Toespraak van staatssecretaris Van Rijn voor de opening van de tentoonstelling ‘Kunt u dat even uitleggen?’

Toespraak van staatssecretaris Van Rijn voor de opening van de tentoonstelling ‘Kunt u dat even uitleggen?’ over laaggeletterden en effectief medicijngebruik op maandag 7 september 2015 in het Museum voor Communicatie in Den Haag.

Goedemorgen allemaal,

Kleine opgevouwen papiertjes met kleine lettertjes. Bijsluiters. Hier staat precies in beschreven waar je potje met pillen of je drankje voor bedoeld is. Hoe je het moet gebruiken. Wanneer je het niet mag gebruiken. En wat mogelijke bijwerkingen zijn.

Dankzij die bijsluiters weten we allemaal hoe we onze medicijnen op een veilige manier moeten gebruiken. Allemaal? U en ik weten beter.

Ontzettend veel mensen hebben moeite om zo’n bijsluiter te begrijpen. Mensen die niet zo goed kunnen lezen. Of helemaal niet kunnen lezen. Voor deze grote groep laaggeletterden is het heel lastig om verantwoord medicijnen te gebruiken.

Er is een duidelijk verband tussen laaggeletterdheid en een slechtere gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat laaggeletterden vaker gezondheidsklachten hebben dan mensen die wel goed kunnen lezen. Dat is heel ernstig en daar moeten we iets aan doen.

Meer dan 11% van alle Nederlandse volwassenen is laaggeletterd. Naar schatting telt Nederland bijna 1,5 miljoen mensen die problemen hebben met lezen en schrijven. Daarnaast heeft 25% moeite met complexe informatie. Een kwart van de mensen!

Al die andere mensen staan daar vaak helemaal niet bij stil. Ze hebben er vaak geen idee van hoe lástig het is om niet te kunnen lezen. Hoeveel moeilijker en ingewikkelder je leven daardoor is. Het is belangrijk dat we ons daar bewust van worden. Niet alleen organisaties, niet alleen de overheid, maar wij allemaal.

Daarom start vandaag, op 7 september, de Week van de Alfabetisering. Overal in het land is aandacht voor de problemen waar laaggeletterden mee te maken hebben. KNMP en Pharos vragen aandacht voor medicijngebruikers die moeite met lezen hebben. Daarom start vandaag de campagne: ‘Kunt u dat even uitleggen’.

Dat doen ze samen met Stichting Lezen en Schrijven, de Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden en het Museum voor Communicatie. Een prima initiatief waar ik helemaal achter sta. Ik geef ook heel graag het startsein voor deze campagne.

De tentoonstelling die u straks gaat bekijken, hoort daarbij. Net als de documentaire die hier in première gaat en het boek dat ik zonet kreeg overhandigd. De mensen die hieraan hebben meegewerkt, zijn zelf laaggeletterd en vertellen over hun ervaringen. Een aantal van hen is hier aanwezig. Ik vind het geweldig dat u zo openhartig bent geweest.

U vertelt eerlijk en onomwonden waar u tegen aanloopt, omdat u de informatie niet goed begrijpt, over het onbegrip waar u mee te maken heeft. Hoe u ermee geworsteld heeft en hoe de meesten van u het verborgen niet te kunnen lezen.

Die tijd is voorbij. Dat u hier vandaag staat, is daar het bewijs van. Zo moet het ook. Ik hoop van harte dat deze campagne helpt om ook anderen ervan te overtuigen dat het geen taboe is om laaggeletterd te zijn. Schaam je er niet voor, ZEG het gewoon, want alleen dán kunnen anderen er ook rekening mee houden.

Ook zorgverleners vertellen over hun ervaringen. En maken zo duidelijk dat dit een maatschappelijk probleem is dat apothekers, dokters en verpleegkundigen samen kunnen aanpakken. Bewustwording, dáár draait het om.

Er gebeurt al een hoop. De KNMP en de Stichting Pharos hebben een convenant. Apothekers en apothekersassistenten volgen nascholing zodat ze laaggeletterde patiënten sneller herkennen. Er is een Toolkit die huisartsen, praktijkondersteuners en apothekers extra ondersteuning biedt. Kijkt u vooral even op de site van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Ook op de site gezondheidsvaardigheden.nl staan handige materialen voor zorgverleners.

Heel handig zijn de 24 nieuwe pictogrammen die speciaal zijn ontworpen voor laaggeletterden. Ze staan op apo.nl. Apothekersassistenten kunnen deze aan de balie gebruiken bij het begeleidingsgesprek als een patiënt een nieuw geneesmiddel ophaalt. Bij elke pictogram zit een filmpje met een uitleg.

De overheid - VWS, OCW en SZW - start in januari 2016 met een speciaal actieprogramma: Tel mee met taal. Dat loopt tot en met 2018. Voor de aanpak trekken de 3 departementen gezamenlijk € 18 miljoen per jaar uit. Ik roep de gemeenten op om echt werk te maken van taalscholing. Iedereen die het nodig heeft moet ergens terecht kunnen. En we vragen huisartsen, consultatiebureaus, peuterspeelzalen en scholen om taalachterstanden beter te signaleren.

Geneesmiddelen op de juiste manier gebruiken en blijven gebruiken, noemen we therapietrouw. Daar besteden we veel aandacht aan, want ook mensen die niet laaggeletterd zijn, stoppen soms te vroeg met het slikken van hun medicijnen. Of gebruiken ze op de verkeerde manier. Ook de KNMP spant zich in om therapietrouw te bevorderen.

Kortom, er gebeurt een hoop. Maar het mag u duidelijk zijn dat dit niet alleen bij de overheid ligt, niet alleen bij de zorg. De sleutel voor succes ligt in samenwerking.
Goede samenwerking is de voorwaarde voor betere overdracht van informatie. Voor de mensen om wie het gaat, maar ook met de mensen om wie het gaat. Hun gezondheid telt. Laten we zorgen dat we écht met elkaar kunnen lezen en schrijven!