Toespraak van minister Koenders voor de Mensenrechtenraad

Toespraak van minister Koenders (BZ) voor de Mensenrechtenraad in Genève op 2 maart 2015.

We zijn op een historisch dieptepunt beland - laten we stoppen met rituelen

Vorige week las ik over een vrouw in Zuid-Soedan die gedwongen werd haar dorp te ontvluchten. Ze was toen hoogzwanger en beviel uiteindelijk op een boot die ronddreef op de Nijl. Dit verhaal trok mijn aandacht om drie redenen:

1.            Wij hebben de plicht de rechten te beschermen van deze vrouw, haar kind en van iedereen die waar ook ter wereld klem is komen te zitten door conflicten

2.            Journalisten moeten dit soort verhalen kunnen vertellen, in de veilige wetenschap dat ze niet bedreigd worden omdat ze hun werk doen.

3.            Bij het beschermen van de mensenrechten moeten we de gelederen sluiten om te waarborgen dat wij, de leden van deze Raad, niet eindigen als die boot op de rivier: meedrijvend op de stroom zonder te weten waar je naartoe wilt.

In het kader van deze drie punten wil ik het hebben over een gevaar dat ons werk sterk bemoeilijkt: rituelen. De tijd waarin we leven wordt gekenmerkt door grootschalige schendingen van de mensenrechten. Miljoenen burgers moeten het stellen zonder enige vorm bescherming. We moeten dit beseffen en onszelf aankijken in de spiegel: we zijn op een historisch dieptepunt beland. In veel landen moeten oppositieleiders vrezen voor hun leven. Denk aan de moord op Boris Nemtsov in Moskou afgelopen vrijdag.

De mensenrechten worden ernstiger bedreigd dan ooit tevoren, zo kunnen we lezen in het jaarverslag van Amnesty. Miljoenen mensen zitten klem door extreem gewelddadige conflicten en geweld van autoriteiten of gewapende groeperingen. Dit speelt zich af in landen als Syrië, Irak, Oekraïne, Noord-Korea en Nigeria. Da’esh/IS blijft terrein winnen en slaagt er nog steeds in jongeren over de hele wereld te rekruteren. De vrijheid van meningsuiting staat onder druk en dat geldt eveneens voor de vrijheid van godsdienst. Da’esh vormt een bedreiging voor iedereen met andere opvattingen of ideeën. Dat blijkt uit de intolerantie jegens andere moslims, de vervolging van Yezidi’s en de massale ontvoeringen van Assyrische christenen in Irak.

De mensenrechten gelden voor iedereen, maar staan onder druk - ook in landen die niet worden geteisterd door extreem geweld. Maar al te vaak lijkt het alsof mensenrechten alleen gelden voor de dominante geledingen van de maatschappij en niet voor mensen die vaak gediscrimineerd worden, zoals vrouwen en de LGBT-gemeenschap. Dat heeft niets te maken met culturele verschillen: iedereen op deze planeet heeft recht op ontwikkeling: economisch, sociaal en cultureel. Haperende economieën en een slechte fysieke en sociale infrastructuur kosten miljoenen levens per jaar. De beginselen van Ruggie voor mensenrechten en bedrijven moeten volledig geïmplementeerd worden. We zéggen wel dat we de mensenrechten op al deze gebieden verdedigen, maar maken we dat ook waar? Aan de afschaffing van lijfstraffen is niet wereldwijd gehoor gegeven. Het afnemen van de moratoria op de doodstraf is zorgwekkend.

En naast deze 'traditionele' problemen zijn er nieuwe uitdagingen ontstaan. Cybercrime en terrorismebestrijding maken het erg verleidelijk het toezicht op te schroeven, ook al gaat dat ten koste van de privacy.

Voor de dagelijkse slachtoffers is de VN-Mensenrechtenraad abstract en ver weg. Dat heb ik gemerkt als speciaal gezant van de Secretaris-Generaal in Mali en Ivoorkust. Maar we moeten ook weer niet onderschatten hoeveel er bereikt is de afgelopen jaren. Om een voorbeeld te geven: het aantal gevallen van genitale verminking onder vrouwen neemt af. Het was lang een taboe, maar met behulp van een resolutie hebben we dat kunnen doorbreken binnen de VN. We hebben nog een lange weg te gaan, maar genitale verminking van vrouwen is in steeds meer landen strafbaar geworden. Een ander voorbeeld: in de VN werken we hard om een einde te maken aan kinderarbeid en het aantal werkende kinderen is wereldwijd aan het dalen. Niet snel genoeg, maar de trend is bemoedigend.

Maar we kunnen niet achteroverleunen: het is tijd voor een reset en nieuw activisme. We moeten beseffen dat we ons op een historisch dieptepunt bevinden. Er is behoefte aan veel meer voorlichting over mensenrechten waarbij voorrang wordt gegeven aan verhalen voor een nieuwe generatie. Geen enkele jongere mag aangetrokken worden door de geest en het millenarisme van geweld.

Mensenrechten zijn universeel; de beginselen hebben we vastgelegd in verdragen die overal ter wereld gelden. Natuurlijk zijn er lokale verschillen qua implementatie, maar het maakt niet uit of een verkrachting plaatsvindt in Anchorage, Ankara, Asunción of Amsterdam: de pijn blijft hetzelfde. Laten we daarom bewijzen hoeveel we gemeen hebben wanneer het aankomt op de eerbiediging van de mensenrechten.

We moeten veel waakzamer worden. We mogen niet toestaan dat de Raad verzwakt raakt. We moeten focussen op hetgeen ons verbindt. Onze dialoog binnen de Raad voor de mensenrechten draagt bij aan een breed gedragen begrip van onze waarden. We moeten elkaar ter verantwoording roepen en ervoor waken te worden meegezogen in een draaikolk van rituelen die al onze goede bedoelingen ongedaan maken.

Dit gevaar blijkt uit de term 'checklist diplomacy': allemaal goede bedoelingen zonder dat er echt iets bereikt wordt. We moeten tot een nieuw gezamenlijk begrip van universele mensenrechten komen. Macht en mensenrechten kunnen een ongemakkelijke combinatie vormen. Maar juist dat maakt het zo belangrijk te voorkomen dat mensenrechten worden gereduceerd tot lege rituelen waarvan de oorspronkelijke betekenis in de vergetelheid is geraakt.

We kunnen niet toestaan dat de verdediging van de mensenrechten uiteindelijk niets meer blijkt dan een rituele dans. Het 'Rights Up Front'-initiatief van de Secretaris-Generaal is dan ook een belangrijke bijdrage. We moeten samenwerken willen we het verschil kunnen maken voor de vele mensen overal ter wereld die het slachtoffer zijn van mensenrechtenschendingen. Dit vergt onder meer voortzetting van een open en eerlijk debat. Hoe is het mogelijk dat verdedigers van de mensenrechten worden vervolgd in hun eigen land zodra ze hier in Genève hebben gesproken en verklaringen hebben afgelegd?

De Raad voor de mensenrechten beschikt over een aantal krachtige instrumenten om de positieve ontwikkelingen te versterken en wezenlijk vooruitgang te boeken op andere terreinen. We moeten deze instrumenten zo goed mogelijk inzetten. We hebben goud in handen als we die echt benutten.

De universele periodieke toetsing blijkt een goed instrument om op gelijke voet de dialoog met elkaar aan te gaan. Elk land wordt onderworpen aan dezelfde kritische toetsing. Ngo’s en verdedigers van de mensenrechten spelen hierin een belangrijke rol. Zij leggen schendingen bloot en nemen het in hun eigen land of regio op voor de mensenrechten, soms met gevaar voor eigen leven. We moeten hun recht zich te wenden tot de Raad handhaven en beschermen.

Een ander instrument is de bevoegdheid commissies in te stellen of speciale rapporteurs te benoemen die mensenrechtenschendingen onderzoeken en daarvan verslag uitbrengen. Dankzij de rapporten over Syrië en Noord-Korea is de mensenrechtensituatie aldaar bekend geworden in de rest van de wereld en inmiddels een prominent agendapunt.

Verder is er de Hoge Commissaris voor de mensenrechten die landen ter verantwoording roept bij schendingen van de mensenrechten. We zien uit naar de samenwerking met Hoge Commissaris prins Zeid, die heeft bewezen te staan voor universele rechten en deze boodschap actief uitdraagt. Deze instrumenten moeten worden gewaarborgd; de onafhankelijkheid van de Hoge Commissaris moet beschermd worden. En het secretariaat moet over voldoende financiële middelen beschikken om zijn taken te kunnen uitvoeren.

Op basis van deze instrumenten moet de Veiligheidsraad snel kunnen besluiten en tot zinvolle acties komen. Dat is helaas niet altijd het geval geweest. Daarom ondersteunt de Nederlandse regering het Franse voorstel het vetorecht van de vaste leden op te schorten in het geval van massale gruweldaden. Het Koninkrijk der Nederlanden wil actief bijdragen aan de handhaving van de internationale vrede en veiligheid. Daarom hebben we ons kandidaat gesteld voor een zetel in de Veiligheidsraad voor de periode 2017-2018. We willen uw partner blijven voor vrede, recht en ontwikkeling.

De Nederlandse regering vindt dat verdachten van ernstige schendingen van de mensenrechten berecht moeten worden door onafhankelijke rechters. Verantwoording vormt een integraal onderdeel van onze plicht gewone burgers te beschermen. We hechten veel waarde aan de verantwoording voor de internationale misdrijven die door alle partijen in Syrië worden gepleegd en daarom ondersteunen we de bewijsgaring door gespecialiseerde organisaties.

Het Nederlandse lidmaatschap van de Commissie voor de mensenrechten zal gericht zijn op actie. U kunt ervan op aan dat Nederland als zeevarende natie een vaste koers zal varen en de rituelen zal omzeilen die ten koste gaan van de essentie van ons werk: het bevorderen van de menselijke waardigheid.

Mensenrechten vormen al decennia een essentieel onderdeel van ons buitenlands beleid en zullen tot onze speerpunten blijven behoren. We willen onze doelen bereiken door dialoog en samenwerking. Om nog even terug te keren naar de vrouw op die boot op de Nijl: we zijn het haar verschuldigd alles voor haar en haar kind te doen om haar rechten te beschermen. Voor mij vormen zij het symbool van alle slachtoffers van mensenrechtenschendingen overal ter wereld. Met heldere afspraken, duidelijke communicatie en voortzetting van de dialoog blijven mensenrechten concreet en worden ze niet overschaduwd door rituelen. Zo kunnen we ons blijven inzetten voor het handhaven van de menselijke waardigheid. Het gaat over echte mensen en echte rechten.

We moeten schendingen van de mensenrechten voorkomen.
We moeten onze burgers beschermen.
We moeten de daders vervolgen.

We staan op een historisch dieptepunt: we hebben geen tijd meer te verliezen