Toespraak Edith Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, jaarcongres Zelfstandige Klinieken Nederland, op 2 juni 2016, te Oegstgeest.

Toespraak Edith Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, jaarcongres Zelfstandige Klinieken Nederland, op 2 juni 2016, te Oegstgeest.

Beste mensen, fantastisch om zoveel goed nieuws te horen. Opnieuw een bevestiging dat u uw plek in de zorg heeft veroverd. Uw rol is enorm belangrijk. Nieuwkomers brengen de boel in beweging. Nieuwkomers houden de gevestigde orde scherp. Nieuwkomers vragen zich af: waarom gaat het eigenlijk zo? Kan het niet beter? En hoe dan?

Is het altijd makkelijk? Absoluut niet. De zorg is complex. Een bolwerk van gevestigde partijen. Van belangen. Het vraagt creativiteit, overtuigingskracht en ondernemerschap om die plek te veroveren. Het vraagt vooral ook heel erg veel doorzettingsvermogen.

En ik begrijp dat dit boek eigenlijk gaat over dat doorzettingsvermogen.

Over mensen die zich die vraag hebben gesteld: kan het beter? En die daarmee aan de slag zijn gegaan.

De Kinderkliniek, die het motto heeft dat een kind niet thuishoort in het ziekenhuis. Dat een verblijf dus zo kort mogelijk moet duren. Omdat je thuis bij je ouders het snelst weer beter wordt.

Of Dermapark, waar alles, maar dan ook echt alles wat niet optimaal gaat, wordt gemeld en besproken. Of de orthopediekliniek Annatommie, waar het streven is om zoveel mogelijk patiënten te helpen zónder dat er een operatie aan te pas komt. Wat tot betere uitkomsten leidt en sneller herstel. Het zijn maar een paar voorbeelden.

Waarmee ik de andere mooie voorbeelden in dit boek natuurlijk geen recht doe. Want ik ben blij met alle voorbeelden die laten zien dat het voor u draait om de patiënt. En dat gaat verder dan de vraag of een behandeling goed is uitgevoerd. Het gaat er ook om of iemand weer aan het werk kan. Weer kan sporten. Weer het leven kan leiden wat bij hem past.

Patient Reported Outcome Measures zijn cruciaal om dat te meten. Heel belangrijk om samen beslissen in de praktijk mogelijk te maken. En om uzelf met anderen te vergelijken. Ik vind dat de zelfstandige klinieken ook hier een voortrekkersrol hebben. Daarom heb ik ZKN hiervoor een subsidie gegeven. Goed om te horen hoe u dat oppakt.

Tegelijkertijd is het natuurlijk cruciaal om niet tevreden achterover te leunen. Er moet nog een hoop gebeuren om die voortrekkersrol vast te houden.

Ik wil u vandaag oproepen: trots zijn op uw werk is terecht. Maar wees vooral niet tevreden!

Want dan raakt u die rol van voortrekker kwijt.

U bent nu nog jong en avontuurlijk, maar u weet hoe het gaat: als je stopt met lastig zijn, als je stopt met vragen stellen, met leren en ontwikkelen, dan word je snel oud!

Wat dat betreft is de titel van dit boek het best denkbare motto: Het is goed. Maar het kan beter. En we moeten streven naar het beste!

Allereerst patiëntveiligheid. Cruciaal. U heeft veel bereikt met het Patiënt Veiligheids Programma. Maar nu het programma is afgerond, breekt wel een beslissende fase aan. Hoe gaat u de aandacht voor veiligheid vasthouden? Hoe voorkomt u dat veiligheid een afvinklijstje wordt?

De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft nog niet zo lang geleden laten zien dat er nog behoorlijk wat werk te doen is.

•          Niet iedereen in de klinieken is zich altijd voldoende bewust van de risico’s.
            Dat moet scherper.

•          Dossiervorming en het omgaan met data. Lijkt saai. Lijkt misschien minder belangrijk.

            Maar juist ook voor de positie van de patiënt en de arts is dit een belangrijk aandachtspunt.

•          Het proces in de OK. Bijvoorbeeld als het gaat om het voorkomen van verwisselingen – een
           van de meest ingrijpende medische missers. Het gebeurt helaas nog steeds. Ook bij u.

•          Infectiepreventie. Daar moet echt vol de aandacht op.

In een tijd waarin we infecties steeds minder goed kunnen behandelen, een tijd waarin antibiotica hun werkzaamheid aan het verliezen zijn, is dat belangrijker dan ooit. [Misschien heeft u afgelopen week gelezen over die vrouw in de Verenigde Staten. Met een urineweginfectie die met geen enkel antibioticum te behandelen is. Een superbacterie.

Stelt u zich eens voor wat dergelijke superbacteriën in de gezondheidszorg kunnen aanrichten als we dit niet weten te stoppen. Veel minder antibiotica gebruiken en nieuwe antibiotica ontwikkelen. Maar het begint met infecties voorkomen.

Gelukkig hebben zelfstandige klinieken een grote wendbaarheid.

U kunt deze punten snel oppakken. En ik begrijp dat u daar ook volop mee bezig bent.

Beste mensen, we vragen veel van u. Noblesse oblige! Daar staat tegenover dat u het wel moet kunnen doen. Ik hoor nog te vaak dat zelfstandige klinieken achteraan in de rij staan bij de contractering.

Om met Loesje te spreken: aan het einde van het budget, zijn er altijd nog een paar ZBC’s over. Ik ben daar echt bezorgd over. Want zonder dynamiek is er geen ontwikkeling in de zorg. Houden we alleen grote instellingen, die door fusies alleen maar groter worden. Verdwijnt de keuzevrijheid. En daarmee de scherpte om alles uit de kast te halen voor je patient.

Afgelopen maart heb ik met ZKN en de andere koepels van zorgaanbieders en verzekeraars afspraken gemaakt. Om de contractering te verbeteren. De inzet is meer onderling vertrouwen. Maar dat vertrouwen gaan we wel stutten. De Nederlandse Zorgautoriteit gaat de contractering monitoren.

Vandaag gaat een geschillencommissie van start voor als u er niet uitkomt met de verzekeraar.

We zijn er nog niet. Ik ben ook met de verzekeraars in gesprek over de inkoop van innovatieve zorg. Ik wil weten waarom dit maar mondjesmaat gebeurt. En wat we kunnen doen om eventuele hobbels weg te nemen.

Ik wil de verzekeraars hier opnieuw oproepen: investeer serieus in de voorlopers. Die voor innovatie van de zorg zorgen.

Maak u niet afhankelijk van die ene grote zorgaanbieder. Houd het aantrekkelijk om nog eens wat nieuws te beginnen. Stimuleer dat ook! Want dat is in het belang van patiënten en in het belang van betaalbare zorg.

Beste mensen, met alle waardering die ik voor u heb en die heel veel patiënten voor u hebben, mag het duidelijk zijn: er is nog veel te doen!

Door u, door anderen. U wil ik vragen: houd die rol als voortrekker vast. Blijf lastig, blijf die vragen stellen: waarom is het zo? Kan het beter? En hoe dan? Blijf vernieuwen. Blijf jong!