Uitreiking Prix de Rome 2013

Toespraak door Minister Bussemaker bij de uitreiking van de Prix de Rome 2013

Majesteit, dames en heren, geachte nomineerden,

‘Kunst is niet de weerspiegeling van de werkelijkheid, maar de werkelijkheid van de weerspiegeling’.

Met deze mooie uitspraak van filmer Jan Luc Godard wil ik graag openen. Want het vormt wat mij betreft de rode draad in het werk van de vier genomineerden voor deze Prix de Rome Beeldende Kunst.
Ik ben onder de indruk van de originaliteit en zeggingskracht van het werk dat ik zojuist gezien heb. Het shockeert en ontroert, verbaast en zet aan tot reflectie over de wereld om ons heen.
Precies wat kunst in mijn beleving moet doen.

De jury van de Prix de Rome zegt hierover:
‘Wij waarderen het dat de kunstenaars die confrontatie met de werkelijkheid niet uit de weg zijn gegaan, haar zelfs nadrukkelijk hebben opgezocht om er op een inspirerende, eigen manier een weg in te bepalen’.

Ik vind het een eer deze Prix de Rome als Minister van Cultuur, uit te reiken. Het is een bijzondere prijs, die aan de ene kant voortdurend voeling houdt met de tijdgeest (zoals Birgit Donker, directeur Mondriaan Fonds al zei), en tegelijk voortbouwt op een mooie, koninklijke traditie.
Zoals we weten is de prijs ingesteld door Koning Lodewijk Napoleon. Maar het was Koning Willem I, de grondlegger van onze monarchie, die de prijs structureel inbedde in het kunstvakonderwijs. En het was Koning Willem III die met zijn handtekening wettelijk de prijs opnieuw instelde en verbond aan de oprichting  van de Rijksakademie voor Beeldende kunst– nadat de prijs tijdelijk door Thorbecke was afgeschaft.
We mogen ons gelukkig prijzen met een Koningshuis dat kunst en cultuur in woord en daad al eeuwenlang een warm hart toedraagt. Uw aanwezigheid hier, Koningin Maxima, bekrachtigt dit opnieuw.

De ondersteuning van zeer talentvolle jonge kunstenaars in ons land, is nog altijd een belangrijke, vaste waarde van de Prix de Rome.

Falke Pisano, jij vertelde in het AVRO-programma Kunstuur over je zoektocht na het afronden van de kunstopleiding.
Terwijl iedereen zei dat je zo talentvol was, ging jij eerst een tijdje in een galerie werken. Omdat je eerst wilde uitvinden wat je de wereld nu eigenlijk te vertellen had.

Dat geeft goed aan waar het in de kern bij de ontwikkeling van artistiek talent om gaat. Na de opleiding heb je de instrumenten in handen en weet je wat je kunt. Maar daarna is het aan jou om de sprong naar de wereld en het publiek te maken. Dat vraagt tijd en soms ondersteuning en stimulans.

Voormalig prijswinnaars komen vaak goed terecht. Recente winnaars  als Nicoline van Harskamp, Viviane Sassen en Pilvi Takala poseren hun werk inmiddels op grote podia als de Biënnale van Venetië, de Tate Gallery en de Moskou Biënnale of Temporary art. De Prix de Rome gaf hun carrière de juiste prikkels. Als je ze ernaar vraagt, geven ze allen aan die steun in de rug nodig te hebben gehad.
Daar moeten we vanuit de samenleving – overheid en particulieren – garant voor staan. Talentontwikkeling is daarom ook één van de belangrijkste aandachtspunten in mijn beleid.

Majesteit, dames en heren

Het is de eerste keer dat het Mondriaan Fonds de Prix de Rome onder zijn  hoede heeft. En dat gaat gepaard met nieuwe ideeën en initiatieven.
Voor het eerst werden deelnemers gescout door kenners en experts.
Ook is de leeftijdsgrens van deze editie verlengd naar veertig jaar.
En voor het eerst is de traditionele reis naar Rome als vast studieonderdeel van de prijs, in ere is hersteld.

In het verleden moesten winnaars vanuit pleisterplaats Parijs zes weken per koets over de Alpen trekken om er te komen. 
Om de klassieke oudheid te bestuderen.
Nu vliegen ze er in een paar uurtjes vanuit ons land naartoe. En mogen ze drie maanden hun kunstenaarschap verdiepen aan de American Academy – waar kunstenaars en wetenschappers werkzaam zijn. 
Maar het doel is hetzelfde.

Dat het Mondriaanfonds op deze manier talentontwikkeling nadrukkelijk in internationaal perspectief zet, juich ik toe.
Natuurlijk is de kunstwereld van nature al internationaal georiënteerd – daarvan getuigt ook het feit dat twee van de genomineerden uit het buitenland komen, en één van hen een atelier in Berlijn heeft. En dat ze allen regelmatig voor projecten in het buitenland werken.
Maar ook de Prix de Rome zelf moet in alle opzichten een grensverleggende ervaring bieden.
Daarin wordt nu nog meer dan voorheen, voorzien.

Het Mondriaanfonds pakt de handschoen over van de Rijksakademie die de prijs de afgelopen tijd al op een fantastische manier heeft vernieuwd.
Al een aantal jaar is de AVRO partner, en wordt het hele proces rond de prijs zichtbaar gemaakt voor een groot, kunstminnend publiek.
Niet alleen het werk van de genomineerden, ook de soms heftige discussies in de internationale jury werden de afgelopen jaren breed uitgemeten.
Ik herinner mij Alicia Framis die in 1997 won met een kunstwerk: een levende piramide bij het monument op de Dam – waar op z’n zachtst gezegd de meningen nogal over uiteen liepen.

Ook de kinderjury, al ingesteld in de tijd van JanWillem Schrofer, past in dat beeld. Dit jaar verraste die jonge jury met een gewaagde keuze en de verfrissende wijze waarop ze tegen het werk van de genomineerden aankeken.

De Prix de Rome is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een prijs waar altijd veel discussie en debat omheen is.
En zo hoort het ook: kunst moet bij jong en oud het gesprek uitlokken, zeker nu – in een tijd van grote veranderingen en complexe vraagstukken waarvoor we ons gesteld zien.
Meer dan ooit hebben we kunstenaars nodig die ons een spiegel voorhouden en ons als nieuw naar zaken laten kijken.
En als een staatsprijs dat verder in beweging kan zetten, dan lijkt mij dat een prima zaak.

Dat brengt mij terug bij de bevindingen van de jury, geciteerd in het begin van mijn verhaal.
Uit datzelfde juryrapport wil ik tot slot citeren bij het bekendmaken van de winnaar. Het belangrijkste moment van vandaag.

De jury heeft mogen kiezen uit:

Remco Torenbosch die een wondermooie museale installatie presenteert, die achter haar modernistische verschijningsvorm, een enorm rijke research verbergt, gewijd aan Europa en de haar zo kenmerkende eenheid in verscheidenheid.
Christian Friedrich die op radicale wijze het experiment zoekt in een gewaagde geluidsinstallatie die de toeschouwer op meerdere manieren op de proef stelt.
Ola Vasiljeva die overrompelt met een heel open installatie die allerlei zintuigen aanspreekt in een inspirerende, op de cultuurgeschiedenis gebaseerde vertelling over de manier waarop de mens zijn plaats in de wereld probeert te bepalen.
Falke Pisano die verrast met een voor haar doen zeer politieke installatie, waarin ze reflecteert op ‘het lichaam in crisis’ aan de hand van een pakkende historische analyse van de consequenties van de privatisering van het gevangeniswezen.

Het doet mij namens de jury plezier de Prix de Rome 2013 toe te kennen aan een kunstenaar die zich ondanks het nodige succes durft verder te ontwikkelen en met precisie en overtuigingskracht een nieuwe richting is ingeslagen, voortbouwend op wat was.

De Prix de Rome 2013 is voor Falke Pisano.