Ministerraad 15 april 2016

Inleidend statement:
Deze week had ik een aantal bijeenkomsten in het land die een goed beter beeld geven over hoe onze economie er op dit moment voorstaat. Ik sprak in Utrecht met een aantal hardwerkende ondernemers, zelfs onderweg naar Utrecht naar het MKB jaarcongres in het kader van de Week van de Ondernemer en gisteren in Amsterdam bezocht ik de innovatie-expo. Waar ook duizenden mensen naartoe gaan. Grote bijeenkomst met 500 mensen en je ziet bij al die bijeenkomsten eigenlijk de gemeenschappelijke boodschap namelijk: Nederland doet het in heel veel opzichten simpelweg weer goed. En dat is op zichzelf denk ik goed nieuws. Dat komt door onze innovatie, export, maar ook de groei staan we er beter voor dan een paar jaar geleden. Onze welvaart en onze banen danken wij ook in belangrijke mate aan onze internationale handel. En onze belangrijkste partner op dat gebied is Duitsland. Het jaarlijkse handelsvolume tussen Nederland en Duitsland behoort tot de grootste ter wereld. Ik zeg uit mijn hoofd dat Canada en de VS ongeveer op hetzelfde niveau zitten. Maar het is een enorm, enorme sloot handel die daar plaatsvindt. In dat kader is het goed dat er volgende week donderdag een regeringsoverleg is tussen Nederland en Duitsland in Eindhoven. Dat overleg staat in het teken van innovatie. Zowel Nederland als Duitsland behoren tot de meest innovatieve economieën van de wereld. Met Bondskanselier Merkel breng ik een bezoek aan ASML, marktleider in de bouw van machines voor de halfgeleiderindustrie. En ASML werkt weer nauw samen met de Duitse lenzenfabrikant Zeiss. Dus dat is een mooie Nederlands Duitse samenwerking. En later in de week woon ik de Hannover Messe bij, dat is de grootste industrie- en technologiebeurs ter wereld. Nederlandse bedrijven zijn daar traditioneel heel goed vertegenwoordigd. We waren in 2014 het partnerland van Hannover Messe. 

In de ministerraad hebben we vandaag gesproken over de modernisering van de Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten. De WIV. Om de diensten hun taken adequaat te laten uitvoeren moeten de bevoegdheden - en de bijbehorende waarborgen - meegaan met de tijd. Denk aan technologische ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het feit dat heel veel verkeer nu kabel gebonden is. Heel veel telecommunicatie op dit moment kabel gebonden is. Maar ook het belang dat er een betere samenwerking komt tussen de diensten. Dat gebeurt al heel veel maar dat we dat ook wettelijk borgen tussen onze diensten en diensten in het buitenland. Je zou moeten zeggen denk ik dat inlichtingen en veiligheidsdiensten een cruciale rol vervullen bij het beschermen van de nationale veiligheid, het handhaven van de internationale rechtsorde en natuurlijk het voorkomen van terroristische aanslagen. En met die wetsvoorstel wordt er weer een belangrijke stap gezet om ervoor te zorgen dat ook wettelijk de basis onder onze diensten en het wetgevingskader solide is. Het kabinet heeft in 2014 een actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme opgesteld. Dit programma voorziet in een brede aanpak om aanslagen te voorkomen door zowel een strafrechtelijke als ook een bestuurlijke aanpak. Veel daarvan is in gang gezet, een aantal zaken liggen op dit moment ook bij de Tweede en de Eerste Kamer zoals de wet tijdelijke vrijheidsbeperkende maatregelen voor mensen die in verband worden gebracht met terroristische activiteiten of voorbereidingen. En ik zeg er altijd weer bij, bij al deze maatregelen. Je kunt geen 100% garantie geven. Maar het kabinet en alle diensten, duizenden mensen die actief zijn bij politie, bij de krijgsmacht, bij de koninklijke marechaussee bijvoorbeeld maar ook bij de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Al die mensen doen al het mogelijke om terroristische aanslagen te voorkomen. En dan is het inderdaad ook van belang om ervoor te zorgen dat wij als medewetgevers, kabinet en Kamer er voor zorgen dat zij kunnen beschikken over het goede juridische kader.