Spreektekst minister Schultz voor opening van de jaarlijkse bijeenkomst van de Port State Control Committee of the Paris MoU on Port State op 18 mei 2015 in Noordwijkerhout

Toespraak | 20-05-2015

Mr. Hogan, Distinguished Delegates, dames en heren,

Van harte welkom bij de 48ste meeting van de Port State Control Committee ofthe Paris Memorandum of Understanding on Port State.
Het is bijzonder om u hier te mogen begroeten. Nederland is een van de foundingfathers van de Paris MoU en bovendien  gastheer van het secretariaat.
Daarom heb ik mij extra goed voorbereid op deze bijeenkomst. Op 11 februari hebik in de haven van Rotterdam zelf een inspectie gedaan van een bulk carrier metkolen, afkomstig uit the Isle of Man. Dat wil zeggen: gedurende drie uur heb ikincognito meegelopen met de echte inspecteurs.

Het was slechts één van de 18.000 inspecties die de 27 landen van de ParisMoU jaarlijks laat uitvoeren. Toch gaf het mij een goede indruk van de praktijk.
Ik heb gezien hoe de certificaten werden gecontroleerd die door het vlaggenlandwaren afgegeven. Ook heb ik vervolgens mee geïnspecteerd of de papieren ookklopten met de praktijk van het schip. De controle ging van schavotje totmachinekamer. Van stuurhut tot kombuis. Het was een prima schip; geen sprake vanaanhouding of penalty.

Mijn waardering voor het vakmanschap van de inspecteurs is groot. En mijnmotivatie om te zorgen voor een soepele, optimale naleving van de regels met eeneffectieve inzet van onze middelen, is alleen maar gegroeid. 
Zo ben ik groot voorstander van een inspectiesysteem dat gebaseerd is oprisicoprofielen. Meer aandacht voor schepen met een slechte track record diegebaseerd is op inspectieresultaten, en minder aandacht voor schepen die hetgoed doen. 

Het New Inspection Regime dat in 2011 is ingevoerd is een goede stap vooruit,maar we moeten steeds blijven evalueren om te kijken of we onze ambities ookwaarmaken. 
Ook ben ik voorstander van een Europees en mondiaal gelijk speelveld.Scheepvaart is per definitie mondiaal. Schepen zouden op dezelfde manier moetenworden beoordeeld.
Op dit moment zijn we nog niet zo ver. Als voorbeeld noem ik de nieuwezwavelnorm van 0,1% die in een deel van de Paris MoU-regio per 1 januari van ditjaar is ingegaan. Een goede maatregel omdat dit schone lucht bevordert.

Het is echter wel van belang dat deze norm op een goede manier wordtgehandhaafd. We moeten voorkomen dat kwaadwillende reders een voordeel kunnenhalen uit het niet voldoen aan de maatregel.
Dit is typisch een voorbeeld waar harmonisatie van de handhaving voorop zoumoeten staan en waar de Paris MoU een grote rol in kan spelen.

Uiteindelijk streven alle 27 aangesloten landen naar hetzelfde: veiligescheepvaart, schone zee en goede werk- en leefomstandigheden voor de bemanning.
De inspectieresultaten tonen nut en noodzaak van Port State Control door deParis MoU overduidelijk aan. In vijftien jaar is het aantal aangehouden schepengedaald van 9% naar 3%. De schepen zijn aanwijsbaar veiliger en schonergeworden.

Ook Nederland heeft hier alle belang bij. Onze maritieme sector is van grooteconomisch en maatschappelijk belang.
•    90% van het volume van alle Nederlandse im- en export gebeurt over zee.
•    In de maritieme sector verdienen 224.000 mensen hun brood. De sector levertde Nederlandse economie ruim 21 miljard euro op.

Die positie willen we verstevigen. Daarom heb ik dit jaar een nieuwemaritieme strategie gepresenteerd.
Onderdeel van die strategie is een blijvende inzet op internationaal niveau vooreen veilige, schone en sterk concurrerende scheepvaart.
Goede en geharmoniseerde internationale handhaving is daarbij een belangrijkerandvoorwaarde.
Daar zijn we ruim 30 jaar geleden gezamenlijk mee begonnen. En daar blijven weons samen met u voor inzetten.

Ik wens u allen dan ook een hele vruchtbare week!
Dank u wel.