden de problemen zich op.
Met een recordaantal werklozen, een staatsschuld die ontplofte en de ene na de andere industrie die omviel.
Met oplopende spanningen tussen Oost en West en de dreiging van een kernoorlog, die reëler leek dan ooit.
Nederland was het vertrouwen in zichzelf en in de toekomst een beetje  kwijtgeraakt.
Het was een land in verwarring, dat richting zocht en een uitweg uit de problemen.

Het is weinig politici gegeven een samenleving écht te veranderen, maar Ruud deed dat.
Met vaste hand leidde hij Nederland uit de diepe crisis van de jaren '80.
En in dat moeilijke, maar noodzakelijke proces gaf hij ons land ook het vertrouwen in de toekomst en zelfbewustzijn terug.
In Europa en ver daarbuiten verwierf hij groot gezag als probleemoplosser en als man met visie en flair.
Ook dat straalde af op Nederland.

Elke poging om hem met een paar woorden te typeren is tot mislukken gedoemd.
Was hij de meester van het compromis?
Zeker.
Was hij de man die Nederland met een zakelijke no nonsense-aanpak weer op het goede spoor zette?
Zonder twijfel.
Was hij vasthoudend en standvastig?
Ik geloof niet dat die eigenschappen ooit sterker zijn verbeeld dan tijdens dat iconische moment in de Houtrusthallen.

Maar hij was ook een gelovig mens, die zich in zijn werk liet leiden door de Katholieke sociale leer.
Een denker.
Een zoeker.
Een man die bewust tegenspraak organiseerde van collega's en medewerkers, omdat het altijd beter, sneller of scherper kon.

Als bestuurder zocht Ruud steeds naar draagvlak en samenwerking, en vooral ook naar zingeving.
Of zoals hij het zelf ooit zei: 'Een samenleving heeft een verhaal nodig dat de moeite waard gevonden wordt, zodat mensen zich daarop kunnen richten.'
Die 'zorgzame samenleving' was voor hem dus geen 'frame' zoals we dat tegenwoordig noemen, geen trucje, maar een bereikbaar en na te streven ideaal.
Een ideaal van 'mensen', zoals hij dat als christendemocraat formuleerde, 'die samen onderweg zijn naar een wat betere, minder gebroken wereld'. Voor dat ideaal heeft hij zich zijn leven lang hartstochtelijk ingezet.
Al in 1995 ontving hij de prestigieuze Four Freedoms Award en die kwam hem toe.

Ruud noemde zichzelf ooit 'wat eigensoortig'.
Zelfkennis had hij dus ook.
Legendarisch zijn in Den Haag de verhalen over dat okergele roestige Renaultje, dat vaak al voor dag en dauw op het Binnenhof geparkeerd stond.
Over kattenbelletjes met steeds weer nieuwe ideeën, die door zijn raadadviseurs op Algemene Zaken al snel van een datum en tijdstip werden voorzien om niet de weg kwijt te raken in het creatieve brein van de premier, dat altijd aanstond.
Over dat ene beruchte zinnetje: 'Zal ik even met je meedenken.'
En natuurlijk over zijn rol als invloedrijk taalvernieuwer, die werkendeweg en vanuit een positieve grondhouding al zwaluwstaartend elk probleem kon neertunnelen en afconcluderen.

Wat nu resteert zijn herinneringen, respect en dankbaarheid.
Mooie en warme herinneringen aan een ook letterlijk eigensoortig, want uniek mens, die u als familie hopelijk zullen helpen dit grote verlies te dragen.
Diep respect voor de denkkracht en de onvermoeibare energie waarmee Ruud zich heeft ingezet voor het publieke belang.
En grote dankbaarheid voor alles wat hij voor Nederland heeft gedaan en betekend.