Speech van de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, bij de start van werkzaamheden aan de A1/A6, Naarden

Toespraak | 04-12-2013

Dames en heren,

U zou het misschien niet meteen zeggen, maar we staan hier bij een icoon:
De Hollandse brug.
375 meter lang, bijna 13 meter boven het wateroppervlak.
Kortom, een doodgewone brug.
Of een doodgewoon kunstwerk, zoals de mensen van Rijkswaterstaat liefkozend zeggen.
Een brug waarvan we er honderden hebben in Nederland.

Maar als je  in het verleden duikt, is de Hollandse Brug inderdaad een icoon.
Om dat uit te leggen ga ik even terug naar twee weken geleden.
Toen was ik  in Almere, om daar de afspraken tussen Rijk en regio over de ontwikkeling van deze regio bekend te maken.
En ik memoreerde toen aan mijn voorganger, minister Tuijnman, die in 1978 symbolisch de eerste steen legde voor het stadscentrum van de stad die toen nog helemaal niet bestond.

Maar de Hollandse Brug lag er toen al negen jaar.
Deze brug is al ruim veertig jaar de verbinding tussen oud en nieuw land.
Elke dag rijden bijna honderdduizend voertuigen over deze brug.

In Almere keken we twee weken geleden naar de toekomst:
een nieuw hoofdstuk in het verhaal van Almere en van deze regio.
En nu doen we dat weer.
Want vandaag begint een nieuw hoofdstuk voor de bereikbaarheid van deze regio.

Dat nieuwe hoofdstuk is nodig: het is namelijk druk in de noordelijke Randstad.
Rond Amsterdam, Almere en Utrecht wonen bij elkaar zo’n 3 miljoen mensen.
Dat is dus bijna een vijfde van de Nederlandse bevolking.
Hier wordt bovendien een kwart van ons Bruto Nationaal Product verdiend.
En dat zorgt meteen voor een kwart van de Nederlandse werkgelegenheid.
Dit is dus het kloppende hart van onze economie.

En de komende jaren groeit dat kloppende hart.
Zo komen er in de hele regio maximaal 440.000 woningen bij.
Dat zorgt ook voor meer werkgelegenheid en voor meer vervoer.
Bovendien wordt in Almere hard gewerkt aan de Floriade van 2022.

U begrijpt: dan moet de bereikbaarheid wel meegroeien met al die ontwikkelingen.
En dus is er werk aan de winkel.
Vandaag is de Hollandse Brug opnieuw een poort tussen oud en nieuw.
Er komt namelijk een Hollandse Brug bij, om de dagelijkse files op te vangen.

Die nieuwe brug is onderdeel van een flinke verbetering in de hele regio.
Tussen Schiphol, Amsterdam en Almere gaan we op meerdere plekken aan de slag.
Op de A10 rond Diemen zijn we al even bezig met het verdubbelen van het aantal rijstroken.

En de komende jaren gaan we ook op de A9 aan de slag, zowel op de Gaasperdammerweg als tussen Amstelveen en Schiphol.
Bij Badhoevedorp wordt de A9 bovendien verlegd, zodat de snelweg daar niet meer dwars door de stad snijdt.

En dat is nog niet alles, want rond de Zuidas worden de wegwerkzaamheden onderdeel van de herinrichting van het hele gebied: van weg, spoor en kantoor.

Maar vandaag beginnen we aan een van de grootste projecten hier in de regio:
de verbreding van de A1 en A6 tussen Diemen en Almere.
Over 23 kilometer komen er nieuwe rijstroken bij.
Er worden 60 nieuwe kunstwerken gebouwd, om in het jargon van Rijkswaterstaat te blijven.

Daarbij benutten we ook meteen de kans om de omgeving te verbeteren.
Bij Muiden verleggen we de A1 bijvoorbeeld 300 meter naar het zuiden.
Voor de inwoners van het vestingstadje Muiden betekent dat dus dat de snelweg uit hun achtertuin verdwijnt.
En dat betekent minder geluidsoverlast en fijn stof.

Daarmee verdwijnt ook de brug voor de A1 over de Vecht.
Er komt een aquaduct voor terug, van maar liefst 65 meter breed: het breedste aquaduct van Europa.
Een nieuw icoon, terwijl de wachttijden en de filemeldingen – als de brug weer eens open staat - straks verleden tijd zijn.

Natuurlijk heeft zo’n omlegging van een snelweg wel wat voeten in de aarde:
Zo moeten de hoogspanningsmasten  worden verplaatst.
En ook de historische Vechthoeve in Muiden aan de Vecht – beter bekend als het Pippi Langkous-huis – uit 1899 zal moeten wijken.

Maar nieuw betekent niet dat al het oude moet verdwijnen.
Het Pippi Langkous-huis staat op de UNESCO erfgoedlijst, als onderdeel van de Hollandse Waterlinie.
Zoiets moois moeten we behouden.

We gaan het daarom 300 meter verplaatsen en geven het een nieuwe plek in een vertrouwd landschap.
Zodat we oud (het Pippi Langkous-huis) en nieuw (de vernieuwde weg) op een mooie manier kunnen combineren.

U begrijpt dat dit een flinke operatie is.
En dat is nog maar een deel van wat ons hier te doen staat.
Ik geef u graag een paar weetjes:

Om de wegen te verbreden zijn zo’n 25.000 ritten met de asfaltwagen nodig.
Voor alle funderingen zijn daarnaast ruim maar liefst 108 miljoen kruiwagens vol zand nodig.
Dat zijn dus 7 kruiwagens per inwoner van Nederland!
Al dat zand wordt hier uit het IJsselmeer gehaald.
Als we al die 108 miljoen kruiwagens gevuld willen hebben, dan is het hoog tijd om te gaan beginnen.

Bovendien gaan deze werkzaamheden wel even duren, dus we hebben niet veel tijd te verliezen.

Ik ‘los’ dus zo meteen graag symbolisch het eerste beetje zand.

Al deze werkzaamheden zullen voor onvermijdelijke overlast zorgen.
Maar ik ben ervan overtuigd dat de aannemer en de mensen van Rijkswaterstaat ervoor zorgen dat we die hinder tot het minimale beperken.

Dames en heren,

De noordelijke Randstad verdient een goede verbinding.
Daarmee houden we de regio economisch gezond, maar ook prettig om te leven en te werken.

De omgeving moet dus mooi en leefbaar blijven.
Daar gaan we mee aan de slag en ik ben er trots op dat we die twee goed kunnen combineren.

Wat mij betreft staat de Hollandse brug daar dus ook symbool voor:
voor de verbinding tussen bereikbaarheid en een mooie omgeving, waarin het prettig leven is.
Tussen de oude snelweg - met zijn dagelijkse files - en een nieuwe snelweg, die beter past in de omgeving.

Daarmee werken we aan een bereikbare, concurrerende en aantrekkelijke regio.

Ik wens Rijkswaterstaat en de aannemers veel succes bij het vele werk dat ze te doen staat.
En ik vertrouw erop dat dit in goede harmonie met omwonenden en andere belanghebbenden gebeurt.

Dank u wel.