Meer Promotiebeurzen voor talentvolle leraren

Bijna tweehonderd leraren krijgen de komende twee jaar de kans om promotieonderzoek te doen, naast hun werk voor de klas. Dat hebben minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vandaag bekend gemaakt. Het aantal beurzen is uitgebreid om zo meer leraren de kans te bieden om zichzelf verder te ontwikkelen. Kregen bij de vorige tranche in 2012 nog ruim dertig leraren een promotiebeurs, komend jaar komen daar bijna zestig plekken bij. Het kabinet stelt zo’n €20 miljoen per jaar beschikbaar voor de promotietrajecten.

Volgens minister Bussemaker biedt promotieonderzoek leraren een uitstekende kans om zich verder te ontwikkelen, binnen of buiten hun vakgebied: “Promoveren is een goede manier om jezelf uit te dagen en je blikveld te verruimen. Niet alleen levert het leraren zelf meer loopbaanmogelijkheden op. Ook profiteren leerlingen, studenten en collega’s er van. Want de kennis en ervaring die leraren tijdens een promotietraject opdoen, nemen zij weer mee hun school in.”

Bredere ontwikkeling

Steeds meer docenten willen zich verder ontwikkelen, binnen of buiten hun vakgebied. Dat blijkt ook uit het succes van de Lerarenbeurs, een financiële tegemoetkoming voor leraren in de kosten van een  bachelor- of masterstudie. Inmiddels zijn er al bijna 40.000 beurzen uitgereikt.

Ook de promotiebeurs is populair. De beurs, bedoeld voor leraren uit het primair-, voortgezet-, middelbaar beroeps-, hoger beroeps-, en speciaal onderwijs die willen promoveren, werd vorig jaar door ruim 150 leraren aangevraagd. Dit terwijl er 33 plekken te vergeven waren. Uitbreiding van het aantal beurzen moet leiden tot meer gepromoveerde leraren voor de klas, wat de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. Belangrijk bij het promotieonderzoek is dat de opgedane kennis en onderzoekservaring direct ten goede komt aan de onderwijspraktijk.

Recht op ontwikkelmogelijkheden

Leraren die in aanmerking willen komen voor de Promotiebeurs moeten een promotor zoeken en een onderzoeksplan indienen bij de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO).
Leraren die worden toegelaten worden vier jaar lang twee dagen per week vrijgesteld om te werken aan hun promotieonderzoek, met behoud van salaris. Scholen ontvangen een rijksbijdrage om de leraar te kunnen vervangen.

Dekker vindt dat docenten hun professionele ontwikkeling veel meer mogen zien als een recht waar ze gebruik van kunnen en moeten maken: “Voor zichzelf, maar ook voor hun leerlingen. Ik verwacht dat schooldirecteuren hen daarbij actief ondersteunen en dat ze werk maken van een professioneel personeelsbeleid.”

Lerarenagenda

Onlangs presenteerden minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker de Lerarenagenda 2013, waarin het vergroten van de carrièremogelijkheden van leraren centraal staat. De agenda kwam tot stand met input leraren zelf. Doel van de Lerarenagenda is het beroep van leraar aantrekkelijker maken door betere begeleiding en meer ruimte voor groei en ontwikkeling van leraren.