Spreektekst staatssecretaris Mansveld bij opening Alfa-college in Groningen

“Ik geloof er zeer in dat kennis de belangrijkste brandstof van de vooruitgang is. Goede vakmensen zijn onmisbaar. Niet om de zaak alleen draaiende te houden. Maar ook omdat ze vaak de bron zijn van innovatie. En dat is voor een duurzame samenleving hard nodig.” Dat zegt de staatssecretaris vandaag bij de opening van het Alfa-college in Groningen.

Beste mensen,

Geweldig om hier te zijn! Dit is voor mij een uitwedstrijd en tegelijkertijd een thuiswedstrijd. Ik woon in het Noorden en voel me er zeer thuis. Maar als ik naar mijn portefeuille kijk, dan kan ik me voorstellen dat sommige mensen denken: “Mansveld: die gaat toch over de treinen, de vliegtuigen en het klimaat? Wat doet zij bij de opening van een school?”

Ten eerste sta ik hier natuurlijk ook namens minister Bussemaker. Zij feliciteert u van harte met dit prachtgebouw, een aanwinst voor het Noorden, een aanwinst voor het onderwijs!

En ten tweede vind ik het juist goed dat u iemand heeft uitgenodigd van buiten het onderwijs zelf. Zo laat u als school zien dat u met beide benen in de maatschappij staat. En dat u verbinding ziet tussen het onderwijs hier en met andere maatschappelijke vraagstukken. Ik vind dat een heel belangrijk statement.

Het sluit ook aan bij mijn belangrijkste boodschap vandaag die ik ook geef namens minister Bussemaker. Want als MBO-instelling leidt u vakmensen op. En vakmensen: die heeft Nederland heel hard nodig de komende jaren. We zullen het nog meer dan voorheen moeten hebben van slimme, pragmatische oplossingen.

Ik geloof er zeer in dat kennis de belangrijkste brandstof van de vooruitgang is. Goede vakmensen zijn onmisbaar. Niet om de zaak alleen draaiende te houden. Maar ook omdat ze vaak de bron zijn van innovatie.

Laat ik dit toespitsen op een onderdeel uit mijn eigen portefeuille: duurzaamheid. Iets wat ook bij deze school hoog in het vaandel staat.

Duurzaamheid: wat is dat? Wat roept dat op?

Ik wil best toegeven dat ook bij mij duurzaamheid en milieu nog steeds de vage restgeuren hebben van de jaren tachtig. De geur van Greenpeace in combinatie met geitenwollensokken.

Voor mij betekent duurzaamheid niet dat ik een jeukende angora trui aantrek en dat ik u zeg wat allemaal niet mag. Voor mij betekent duurzaamheid veel meer dat jonge bedrijven het de gewoonste zaak van de wereld vinden om te werken aan wat tegenwoordig zo mooi heet: een circulaire economie.

Dat is een economie waarbij we niet alleen maar grondstof winnen om er een product van te maken zoals een tapijt, dat na zeven jaar eindigt op de afvalberg. Maar een economie waarbij afval weer grondstof is. Zoals PET-flessen in uw tapijt.

In mijn werk zie ik iedere dag hoe duurzaamheid is ingebed in onze samenleving. Er gebeurt heel veel en ik merk dat mensen elkaar inspireren.

Duurzaamheid biedt heel veel kansen voor Nederland. Ik geef een voorbeeld. Onze doelstelling is dat we de uitstoot van CO2 willen terugdringen met 40% in 2030. Nederland is nu verantwoordelijk voor 0,5% van de CO2-uitstoot wereldwijd. In Europa is dit 11%.

De meeste uitstoot wordt dus veroorzaakt door andere landen, vaak op andere continenten. Daar ligt dus een enorme kans! Onze kennis en kunde op het vlak van duurzaamheid kan een fantastisch exportproduct worden.

Daarom vind ik het zo fantastisch om hier vandaag te zijn. U legt de basis voor deze kennis en kunde op hele relevante terreinen als Energie, Ondernemen, Sport en Vitaliteit en Zorg en Wonen[1].

In dit gebouw vormt u jonge mensen op het gebied van Handel, Mode, ICT en MultiMedia Design; waarom zouden hier geen Steve Jobsen en Versaci’s uit voortkomen!

En ik vind het heel goed dat u hier nauwe banden heeft met het bedrijfsleven. Dat er nagedacht wordt over vragen als: welke auto’s zijn geschikt voor bio-brandstoffen? Hoe kunnen we energiezuinig mogelijk bouwen?

Dat zijn concrete vraagstukken die een veel groter maatschappelijk vraagstuk over het klimaat en duurzaamheid behapbaar maken. Dat zijn vragen waarmee je kennis en kunde en ondernemerschap genereert die nodig zijn voor praktische oplossingen.

En als ik om mij heen kijk dan zie ik dat u al heel ver bent met praktische duurzame oplossingen!

- U zit op oude, opgeknapte stoelen uit het vorige gebouw! Ze zien er goed uit!

- Het tapijt is gemaakt van gerecyclede PET-flessen.

- De zomerwarmte wordt opgeslagen onder de grond en gebruikt in de winter en vice versa. Niet voor niets heeft u het Energielabel A+!

- En de kantine levert alleen broodjes gezond en melk! [ik hoop niet dat alle leerlingen massaal oversteken naar de Jumbo]

En nu ik deze voorbeelden noem realiseer ik me hoe geweldig het is om middenin die nieuwe beweging te mogen staan. Ik ben het afgelopen jaar zoveel praktische duurzame oplossingen tegen gekomen. We maken al werk van een duurzaam Nederland, en ik word daar zeer enthousiast van.

Alleen al hier in het Noorden.

- Er is bijvoorbeeld net twee weken geleden hier in Groningen – in Garmerwolde - een nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie geopend. De grootste van het Noorden, maar ook de slimste. Want ze wekken uit het rioolslib zoveel energie op, dat ze zichzelf bijna helemaal kunnen bedruipen.

- Ander voorbeeld is dat Friesland Campina is begonnen om een aantal van haar wagens waarmee ze de melk ophaalt bij de boeren, laat rijden op biobrandstof die afkomstig is uit mest van koeien. Melk en mest: bijna even belangrijk voor Campina!

Eén ding wil ik tot slot benadrukken.

Dit alles is alleen mogelijk doordat er mensen waren die de techniek hadden bedacht. Doordat er mensen waren die hadden bedacht dat je energie kunt halen uit mest, of uit rioolslib en doordat er vakmensen waren die meehielpen om de installaties daarvoor te maken.

Die mensen hebben we meer en meer nodig. Want het gaat de komende jaren vanwege de bevolkingsgroei, vanwege de klimaatverandering en vanwege de vergrijzing meer en meer om de grote thema’s: voeding, water, gezondheid en energie.   

Waarom vertel ik u dit vandaag?

Omdat we zo’n maatschappelijk vraagstuk als een duurzame samenleving alleen kunnen oplossen als er scholen zijn als deze. U werkt hier dagelijks met jonge mensen. U leert ze een vak en probeert ze ondernemerschap bij te brengen met een scherp oog op de relevante maatschappelijke vraagstukken. En u doet dat in een gebouw dat zo aantrekkelijk is dat er 1800 leerlingen op af kwamen in plaats van de verwachte 1500 leerlingen. Dat ligt volgens mij  niet alleen maar aan de broodjes gezond! Ik wens u en al uw leerlingen heel veel geluk in dit nieuwe gebouw.