Aanpassing inreisverbod om terugkeer te bevorderen

De regelgeving over het inreisverbod wordt aangepast om illegale vreemdelingen te stimuleren om actief te werken aan terugkeer naar het land van herkomst. Staatssecretaris Teeven van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de Tweede Kamer vandaag geïnformeerd over deze aanpassing. De wijziging past bij het streven naar een actief terugkeerbeleid uit het regeerakkoord. Wie hier niet mag blijven, moet vertrekken.

Illegale vreemdelingen die langdurig tegen de regels in Nederland verblijven en die niet meewerken aan hun vertrek krijgen een langer inreisverbod opgelegd. Hoe langer een vreemdeling onrechtmatig in Nederland verblijft, hoe langer het inreisverbod. De maximale duur die hiervoor geldt wordt verhoogd van twee naar vijf jaar.

Hier staat tegenover dat de vreemdeling die wel meewerkt aan zijn vertrek en daadwerkelijk het land verlaat in aanmerking komt voor vermindering van de duur van zijn inreisverbod. De mindering bedraagt twee jaar. Deze aanpassing heeft als doel om illegale vreemdelingen aan te moedigen om mee te werken aan hun terugkeer. De aanpassing volgt op een evaluatie van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) waaruit bleek dat illegale vreemdelingen na het opleggen van een inreisverbod geen prikkel meer voelden om te vertrekken.

Ook wordt het inreisverbod voor criminele vreemdelingen die zijn veroordeeld tot een vrijheidsstraf van minder dan een half jaar verhoogd van drie naar vijf jaar.

Het voorstel tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit is vandaag in consultatie gegaan.