Meer vrijheden voor vreemdelingen binnen bewaring

Vreemdelingen krijgen meer vrijheden binnen vreemdelingenbewaring dan nu het geval is. Zo kunnen ze zich van acht uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds vrijelijk en met minimaal toezicht bewegen binnen de inrichting, hebben ze recht op tenminste veertig uur dagbesteding per week en mogen ze telefoneren met hun mobiele telefoon (zonder camerafunctie en internet). Ook is er aandacht voor kwetsbare groepen die bijvoorbeeld extra zorg nodig hebben. Gezinnen met kinderen worden in beginsel niet in bewaring gesteld, tenzij ze zich eerder aan het toezicht hebben onttrokken.

Dat staat in het voorstel voor de nieuwe Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring dat door staatssecretaris Teeven (veiligheid en justitie) vandaag online is gezet voor een internetconsultatie. Belangstellenden kunnen tot en met 21 februari 2014 op het voorstel reageren via de website www.internetconsultatie.nl/vreemdelingenbewaring.

De staatssecretaris wil meer maatwerk bieden. Binnen vreemdelingenbewaring komen twee verschillende hoofdregimes: het verblijfs- en het beheersregime. Uitgangspunt daarbij is dat de vreemdeling – na een intake – in het verblijfsregime wordt geplaatst. In dit regime kunnen vreemdelingen grotendeels zelf invullen hoe zij hun tijd indelen en de dag doorbrengen. Tussen tien uur 's avonds en acht uur 's ochtends moeten de vreemdelingen verplicht in hun verblijfsruimte zijn met de deur op slot. De rest van de dag kunnen ze zich vrijelijk en met minimaal toezicht van de ene naar de andere ruimte of activiteit bewegen. Centraal binnen de vreemdelingenbewaring staat het werken aan terugkeer. Daarop aanvullend zullen ook meer terugkeeractiviteiten, zoals cursussen, worden aangeboden om de vreemdeling te helpen bij zijn terugkeer.

Enkel vreemdelingen die de geboden vrijheid van het verblijfsregime niet aankunnen, worden geplaatst in het beheersregime. Dit geldt ook voor vreemdelingen die vanwege hun gedrag of beheersproblemen de orde en veiligheid binnen het verblijfsregime te zeer verstoren. Vreemdelingen die in dit regime geplaatst worden, hebben meer toezicht en minder interne vrijheden. Zo hebben ze recht op minimaal achttien uur dagbesteding per week en is het aantal bezoekuren voor hen beperkter. Naar verwachting gaat het om zo’n vijf tot maximaal tien procent van de in bewaring gestelde vreemdelingen.

Het doel van bewaring is om vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven, terug te laten keren. Ook in het nieuwe wetsvoorstel blijft vreemdelingenbewaring altijd een uiterste middel dat zorgvuldig wordt toegepast. Dit betekent dat de vreemdeling niet heeft voldaan aan zijn zelfstandige vertrekplicht en geen gebruik heeft gemaakt van minder ingrijpende maatregelen voor zijn terugkeer (zoals de meldplicht, waarborgsom of verblijf in een vrijheidsbeperkende locatie, allen met intensieve terugkeerbegeleiding door de Dienst Terugkeer en Vertrek).

De afgelopen jaren is een gestage daling zichtbaar in het aantal personen dat in vreemdelingenbewaring wordt gesteld. In 2007 ging het nog om 8487 mensen, in 2012 waren dit er 5012. In dat jaar vertrok 59 procent van de mensen die in bewaring waren gesteld gedwongen uit Nederland. Van deze groep werd 74 procent binnen drie maanden Nederland uitgezet.

Een vreemdeling kan alleen in bewaring worden gesteld als hij niet actief werkt aan terugkeer, als er een reëel risico is dat hij zich aan het toezicht onttrekt, én als er op afzienbare termijn zicht is op terugkeer. De rechter toetst bij de inbewaringstelling of deze rechtmatig is, en vervolgens na een half jaar nogmaals of telkens wanneer de vreemdeling er om vraagt. Ook in bewaring is in goede rechtsbescherming voorzien, bijvoorbeeld als een vreemdeling klachten heeft over de voorzieningen.