Thuiszorgmedewerkers zijn een voorbeeld voor ons allemaal

Staatssecretaris van Rijn vroeg tijdens het Telegraaf Kerstconcert om een daverend applaus voor alle mensen die in de thuiszorg werken. Hiermee opende hij op 16 december in de Grote Kerk te Den Haag de actie ‘Kerstgroet aan de Thuiszorg’ van de Telegraaf. Van Rijn: “Met Kerstmis, dan zijn we er voor elkaar. Dan kunnen de meeste mensen rekenen op hun familie en op andere naasten. Wat ik zo graag zou willen, is dat we dit vàker doen. Die betrokkenheid is het hele jaar nodig.” 

Dames en heren,

Oud worden is een eenzame bezigheid. Een levensfase waarin je loslaat waarover je je altijd druk hebt gemaakt. Moeilijk, maar ouder worden is heel moeilijk. Oude mensen zijn daarom de helden van de samenleving."

Ik citeer hier Kees Brusse, die vorige week is overleden; 88 jaar is hij geworden. U heeft vorige week zelf in de Telegraaf kunnen lezen over het leven van een van onze grootste acteurs. Een onstuimig leven, zo bleek uit het artikel.

De jongere generatie zal hem wellicht niet meer kennen, maar de mensen van mijn leeftijd, en ouder, zijn een beetje met hem opgegroeid. We herinneren hem uit de serie ‘Mensen zoals jij en ik’, waarin hij de hoofdrol had. Veel ouderen zullen zich in de woorden van Kees Brusse herkennen.

Eenzaamheid is een groot en groeiend probleem. We kunnen ons er niet tegen verzekeren. Maar we hoeven ons er ook niet bij neer te leggen. Samen kunnen we hier immers wel wat aan doen. En vaak is dat niet ingewikkeld. We hoeven ons alleen maar af te vragen: Wat kan ik voor een ander betekenen?

Dames en heren,
Met Kerstmis, dan zijn we er voor elkaar. Dan kunnen de meeste mensen rekenen op familie en naasten. Dan is er tijd voor een bezoekje, voor aandacht voor je medemens. We nodigen onze ouders of grootouders uit om samen Kerst te vieren. Of we gaan bij hun langs. Met Kerstmis tonen we dus die onze betrokkenheid.

Wat ik zo graag zou willen, is dat we dit vàker doen. Die betrokkenheid is het hele jaar nodig. Niet in de plaats van professionele zorg, maar in samenwerking mét. De kwaliteit van de samenleving staat of valt met die onderlinge betrokkenheid.

Als we er in slagen om de thuiszorg en hoe wij zelf betrokken zijn met elkaar te verbinden, zijn we in staat om langer thuis wonen mogelijk te maken, betaalbaar te houden en kwalitatief beter te maken.

We moeten niet terug naar een samenleving waar we afhankelijk zijn van betrokkenheid van naasten. Alleen al omdat die naasten er soms niet zijn. Maar we moeten ook niet op weg naar een samenleving waarin we te veel afhankelijk worden van verzekeren of voorzieningen.

Oude mensen zijn helden, zei Kees Brusse. Wat mooi om zó naar ouderen te kijken. Er is een groep mensen die dit al lang weet. Die dagelijks bij onze ouderen en andere hulpbehoevenden thuis komen. Die hen door en door begrijpen.

Ik heb het nu over de mensen die werken in de thuiszorg; de mensen die altijd voor onze ouderen, maar ook voor anderen, klaarstaan. Zij staan deze week in de schijnwerpers. Een betere keuze had de Telegraaf niet kunnen maken.
Als er mensen zijn die waardering verdienen, juist op dit moment, dan zijn zij het wel.

Terwijl wij hier in de Grote Kerk praten over betrokkenheid, zijn ook nu de werkers in de thuiszorg volop in touw. Want hun werk gaat áltijd door. Ze werken vanmiddag; ze werken vanavond; en ze werken met Kerstmis. Ze stappen op hun fiets en gaan van het ene naar het andere adres. Daar kijken mensen uit naar hun komst.

Daarom wil ik tot slot graag het woord rechtstreeks tot deze thuiszorgwerkers richten. Want ik weet dat uw werk op dit moment niet gemakkelijk is. Dat het veel van u vraagt, fysiek én emotioneel.

We hebben met elkaar als samenleving de opdracht om de zorg in Nederland voor kwetsbare mensen ook naar de toekomst toe te borgen. Ook in de toekomst willen we een langdurige zorg die goed is van kwaliteit en betaalbaar is met name voor de mensen met een smalle beurs. Een langdurige zorg waaraan we in een veranderende samenleving andere eisen stellen dan nu. Zo was het dertig jaar geleden nog heel gewoon dat je je rond je 60e al inschreef voor een plekje in het verzorgingshuis.

Maar ik besef maar al te goed dat alle veranderingen in de zorg - die nodig zijn om de zorg ook in de toekomst betaalbaar te houden - ook onzekerheid meebrengen. Daarom moeten we niet alleen veranderen, maar ook oog hebben voor de gevolgen. En die zo goed mogelijk opvangen. Daar wil ik elke dag mee bezig blijven. En ik wil benadrukken dat we in 2017 evenveel aan langdurige zorg willen uitgeven als in 2013.

Jullie hebben allemaal één ding gemeen: jullie geven om mensen. En jullie kiezen er bewust voor om juist kwetsbare mensen te helpen. Oftewel, als er mensen betrokkenheid tonen, dan zijn jullie dat wel! Dat maakt jullie ook zo bijzonder. Dat maakt jullie tot een voorbeeld voor ons allemaal. Dat maakt jullie – in termen van Kees Brusse - ook tot helden!

Daarom verdienen jullie waardering. Niet alleen van mij, maar van de hele samenleving. Van de mensen die geholpen worden, hun familieleden, tot aan werkgevers en de overheid. Juist in deze zware tijden.

Laat er geen misverstand over bestaan: we zullen het misschien niet allemaal eens zijn over de noodzaak van bezuinigen, maar we moeten het allemaal wel eens zijn over het belang en de noodzaak van de thuiszorg.

Dames en heren,
ik wil u bedanken voor uw aandacht. En ik wil samen met u de actieweek openen met een daverend applaus voor alle mensen die in de thuiszorg werken!