Dekker is trots op de prestaties van Nederlandse leerlingen

‘Nederlandse leerlingen doen het in vergelijking met hun leeftijdsgenoten in andere landen goed op school, en op het gebied van wiskunde zelfs heel goed. In Europa doen alleen Zwitserland en Liechtenstein het beter. Daar mogen we best trots op zijn. Dit soort resultaten zijn echter geen rustig bezit. Zodra we zelfgenoegzaam worden, kachelt het onderwijs achteruit’.

Dat zegt staatssecretaris Dekker in reactie op het internationale onderzoek PISA 2012, dat vandaag in Parijs is gepresenteerd. PISA onderzoekt iedere drie jaar de vaardigheden van 15-jarige leerlingen in 65 landen op het gebied van wiskunde, lezen en science. PISA is daarmee het grootste internationaal vergelijkende onderzoek naar de prestaties van leerlingen in onderwijsstelsels in de wereld.

‘Er ligt ook een waarschuwing in de PISA cijfers’, aldus Dekker. ‘Een toppositie is relatief. Onze absolute scores staan onder druk. En een toppositie kun je ook weer verliezen: verschillende landen om ons heen die het in het verleden beduidend beter deden, zijn weggezakt.  Tegelijk zien we, met name in Azië, nieuwe landen opkomen die serieuze meters maken. In een wereldeconomie zijn dit steeds meer onze concurrenten. We moeten dus hard aan ons onderwijs blijven werken.’

Verder blijkt uit PISA 2012 opnieuw dat de beste Nederlandse  leerlingen significant minder goed presteren dan hun leeftijdsgenoten in de landen om ons heen. ‘Ook onze toptalenten hebben recht op uitdagend onderwijs. Uit de PISA-cijfers blijkt dat hier nog een wereld te winnen is. Daar wil ik de komende tijd samen met schoolleiders en leraren mee aan de slag.’