Toespraak van minister Kamp bij de Staat van de Economie 2016

Toespraak van minister Kamp (EZ) bij de Staat van de Economie 2016 in Leidschenveen (Den Haag) op 11 februari 2016 waarbij het gesproken woord geldt.

Dames en heren,

 

Weet u waar je een ingenieur, een mannelijk ingenieur althans, vaak aan kunt herkennen? Aan zijn schoenen. Ingenieurs houden van schoenen met dikke rubberen zolen. Elon Musk had ze aan toen ik een paar maanden geleden in zijn Tilburgse fabriek met hem sprak. De ingenieur en pionier Musk, medebedenker van PayPal en Tesla, broedt op een nieuw plan: samen met jonge mensen een Hyperloop bouwen. Een revolutionair transportsysteem dat forensen met een topsnelheid tot 1200 kilometer per uur van Los Angeles naar San Francisco moet brengen. Hij daagde studenten over de hele wereld uit met zijn plan aan de slag te gaan.

En de ideeën kwamen: van 124 teams uit twintig landen. Eén team was van de TU Delft, dat een op magneten zwevende capsule ontwierp. Vorige week werd bekend dat de Delftse studenten daarmee tweede in de Musk-competitie zijn geworden. Bovendien wonnen ze de prijs voor het meest innovatieve ontwerp.

 

De studenten mogen de capsule nu op halve grootte bouwen en deze zomer testen in Californië. Een fantastische prestatie. Het is goed hier zoveel jonge mensen te zien. Dit jaar hebben we juist u uitgenodigd aanwezig te zijn bij de presentatie van de economische cijfers over 2015. Met reden. Want behalve om terug te kijken biedt deze bijeenkomst een goede gelegenheid om een blik vooruit te werpen op de toekomst. En die toekomst wordt bepaald door u, door uw ambities, creativiteit en gedrevenheid.

 

Jonge mensen bedenken nieuwe dingen met grote potentie. Kijk naar succesverhalen als Booking.com, Adyen en WeTransfer. Nederland heeft zulke innovatieve ideeën hard nodig. Sterker nog, om onze arbeidsproductiviteit, en daarmee onze economie, te laten groeien, zijn we in toenemende mate afhankelijk van innovatie.

 

U hoorde het zojuist van het CBS: vorig jaar is de Nederlandse economie met 1,9 procent gegroeid. We hebben daarmee voor het eerst sinds het begin van de economische crisis weer overtuigende groeicijfers. De economie heeft de omvang van voor de crisis terug en we zitten weer in de voorhoede van het eurogebied.

 

Om dat te bereiken moest veel gebeuren. Allemaal – burgers, bedrijven en overheden – hebben we onze financiën op orde moeten brengen. Velen hebben daarvan de harde consequenties gevoeld. Het kabinet voerde daarnaast structurele hervormingen door met als doel de economie te versterken. Daar plukken we nu de vruchten van.

 

In 2015 is het over de hele linie beter gegaan. De export steeg voor het zesde jaar op rij, ondersteund door de lage stand van de euro. De toegenomen binnenlandse bestedingen droegen het sterkst bij aan de economische groei. Doordat de koopkracht steeg en de woningmarkt aantrok, gaven we meer uit, nog eens extra geholpen door de lage olieprijzen. Dit jaar wordt de bestedingsruimte nog groter door de lastenverlichting van 5 miljard euro.

 

Tegenover de gunstige economische ontwikkelingen in Nederland staat een onzekere internationale situatie. De grootste zorg betreft de groeivertraging van de Chinese economie en van andere opkomende economieën, die een rem vormen op de wereldhandel. In combinatie met de daling van de olieprijzen leidde die groeivertraging in de eerste zes weken van dit jaar wereldwijd tot turbulentie op de beurzen. Zo is de AEX sinds 1 januari met meer dan 10% gedaald tot onder de 400 punten. Daarnaast nemen ook de zorgen over de afkoeling van de Amerikaanse economie en de Duitse industrie toe.

 

Met een groei van bijna 2 procent heeft de Nederlandse economie vorig jaar laten zien bestand te zijn tegen dergelijke tegenvallers. Voor 2016 verwacht het CPB een zelfde groei, maar dat betekent niet dat het werk van het kabinet gedaan is. De werkloosheid is nog steeds te hoog. Eind 2015 stonden 590 duizend mensen langs de kant. En vooral onder jongeren is de werkloosheid met 11,2 procent hoog. Daarom ben ik blij dat het aantal banen in het vierde kwartaal in het hoogste tempo in vier jaar is toegenomen en nu de 10 miljoen-grens heeft gepasseerd.

 

Bovendien zijn er factoren die onze economie in de toekomst kunnen remmen. De eerste heeft te maken met gas. Het kabinet heeft vorig jaar de gaswinning in Groningen fors verlaagd, om de veiligheid van de inwoners van Groningen te vergroten. Die veiligheid staat voorop, maar het terugschroeven van de gaswinning heeft natuurlijk wel economische en budgettaire consequenties. De groei over de periode van 2014 tot 2016 valt daardoor in totaal één vol procentpunt lager uit.

 

We werken op verschillende manieren aan het afbouwen van onze afhankelijkheid van gas uit Groningen. Meer gas importeren.

 

Maar belangrijker is nog dat we inzetten op energiebesparing en verduurzaming. Nederlandse huishoudens en bedrijven zullen in de komende decennia overstappen op duurzame verwarming. De vraag naar gas - aardgas althans - zal daardoor steeds verder afnemen, en de economische groei daarmee worden gedrukt.

 

Een tweede uitdaging is de grootschalige asielimmigratie. De huidige instroom van asielzoekers - vorig jaar in ons land groter dan ooit - leidt tot hogere overheidsuitgaven en daarmee in eerste instantie tot een verhoging van het bbp. De OESO en het IMF leggen op dat effect de nadruk. Maar het is nodig de economische risico’s op langere termijn onder ogen te zien. Het effect op het inkomen per inwoner en daarmee de welvaart is negatief.

 

Dat komt doordat de arbeidsparticipatie van statushouders – asielzoekers met een verblijfsvergunning – laag is. Slechts een op de drie statushouders in de beroepsgeschikte leeftijd die al vijftien jaar in Nederland wonen, heeft een betaalde baan van 30 uur of meer per week. Van de volwassen Eritreeërs ontvangt de helft een bijstandsuitkering. Van de Syriërs is dat ruim 60 procent en van de Somaliërs bijna 70 procent.

 

Anderzijds moeten we ons ook bewust blijven van de mogelijkheden van kennisimmigratie, goed opgeleide, ambitieuze mensen die voor zichzelf kunnen zorgen en kunnen en willen helpen onze samenleving verder op te bouwen. Kennisimmigranten kunnen voorzien in schaarse technische kennis. Bovendien kunnen zij ons met hun meegebrachte culturele kennis helpen internationale contacten nog beter te laten verlopen.

 

Een laatste belemmering voor toekomstige economische groei vormen de demografische ontwikkelingen. De bevolkingsgroei neemt af en de vergrijzing neemt toe. Dit zal de komende twintig jaar de economische groei gemiddeld met een half procent per jaar drukken.

 

Dames en heren,

 

Alles bij elkaar opgeteld hebben we reden flink aan de slag te gaan om de economische groei en onze welvaart veilig te stellen. Die groei zal vooral moeten voortkomen uit een toename van de arbeidsproductiviteit. Dat betekent dingen slimmer doen; meer doen met relatief minder mensen. Door innovatie, nieuwe kennis, nieuwe technologieën en nieuwe verdienmodellen.

 

Ik verwacht veel van robotisering, waarin sommigen vooral risico’s zien. Ik denk, met de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, dat robotisering juist mogelijkheden biedt om de welvaart te verhogen. We kennen robots al in de industrie. Maar ook op andere plaatsen komen ze in beeld. Onderzoekers aan de VU experimenteren al met een robot in de klas. Dat heeft u nog net gemist!

 

Voor nieuwe verdienmodellen liggen de kansen vooral bij het oplossen van mondiale maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaatverandering en voedselschaarste. Wij zijn in staat het mes aan twee kanten te laten snijden: enerzijds maatschappelijke problemen in de wereld helpen oplossen en anderzijds ons verdienvermogen versterken.

Zo werken overal in Nederland mensen hard om onze afhankelijkheid van gas terug te dringen. Een mooi voorbeeld van out-of-the-box denken op dat terrein is de eRadiator.

 

Drie jonge mensen uit Delft legden het verband tussen woningen die verwarmd en dataservers die gekoeld moeten worden. De oprichters van Nerdalize bedachten de serververwarming: een server verpakt in een radiator. Om servers te koelen en woningen te verwarmen, hoeft maar één keer energie te worden gebruikt.

 

Ik verwacht nog meer CO2-arme technieken in de toekomst en die hebben we ook nodig. Daarom blijft het kabinet het accent leggen op innovatie en snel groeiende bedrijven. Met het programma StartUpDelta en door het beschikbaar stellen van risicokapitaal stimuleren we nieuwkomers om de koplopers van vandaag uit te dagen. Bedrijven als Acerta Pharma en Dezima Pharma zijn dankzij deze ondersteuning uitgegroeid tot succesvolle voorbeelden van snelgroeiende bio-tech ondernemingen met een waarde van meer dan een 1 miljard euro.

 

Met de Actieagenda Smart Industry bevorderen we verdere digitalisering en het toepassen van state-of-the-art kennis en technologie in alle hoeken en gaten van de economie.  Door bedrijven, overheden en onderwijs slim met elkaar te verbinden, vergroten we de kruisbestuiving tussen onderzoekers en ondernemers met vernieuwende ideeën. Daarnaast werkt het kabinet aan toekomstbestendige wet- en regelgeving, zodat vernieuwende ideeën en verdienmodellen de ruimte krijgen. Denk bijvoorbeeld aan drones, die voor steeds meer doelen worden gebruikt maar waarvoor regelgeving nog in de maak is. Wil Nederland als eerste profiteren van vernieuwing, dan moet daar in regels ruimte voor worden geboden.

 

Wanneer we goede nieuwe producten en diensten ontwikkelen, worden we rijker, neemt de consumptie toe en ontstaan er nieuwe banen. Zo blijven we in staat onze welvaart te behouden.

 

Dames en heren,

Nederland heeft een enorm potentieel. Onze economie kan weer tegen een stootje en onze uitgangspositie is goed. Nederlanders hebben altijd bewezen uitdagingen te kunnen omzetten in lucratieve kansen. Ik nodig u - de nieuwe generatie - uit met nieuwe, creatieve ideeën te komen, out-of-the box te denken en te laten zien waar Nederland goed in is.