Verdeling Wsw budget in relatie tot afbouw (informatie voor gemeenten)

Het Ministerie van SZW ontvangt vragen van gemeenten over de precieze berekeningswijze van de verdeling van het Wsw budget. Dit in verband met afwegingen van gemeenten rond het al dan niet versneld afbouwen van het aantal Wsw-plekken.

Hoe werkt het verdeelmodel voor de Wsw-middelen

Voor de verdeling van de Wsw-middelen sluit het Rijk zo goed mogelijk aan bij de feitelijke ontwikkelingen van het aantal Wsw-plekken in een gemeente. Voor de verdeling van de Wsw-middelen in enig jaar schat het Rijk per gemeente het aantal verwachte Wsw-plekken in dat jaar.

Om te komen tot een afbouw per gemeenten berekent een onderzoeksbureau via actuarieel onderzoek de blijfkansen van de werkzame Wsw’ers in een gemeente. Deze blijfkansen worden ieder jaar geactualiseerd op basis van de meest recente gegevens uit de Wsw-statistiek.
Om tot het geraamde aantal arbeidsplaatsen in enig jaar te komen worden de blijfkansen afgezet tegen de realisatie. Deze realisatie wordt eveneens door het onderzoeksbureau berekent op basis van de gegevens uit de Wsw-statistiek.
Het geraamde aantal arbeidsplaatsen in een gemeente ten opzichte van het geraamde aantal arbeidsplaatsen voor alle gemeenten, bepaalt het aandeel van die gemeente in het macrobudget.

Voor de verdeling van de Wsw-middelen in 2015, 2016 en 2017 (jaar T = jaar waarop de toekenning betrekking heeft) wordt in mei van jaar T-1 een voorlopig budget berekend. In mei van het jaar T wordt deze verdeling bijgesteld op basis van de realisatie van Wsw-plekken in het voorgaande jaar. Op deze wijze wordt zo goed mogelijk aangesloten bij het feitelijke verloop van het aantal Wsw-plekken in een gemeente.

Concreet betekent dit dat de verdeling van de middelen voor 2015, 2016 en 2017 wordt gebaseerd op de realisaties in respectievelijk 2014, 2015 en 2016. Gemeenten die hun Wsw-bestand versnelt afbouwen door tijdelijke contracten niet te verlengen merken dat dus het volgende jaar in hun Wsw-middelen.

In de bijlage  (hieronder) treft u een technische beschrijving van de verdeling voor de jaren 2015, 2016 en 2017 aan.

Wat gebeurt er als het bestand in een gemeente sneller of langzamer afneemt dan geraamd?

Zoals hierboven beschreven stellen we jaarlijks, in mei van het budgetjaar T, de verdeling van de Wsw-middelen bij op basis van de realisatie van het aantal Wsw-plekken in het voorgaande jaar.

Om dit toe te lichten gaan we hieronder uit van een snellere of langzamere afname van het bestand in 2015 en het effect daarvan op de budgetten in 2015 en 2016.

Op het moment dat een gemeente in 2015 minder plekken heeft gerealiseerd dan geschat, bijvoorbeeld vanwege het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen in 2015:
-  Het budgetaandeel Wsw van de gemeente voor 2015 blijft gelijk.
- Het budgetaandeel dat deze gemeente in 2016 ontvangt voor de uitvoering van de Wsw neemt af. In mei 2016 wordt bij de definitieve verdeling van dit budget de lagere realisatie over 2015 gebruikt voor het vaststellen van het aandeel van die gemeente.
Op het moment dat een gemeente het voorgaande jaar meer plekken heeft gerealiseerd dan geschat, bijvoorbeeld omdat mensen iets langer blijven werken:
- Het budgetaandeel Wsw voor die gemeente voor 2015 blijft gelijk.
- Het budgetaandeel dat deze gemeente in 2016 ontvangt voor de uitvoering van de Wsw neemt toe. In mei 2016 wordt bij de definitieve verdeling van dit budget de hogere realisatie over 2015 gebruikt voor het vaststellen van het aandeel van die gemeente.